Egypte – September 2008

Zaterdag 20 september
Daar gaan we dan, voor dag en dauw op weg naar Schiphol. We gaan twee weken lekker genieten van de oudheden en natuurlijk het mooie warme, maar vooral droge weer in Egypte.
De incheck is tegenwoordig niet meer dan je paspoort in een gleuf brengen en je ticket uitnemen. De bagage moet je nog wel even laten labelen, maar al met al ben je binnen een kwartiertje klaar. Nog even afscheid nemen en dan door de douane en hup naar de gate. Het vliegtuig van de KLM vertrok lekker op tijd naar onze eindbestemming, Caïro in Egypte. Onderweg wat turbulentie gehad, verder was het een prima vlucht. Rond één uur landen wij veilig op de luchthaven van Caïro, waar wij al werden opgewacht door enkele mensen van Shoestring. Na de douane werden wij opgewacht door Mohammed, onze reisbegeleider. Mohammed, voor ons deze twee weken Mo, is moslim en zit momenteel midden in zijn Ramadan, net als een groot deel van Egypte. Ben benieuwd wat wij daarvan gaan meekrijgen en hoe wij het Suikerfeest zullen gaan beleven.

Onderweg naar ons hotel was het, ondanks het late tijdstip, behoorlijk druk op de weg en net als in andere grote steden geldt ook hier het recht van de sterkste. Rond twee uur kwamen wij aan in ons hotel, Hotel Pharaos, in het centrum van Cairo. Het hotel is wat bouwvallig zowel van buiten als op de kamers, maar de bedden zijn prima en er komt water uit de kraan. Uitzicht hebben wij niet echt, wij kijken recht tegen het balkon van het naastgelegen gebouw. Snel de luiken gesloten, geprobeerd de airco aan te krijgen (niet gelukt), lampje uit en welterusten!

Zondag 21 september
Redelijk vroeg ging ons wekkertje alweer, bijtijds zodat wij nog even konden douchen, spullen konden opbergen, ontbijten en pinnen voordat wij zouden gaan beginnen aan onze eerste excursie. Het ontbijt is wel oké, niet hoogstaand maar goed te doen. De drankjes ogen wat chemisch en zijn ontzettend zoet, brrr.
Om tien uur stipt reden onze busjes voor en gingen wij op weg door het drukke, warrige, onbegrijpelijke verkeer van Cairo naar de citadel / Mohammed Ali Moskee. Bij de ingang moesten wij onze tassen door een scanner doen en ook wijzelf werden helemaal gecheckt. Onder een mooie grote boom voor de moskee vertelde Mo ons de geschiedenis van de citadel en de moskee. De citadel werd in 1176 gebouwd door Salah-ed Din, tot de 19e eeuw verbleven de Egyptische vorsten hier die de citadel steeds weer een stukje meer uitbreidden. Mohammed Ali, een Albanese soldaat nam in 1806 met een bloedige strijd de macht over en regeerde daarna nog 43 jaar. Hij was ook degene die in 1839 is begonnen met de bouw van de moskee, deze werd 18 jaar later pas afgerond. De moskee had als voorbeeld de moskee in Istanbul, maar helaas mist de moskee in Cairo de gratie en elegantie. Mohammed Ali ligt begraven in een graftombe in de moskee.
Binnen in de moskee, schouders bedekt en schoenen uit, vertelde onze Mo het één en ander over de Islam en de Ramadan. Interessant om dat allemaal eens zo goed uitgelegd te horen, hij vertelde met veel passie. Na deze boeiende verhalen hadden wij wat “free time” om zelf nog wat rond te wandelen en wat leuke plaatjes te schieten. Vooral het plafond van de moskee was erg mooi en het uitzicht op de westelijke terrassen was ook adembenemend. We konden de piramides van Gizeh al zien liggen. Op het terrein van de moskee kregen wij nog een lekkere verfrissende versnapering aangeboden en vertelde Mo over hoe onze reis de komende twee weken zal gaan verlopen.

Na de borrel gingen wij op weg naar de lunch, een lekker buffet uit de Egyptische keuken. De Egyptische keuken kent vooral veel vleesgerechten, mjam! Onze Mo lag tijdens onze lunch ergens een dutje te doen en kwam ons na een klein uurtje weer halen om op pad te gaan naar het Egyptisch museum. Het Egyptische museum is een van de belangrijkste ter wereld, het museum zelf is niet echt groot maar wel erg vol met alle tijdperken uit de Egyptische oudheid. Mo deed in het kort zijn verhaal over het Oude rijk, het Midden Rijk en het Nieuwe Rijk en vervolgens de Grieks-Romeinse tijd. Daarna was het een soort van rennen naar het masker van Toetankhamon, want dat moet je natuurlijk wel gezien hebben voordat het museum sluit! Het masker en zijn schatten zijn prachtig, allemaal in goede staat en zo fijn bewerkt. Na een rondje door zijn kamer was er gelukkig nog tijd over voor de rest van de farao’s. Toetankhamon mag dan de bekendste farao zijn, maar in de geschiedenis van Egypte zeker niet de belangrijkste. Op een drafje gingen wij naar de zaal met de koninklijke mummies om o.a. Ramses te bekijken, maar helaas was dit gedeelte al gesloten. Gelukkig was er nog wel wat tijd om de voorwerpen te bekijken die de overledenen meekregen in de sarcofaag en graftombe. Bij de uitgang werden wij vriendelijk doch zeer dringend door de bewaker gesommeerd om buiten op de rest van de groep te wachten, als er zo een man met een groot wapen voor je staat wil je dat wel…… De zwaar bewapende bewakers en soldaten die je bij gebouwen en op straat ziet zijn de iets minder vriendelijk ogende kanten van Egypte en dat laat je ook weer even beseffen dat het lang niet overal even veilig is.

Onze volgende excursie zou de Khan-El-Khalili markt zijn. Mo had een beetje last van de Ramadan en de groep was eigenlijk ook een beetje uitgeblust, dus besloten wij om de drukke markt over te slaan en in Luxor of Aswan op zoek te gaan naar een soortgelijke markt. De bus zette daarom koers naar ons hotel zodat wij enkele uurtjes quality time zouden hebben voordat Mo ons weer zou begeleiden naar Caïro downtown.
Om acht uur stond iedereen in de lobby alweer klaar. Wij hadden de keuze, met een taxi of 30 minuten met de benenwagen. De taxi’s rijden hier als bezetenen en dus was de keuze snel gemaakt, veilig met de benenwagen dachten wij. Uiteindelijk werd het ons duidelijk waarom Mo zo aanstuurde op de taxi’s, oversteken was nog gevaarlijker dan meerijden met een kamikaze taxi chauffeur. Gelukkig kwamen wij allemaal iedere keer weer in één stuk aan de overkant en konden wij niet lang daarna gaan genieten van een drankje en jawel een echte waterpijp in een leuk Egyptisch steegje. Je moest een flinke lurk nemen van de waterpijp wilde je wat rook binnen krijgen, het smaakte best wel lekker en was voor vele lurkjes op herhaling vatbaar. Of het gezond is? Waarschijnlijk niet, maar lekker en grappig was het zeker. We hebben leuke en onzinnige foto’s kunnen maken.
De waterpijp was nog niet op of wij mochten al weer gaan aanschuiven voor ons diner. Mo had een leuk tentje voor ons uitgezocht; Felfela. Chantal heeft hier heerlijk zitten smullen van Egyptische gehaktballetjes en ik deed mij vooral ten goede aan de heerlijke chicken kebab. De Egyptische keuken hoeft niet duur te zijn, wij waren met zijn tweetjes 80 Egyptische pond kwijt, omgerekend zo een 9 Euro.

Nu kwam dan toch het onvermijdelijke, terug naar ons hotel met een taxi. Mo regelde voor iedereen een taxi met bijbehorende prijs. En eerlijk is eerlijk, als je die gasten ziet rijden vraag je jezelf af waar ze hun rijbewijs gekocht hebben, maar als je eenmaal in de taxi valt het ineens allemaal veel minder op en valt het best wel mee. Een paar minuutjes later kwamen wij dan ook weer veilig aan bij ons hotel. Bekaf na zo een lange dag vol belevenissen kropen wij dan ook maar snel onder ons lakentje, dit keer met de airco aan….

Maandag 22 september
Om half acht werden wij verwacht om op pad te gaan naar de Piramides gelegen aan de rand van de stad Caïro. Als eerste gingen wij naar de tombe van Imothep. Imothep was een hoge priester en eerste belangrijke architect. Hij bouwde niet de grote Piramides van Gizeh, maar zorgde wel voor de “Mastaba” Piramide. Deze bouw zorgde voor een stabielere Piramide die bij bijvoorbeeld natuurgeweld veel minder snel zou instorten. Deze bouwstijl is ook gebruikt voor de Piramides van Gizeh. De tombe was qua muurschilderingen en inrichting van de kamers nog in redelijk goede staat. Mo vertelde ons over de muurschilderingen en wat ze allemaal betekenen. Wat eigenlijk raar aan de muurschilderingen is, is de houding van de afgebeelde mensen. Deze is vrij onnatuurlijk, wij hebben het geprobeerd om na te doen, maar dan moet je je spieren en lichaamsdelen best wel draaien. Bovendien is het lastig om onze ogen aan de zijkant van ons hoofd te krijgen. Binnen mochten er geen foto’s gemaakt worden, maar buiten mocht dat gelukkig wel.

Na de tempel van Imothep was het de beurt aan Sakkarra met zijn tempels en Piramide. In de dodenstad van Sakkarra is de geschiedenis van de Piramidebouwers begonnen. Het grafcomplex is gigantisch en strekt zich uit over acht kilometer. Wij zijn alleen bij de Piramide en de zuilengang geweest. Men is er nog steeds bezig met opgraven en restaureren.
Voor de lunch bezochten wij Siwa een parfumerie winkel en fabriekje. Vele honderden soorten en gezellig gekleurde flesjes en uiteraard lekkere luchtjes. Even rondgekeken, verhaal aangehoord, maar verder niets gekocht, het was allemaal best prijzig en ik kan mijzelf niet garanderen dat de mooie glazen flesjes ook weer veilig in Nederland aankomen.
Eindelijk, na de lunch gingen wij op pad naar de grote Piramides van Gizeh. Een van de zeven Wereldwonderen, wat een joekels van gebouwen en uiteraard zeer fascinerend hoe dit vroeger allemaal is gebouwd zonder machines. De Piramides zijn gebouwd tijdens het Oude Rijk en behoren toe aan Cheops, Chefren en Mykerinos. Die van Cheops is de grootste en oorspronkelijk met zijn 146 meter de hoogste, inmiddels is de Piramide gekrompen tot “slechts” 137 meter. Het is mogelijk om de Piramides ook van binnen te bekijken, wij hebben dat niet gedaan. Na ons bezoek reden de busjes naar de rand van de stad waar wij de kolossen goed op de foto konden zetten en bovendien ook nog een leuk uitzicht hadden over de stad.

Op naar de Sfinx in de buurt van de Piramide van Chefren. De Sfinx waakt al zeker 2.500 jaar over de necropolis van Gizeh. Het beeld is 73 meter lang en 20 meter hoog, door de vele zandstormen is het vaak begraven geweest in het zand en dus ook weer opgegraven. Dit was voor de Sfinx geen beste tijd. Inmiddels is hij redelijk gerestaureerd al ziet het er hier en daar nu wel erg nieuw uit. De neus van de Sfinx is overigens ook niet helemaal heel meer, het grootste gedeelte is door de tand des tijds afgebrokkeld, dit is nooit gerestaureerd.
Wij reden door de drukke stad terug naar ons hotel, redelijk laat kwamen wij daar aan. Het is ’s avonds niet echt veilig in Caïro en dus moesten wij met Mo mee voor een restaurant buiten de deur. Dit keer was zijn keuze niet zo fraai, zo een beetje alles wat op de kaart stond was op en wat er nog was smaakte niet en was kurkdroog en koud. Omdat wij best wel hongerig waren, toch maar wat naar binnen gewerkt. De naam van het restaurant overigens nergens kunnen vinden, misschien maar goed ook. Weer in het hotel aangekomen onze tassen weer ingepakt, morgen een lange reisdag door de open vlaktes van Egypte.

Dinsdag 23 september
Vanaf vandaag gaan wij drie dagen de woestijn in, na de drukte van Caïro een welkome afwisseling. Wij werden verdeeld over de twee bussen, in beide bussen ging een bewaker met een flink wapenarsenaal mee. Net voordat wij op reis naar Egypte gingen, was er een bus met toeristen ontvoerd, nu wordt er kennelijk geen risico meer genomen. Het duurde even voordat wij de drukte van Caïro achterlieten, het was wederom druk en wij reden veelal stapvoets. Zodra wij de stad hadden verlaten, lieten de chauffeurs graag zien dat zij ook hard konden rijden. Met een flinke gang stoven wij door de verlaten vlaktes van Egypte. Af en toe stapten wij uit om even de benen te strekken en foto’s te maken van de toch veranderende landschappen. Net na een fotostop stopten wij weer, onze bus bleek een lekke band te hebben. Oepsie, daar staan wij dan midden in de woestijn van Egypte. Gelukkig zijn er reservebanden mee en niet veel later hadden de chauffeurs de band verwisseld en konden wij weer verder door de verlaten vlaktes. Na een goede 400 kilometer rijden kwamen wij aan bij de Oase van Bahariyya en ons hotel, Ahmed Safari Camp. Eigenlijk meer een Center Parcs maar dan op zijn Egyptisch en zonder wildwaterbaan. Leuke, gezellige maar simpele huisjes, mooie en knusse tuin, heerlijk! In het restaurant genoten van een heerlijk maal en ’s avonds een beetje rondgelopen in de tuin, wat een rust en toch ook wel een beetje spannend met al die kruipende beestjes. Af en toe wat gekraak gehoord onder mijn voeten, jak!

Woensdag 24 september
Na een prima nachtje onder de klamboe werden wij verwacht in de mooie ontbijtzaal. Pannenkoekjes, jam en een eitje, prima start van wederom een reisdag door de woestijn. Maar eerst wandelend de nabijgelegen oase in, veel palmbomen en heerlijk koel. Gezellig oranje vruchten aan de palmbomen en in de schaduw hiervan een paar luierende koeien. Na een uurtje fijn wandelen vertrokken wij alweer uit Bahariyya en stapten wij in vijf gereedstaande jeeps en trokken wij verder de woestijn in. De rit was ruig en af en toe zaten wij bijna met ons knarretje tegen het plafond. Er werd lekker gescheurd en geslipt door de grote zandvlaktes. Onderweg ook een paar kleine woestijndorpjes gepasseerd, bij één hadden wij onze stop en konden wij de kleine markt op.

De zandvlakte ging over in de “Zwarte woestijn” met zijn grote zandduinen en grillige grijs/zwarte rotsformaties, mooi gezicht! Een stuk verder werden wij verrast door de “Crystal Mountain”, van ver lijken het net doodgewone witte rotsen, maar als je dichterbij ging kijken, fonkelden de steentje je tegemoet, sommige leken haast wel doorzichtig. Wij reden verder en kwamen aan in de witte woestijn met haar hagelwitte rotsformaties. Dit stuk witte woestijn heet de “New White Dessert” en in tegenstelling tot het oude gedeelte ligt er hier geen weg en kijk je ver weg over het witte maanlandschap.

De zon begon onder te gaan en wij klommen een heuveltje op om mooi uitzicht te hebben op de inmiddels roze kleurende rotsformaties. Het was een prachtig gezicht. Een klein stukje verder sloegen wij ons kamp op, de busjes met onze spullen waren ook aangekomen. De chauffeurs zijn erg veelzijdig en bereiden een lekkere maaltijd, er werd een kampvuur aangestoken en gedanst. Het koelde wat af en wij besloten te gaan slapen, onder de sterrenhemel op het zand van de woestijn. Ik lag dik ingepakt in mijn mummieslaapzak, want wij zijn niet de enige die hier in de woestijn aanwezig zijn. Overal sporen van woestijnvosjes en kevertjes, brrr. ’s Nachts werd het mij toch te warm en heel voorzichtig heb ik mijn slaapzak wat geopend voor wat frisse lucht. Geen beestje te zien……

Donderdag 25 september
Het was een spannend en enerverend nachtje, maar uiteindelijk toch lekker geslapen in mijn open slaapzak. ’s Morgens zag ik rond onze bedjes wel allemaal sporen van woestijnvosjes en kevers, wij waren toch echt niet alleen. Het was nog best vroeg en de zon begon langzaam op te komen en snel aan warmte te winnen. Het was prima vertoeven tijdens ons ontbijt en wederom was het genieten van de steeds verkleurende rotsen. Wat een superervaring!
De spullen werden ingeladen in onze busjes en wij konden weer plaatsnemen in de jeeps. Wij reden door de Farafra oase, hier kwamen wij enkele Bedoeïenen tegen met hun platte karren met waar getrokken door muildieren. Ineens was daar een groot betonnen bassin, uit een pijp kwam water wat het bassin in stroomde. Hier konden wij lekker badderen na de warme en zweetrijke nacht. Geen idee waar dit water ineens vandaag kwam en ook niet of het wel helemaal schoon was, maar prettig was het wel. Ook onze gids Mo en de chauffeurs genoten zichtbaar van het warmwaterbassin. In de warme woestijnzon waren wij snel opgedroogd en wij gingen weer verder op pad.
Bij het museum van Badr, een kunstenaar, hielden wij stil. Een redelijk groot complex omringd met een tuin met kunstwerken. Ik vond het niet echt bijzonder, maar het was wel weer even lekker om de benen te strekken in de koelte van het complex en het omringende kleine palmbos.

Wij reden door naar El-Qsar, een charmant oud woestijndorpje. De huize zijn gebouwd met stenen van gedroogd modder. De straatjes zijn smal en wij hebben er heerlijk rond kunnen dwalen. De deurposten zijn gemaakt van dik hout en soms is de gezellige versiering van fruit en bloemen nog te zien.
In de middag kwamen wij aan bij onze slaapplek, Bedouin Camp. Een leuk complex met schattige, primitieve roze stenen hutjes met een simpele inrichting. Twee harde bedjes, geen elektriciteit en een koude maar ruime douche. Maar de plek is waar het om gaat, het complex ligt op een heuvel en vanaf daar kijk je mooi weg over de omringende woestijn. In de omgeving geen restaurants en dus schoven wij met de hele groep aan in het restaurant van het complex, het eten was oké. ’s Avonds werd het kampvuur nog even gezellig aangestoken, het was weer een leuke dag!

Vrijdag 26 september
Oef, pittig, vannacht vooral veel op mijn buik gelegen, daar heb ik dan nog een beetje een kussen op het verder keiharde matras. In het huisje wat geschuifel van beestjes (denk ik) gehoord, maar verder niet durven kijken, ik ben echt een held op sokken. Gelukkig was al het kruipende gedrocht met het ochtendgloren weer verdwenen en konden wij genieten van een iets te verfrissende douche, brrr en wakkerrrrr!
Simpel ontbijtje en hup op weg, onze laatste volledige dag in de woestijnen van Egypte. In de buurt van het kamp kwamen wij nog wat mensen tegen, een tentje met dadels, heerlijk! De weg naar de oase van Kharga was redelijk saai, een lange asfaltweg door de woestijn met uiteraard veel zand, zoals een woestijn hoort te zijn. En dan ineens midden in de uitgestrekte vlakte een rieten omheining, onze slaapplaats! Ditmaal geen bedjes op de grond, maar op hoogte. Een stevige rieten constructie met een dik matje erop. Op afstand van de vele beestjes, I love it! Er werd door de chauffeurs en uitbater van de slaapplek, een man met een lange witte baard en grote waterpijp, een simpele maar voedzame maaltijd bereid. ’s Avonds werd het kampvuur weer aangestoken, gedanst en gezongen door de chauffeurs en Mo. Wij hebben heerlijk gekletst met de groepsgenoten.

Zaterdag 27 september
Prima geslapen! Ontbijtje en op naar de bewoonde wereld, de oude stad Luxor. Het vertrek uit de woestijn was een beetje een tegenvaller, zo ver weg van de bewoonde wereld waren wij niet eens! Hoewel het was ook wel weer fijn om wat anders te zien dan uitgestrekte zandvlaktes. In de bewoonde wereld aan de groene Nijloever stopten wij bij het gigantische tempelcomplex van Karnak. Hier leefde de god Amon en zijn dienaar de farao. Elke ochtend werd de god Amon gewekt met gezang, geurende bloemen en wierook. De farao’s die er gewoond hebben drukte elk hun eigen stempel op het complex. De tempel werd met elke nieuwe farao groter en mooier. Naast de farao woonden er overigens ook nog 8.000 priesters!

Mo vertelde veel over de farao’s en de belangrijkste onderdelen van de tempel, daarna hadden wij meer dan genoeg vrije tijd om zelf lekker rond te wandelen en te genieten van de enorme tempel.
Voordat je de poort door gaat, loop je over een laan met links en rechts een hele rij sfinxen met ramskoppen, mooi, strak en egaal gezicht. De poort zelf is enorm en daarachter bevindt zicht het goed onderhouden complex. De grote binnenplaats wordt omgeven door vele, vele zuilen, allemaal even mooi bewerkt. De hoge statige muren zijn bezaaid met goed bewaard gebleven afbeeldingen van de farao’s en zijn gevolg, zowel getekend in de muur als geschilderd. In het complex stonden ooit vier obelisken, inmiddels is er daar nog eentje echt van over, de andere zijn verloren gegaan of deels ingestort door aardbevingen. En overal natuurlijk beelden van de voormalige bewoners, de farao’s. Wat een pracht en praal!

Op weg naar ons hotel nog even langs een verplichte stop, een papyrusfabriekje. Hier wordt er papyrus gemaakt volgens het oude recept en vervolgens (overigens) prachtig beschilderd met de afbeeldingen uit de Egyptische oudheid. Mooie felle kleuren en erg aantrekkelijk om te kopen, oké dan, een kleine afbeelding van het masker van Toetankhamon.
Ons hotel, Golden Palace, ligt centraal in Luxor. Een grote blokkendoos met op het dak een rooftopzwembad met super uitzicht over de stad en op de omliggende tempels en de voorbijstromende Nijl. Mooi plekje!
In de vroege avond verzamelde wij voor de lichtshow in de tempel van Luxor. Zo mooi gedaan! De zachtgele stenen lichten mooi warm geel op in het licht. Ook deze tempel is volledig gewijd aan Amon, in 1400 voor Chr. werd er met de bouw gestart door Amenhotep en Ramses zorgde jaren later voor de afwerking. De tempel had met twee obelisken perfecte verhoudingen totdat Alexander de Grote zich ermee ging bemoeien, toen werd het een beetje een “zooitje”. De tempel van Luxor is ondergeschikt aan de enorme tempel van Karnak, vroeger waren beide tempels met elkaar verbonden door een twee en halve kilometer lange Sfinxenlaan.

Na deze indrukwekkende excursie begonnen onze buikjes wel te knorren, op naar een leuk restaurantje! Jammer genoeg raadde Mo het ook in Luxor af om zelf op stap te gaan en dus ging hij ons weer voor naar een restaurantje, ook dit was het niet helemaal, wederom droog en taai vlees, wel lekkere sausjes.

Zondag 28 september
Jaaaaaa, heul vroeg op! Vandaag gaan wij het hogerop zoeken met een zonsopgang boven de Vallei der koningen en koninginnen, jawel vanuit een heteluchtballon! Best wel even spannend, maar o zo een zin in! Bijna de hele groep ging mee, wij werden in onze busjes geladen en gingen op weg. Het was opvallend rustig in de busjes, denk dat iedereen het stiekem wel spannend vond.
Wij stapten in bij de luchtballonnen van Sinbad Hot Air Balloon, met een leuke, verlegen kapitein. In de manden passen zo een twintig personen, gelukkig waren er vandaag genoeg ballonnen en konden wij lekker ruim staan in de manden en zo perfect genieten van de omgeving. Langzaam steeg de ballon op en niet veel later zweefde wij over de ontwakende bewoners en konden wij genieten van de opkomende zon boven de vallei. Heerlijk rustgevend met af een toe het geluid van de ballon die zich vulde met het warme gas. Vlak voor de landing moesten wij op onze hurken gaan zitten onder de rand van de mand. De landing was zacht, maar welkwamen wij op één kant terecht. Doordat wij op gehurkt zaten stabiliseerde de mand zich van zelf en kwam vervolgens weer recht te staan, oef, dat was toch wel even spannend. Wat een bijzonder mooie ervaring was dit, toch ook weer blij dat wij heel en met beide benen op de grond staan.

Vanaf het veld van de luchtballonnen gingen wij direct door naar de Vallei der Koningen en Koninginnen, een best uitgestrekt gebied met tombes van voormalige heersers. Wij gingen dan ook meteen door. Het was er best druk, zeker bij de kamer van Toetankhamon. Voor deze BE-er (bekende Egyptenaar) mag je overigens ook flink in de buidel tasten, daar en in de enorme rij hadden wij niet zo een zin in en dus gingen wij op bezoek bij de andere heersers. Wij begonnen bij Toethmozes III. In een steile helling kun je via een wat gammele ijzeren trap zijn kamer bezoeken. De voorkamer is wat saai en hier zijn geen versieringen, de tweede kamer is zijn laatste rustplaats, het plafond is een soort sterrenhemel, verder zijn de kleuren binnen vrij neutraal en de tekeningen zijn best apart.
Na Toethmozes gingen wij op bezoek bij Ramses IV, een hele lange gang en mooie versieringen. Het graf van Ramses IV werd ontdekt door een de Engelsman Burton, het graf was helaas al flink geplunderd. Gelukkig zijn de schilderingen zowel op de muur als op het plafond wel bewaard gebleven. Overigens was het Ramses V die de kamer liet bouwen, maar uiteindelijk vond Ramses IV daar dus zijn laatste rustplaats. Mogen met ons toegangskaartje nog één kamer in en wij kozen voor Seti II. Het is hier niet zo druk, komt waarschijnlijk ook wel een beetje omdat het er niet heel spectaculair uitziet. Door de vroegtijdige dood van Seti II is de kamer nooit helemaal afgemaakt, er zijn een paar halve schilderingen en wat tekeningen in reliëf.
De zon stond inmiddels wel een beetje op zijn hoogte punt en het werd bloedheet in de vallei. Mo nam ons mee naar de nabijgelegen tempel van Hatsjepsoet, de moeder van Toethmozes III en de vrouw  van Toethmozes II. Een pittig wijfie die ook nog eens oog had voor mooie en strakke architectuur. Zij liet de enorme tempel bouwen. De tempel bestaat uit drie terrassen en is inmiddels behoorlijk gerestaureerd. De beelden zijn bij de restauratie helaas niet meegenomen. Op het eerste terras staat niet veel meer maar op het tweede en derde terras staat nog genoeg, al zijn ze wat gehavend. In de diverse kamers zijn nog mooie en gekleurde schilderingen te zien.

Na de lunch gingen wij met twee motorboten de Nijl op, op weg naar bananeneiland om een kijkje te nemen in het leven van de bewoners langs de Nijl. De tocht over de Nijl was heerlijk, klein briesje en een strak blauwe hemel! Op het (schier) eiland werden wij leuk rondgeleid langs de huizen en de kunstenaars die er ook wonen. Er lopen hier trouwens ook wat kleine krokodillen los rond, dat vond ik best spannend. De bewoners hebben ze als huis- en/of waakdieren. In de meeste huizen gaan ze ’s avonds veilig in een kooitje, maar overdag hebben ze alle ruimte om lekker rond te wandelen. Bij één van de bewoners stond een fijne maaltijd klaar, de krokodillen gingen in hun hok en wij mochten aanschuiven. Lekker gegeten en gezellig gekletst en nog even rondgekeken in de leuke woning.

De avond was inmiddels gevallen en in het donker gingen wij in de verlichten motorboten het water weer op. Ineens werd de andere boot aangevaren door een boot met iets van soldaten of politie. De mannen waren zwaar bewapend en schreeuwde het één en ander tegen Mo en de kapiteins. Wat verstonden wij natuurlijk niet, angstig was het wel. Uiteindelijk werd er door Mo en de kapiteins geld betaald en mochten wij na nog een flinke beuk weer doorvaren. Volgens Mo had één van de kapiteins geen vaarbewijs en was daar het hele gedoe om te doen, het zal wel….. Met klotsende oksels weer aangekomen aan de oever, Mo zag ook nog steeds een beetje pipjes. In het hotel op vijf hoog veilig ons bedje weer ingekropen.

Maandag 29 september
Vandaag vroeg op voor een lange reisdag naar het zuiden van Egypte, Aswan. Het gas bij de chauffeurs zat er weer flink op, prima want onderweg was er niet zo veel te zien en te beleven. In de middag kwamen wij aan bij ons hotel; St George Ochide Hotel. Leuk hotel met fantastisch uitzicht op de rivier de Nijl. Aan het zwembad lekker vertoefd en ’s avonds in het restaurant gegeten.

Dinsdag 30 september
Prima geslapen en genoten van een simpel ontbijtje. En snel daarna op weg naar de tempel van Philae op een eiland in de Nijl. Met een feloeka voeren wij over de Nijl, langs reigers en al snel zagen wij de mooie, statige tempel liggen. Het is lekker rustig bij de tempel. Overigens is dit niet de originele plaats van de tempel, deze lag vroeger een stukje verder maar moest plaats maken voor de enorme dam van Aswan. De UNESCO heeft flink gebruik gemaakt van deze verplaatsing en heeft meteen de tempel flink gerestaureerd. De tempel is gewijd aan Isis en dateert uit de Derde eeuw voor Chr. Vanaf de tempel heb je overigens een mooi uitzicht op de aangelegde dam. Ik vind dit de mooiste tempel tot nu toe, het voelt er ondanks de grote best knus. Ook veel groen om de tempel heen met gezellig kwetterende vogels. Hadden ruim de tijd om de pilaren, de tempels en de bijgebouwen te bekijken.

Wij gingen verder op weg, over land overigens, naar de grote dam van Aswan. De dam is fors en afgebouwd in de jaren 70. Deze dam zorgt vooral voor de opwekking van elektriciteit. De oude dam werd neergezet om het water in de Nijl te reguleren. De dam heeft gezorgd voor gemengde gevoelens, er kwam veel landbouwgebied bij, maar het slib nam af waardoor de boeren genoodzaakt waren om gebruik te maken van kunstmest. Ook internationaal was er wel het één en ander aan de hand met deze dam.

In de middag weer lekker aan het zwembad gelegen en een beetje feestgevierd met Mo en de chauffeurs, de Ramadan is voorbij en er wordt meteen na wellust gegeten en gedronken. ’s Avonds weer in het hotel gegeten en daarna bijtijds naar bed. Morgen vroeg op voor het konvooi naar Abu Simbel.

Woensdag 1 oktober
Whoepsie, zoals eerder vermeld dus vroeg de wekker, half drie! Met slaperige koppies gingen wij de busjes in. Net buiten Aswans sloten wij ons aan bij het konvooi naar Abu Simbel. Een klein maandje voordat wij naar Egypte gingen was er op deze route een toeristenbus overvallen, dat willen ze nu graag voorkomen. In alle voertuigen ging een zwaarbewapende soldaat mee en de voertuigen reden echt bumper aan bumper en op volle snelheid ook nog. Hier en nu wil je toch geen klapband krijgen!  De reis duurde zo een drie en half uur en dit vooral slapend doorgebracht, onderweg was niet zoveel te zien. Het konvooi was lang en dat merkte ik eigenlijk pas bij aankomst bij Abu Simbel, wat een drukte! Ook deze tempel ligt overigens niet op zijn originele plek. In het verleden is deze verplaatst om plaats te maken voor de Nasserdam.
Aan de voorkant van de tempel zijn 4 enorme beelden van Ramses II, drie zijn er nog redelijk in tact, maar de vierde is van zijn stoel gestoten. Tussen de enorme beelden staan de kleinere beelden van zijn moeder en zijn vrouw Nefertari, zeer waarschijnlijk betreffen de andere kleine beelden zijn kinderen. In het midden loopt het pad de tempel in.

Naast de tempel van Ramses II ligt een wat kleinere tempel voor zijn vrouw Nefertari. Ook bij deze ingang, hetzij een stuk kleiner, zes beelden. Twee van Nefertari en uiteraard vier van Rames. Beide tempels ook van binnen gezocht, over de hoofden gelopen, maar genoten van de verhalen van Mo en de tempels zelf.
De tijd die je krijgt bij de tempels is wel erg afgebakend. In konvooi moet je namelijk ook weer met zijn allen terug naar Aswan. Weer drie en half uur scheurend terug. Het was al met al een hele trip, maar zeker de moeite waard en rijden in een konvooi heeft ook wel iets.
Aan het begin van de avond reden wij Aswan weer binnen, Mo had weer een vreselijk restaurant gevonden. ’s Avonds hadden mijn darmen daar al flink genoeg van en ook Chantal ging iets vaker dan normaal naar het toilet………

Donderdag 2 oktober
Eerst even een SMS naar broerlief voor zijn verjaardag en vervolgens een dagrugzak (met extra wc rol) gepakt voor de feloeka tocht, zo een zin in! Heerlijk zeilen op de Nijl! Paar diarreeremmers er in en klaar voor de afvaart. Over een smalle loopplank konden wij de feloeka op die plaats bood aan de hele groep. De zeilen werden gehesen en wij voeren de Nijl op. Het briesje was wat aan de stevige kant en helaas hield de kapitein het na een kleine 400 meter al voor gezien, nou ja, wat een domper! Er was nog niets aan het handje geweest, geen water geschept, geen gescheurde zeilen of gijpen maar toch hield hij het voor gezien.

De feloeka werd naast de feloeka van zijn maatje aangelegd, de smalle loopplank werd uitgegooid en wij moesten ons maar vermaken op de feloeka of de smalle strook waar de boot was aangelegd. Gelukkig had ik een dik boek mee en kon ik lekker bijschrijven in mijn reisverslag. Chantal voelde zich ondertussen een stuk ongelukkiger. Ze was al niet zo een held op de smalle plank en nu moest ze er ook nog regelmatig af om een natuurlijk toiletje op te zoeken. Omdat Mo ook wel merkte dat wij er met zijn allen een beetje van baalde dat dit al het einde van de toch was, probeerde hij er met zang en dans toch nog wat van te maken. Probleem was alleen wel weer dat je verplicht werd om mee te doen, zo niet mijn ding……. Ik heb geprobeerd om mij koest te houden op de boot en lekker verder te lezen in mijn spannende boek, mislukt! Met zijn allen moesten wij in canon één of andere Manderin song zingen. De kapiteins bereiden ondertussen de maaltijd voor, Chantal en ik heb bedankt, het zag er niet zo lekker uit en wij vonden het verstandiger om ons bij onze droge koekjes te houden. Ik denk dat onze darmen het daarmee roerend eens waren.
Al vroeg had iedereen zijn bedje gespreid op de feloeka, het was een groot familiebed geworden waardoor je aan je slaapzak alleen genoeg had. Onder het kabbelen van het water viel ik in slaap.


Vrijdag 3 oktober

Heerlijk geslapen en zo wel Chantal als ik hebben niet meer over het loopplankje te hoeven stuntelen. Waren allemaal wel vroeg wakker, het ontbijt werd geregeld en dat durfde wij inmiddels wel weer aan.  Op de terugweg meerden wij aan bij aan de oever van de Nijl en  brachten wij een bezoek aan de Kom Ombo tempel, gewijd aan de krokodillen god Sobek en de god Horus met zijn valkenkop. De tempel dateert uit de Grieks-Romeinse tijd en is gebouwd op andere belangrijke oude gebouwen. Om beide goden tevreden te houden, werd de tempel in perfecte symmetrie gebouwd, daar zie je nu helaas niet zoveel meer van. De tempel is een beetje in verval geraakt. In de tempel staat het kapelletje van Hator en hier vind je drie gemummificeerde krokodillen, interessant!  Eerlijk gezegd waren wij inmiddels wel een beetje “tempelmoe” en zowel Chantal als ik waren dan ook snel door de tempel heen. Mo vond het ook allemaal wel best en vertelde ook niet zoveel meer.

Wij voeren weer verder met de feloeka tot waar de busjes op ons stonden te wachten. Onze grote bagage was ingeladen en wij gingen op weg terug naar Luxor.
Onderweg nog een laatste snelle stop bij de Edfu tempel. De tempel is eveneens gewijd aan de god Horus en is nog in zeer goede staat. Zeer waarschijnlijk komt dat omdat de tempel jaren lang bedolven is geweest onder een goede laag zand en pas in de afgelopen eeuw werd ontdekt door een paar Fransen. In het achterste kapelletje van de tempel staat een processieboot tentoongesteld, het pronkstuk van deze tempel.

Bij aankomst in Luxor zette de busjes ons af bij het treinstation, wij namen afscheid van onze chauffeurs die ons twee weken lang behendig en veilig door Egypte hadden gemanoeuvreerd.  Chantal en ik kregen van Mo de keuze om in plaats van stoelen twee bedjes in de nachttrein te nemen. Dat betekende wel dat wij niet bij de groep zouden zitten en slapen. Dat vonden wij toch wat ongezellig en wij stonden onze bedjes af aan twee andere groepsgenoten. Wat Mo even vergeten was te vertellen, is dat wij halverwege de nacht moesten verhuizen naar een andere coupe. Hmmm, balen! De stoelen waren ruim en zacht maar konden niet echt in een lekkere ligstand. Uiteindelijk lekker in slaap gedoezeld en even snel weer ruw wakker gemaakt door de passagiers die op onze plekken moesten zitten. Helaas lukt het Mo niet om de kaartjes te wisselen. Met de helft van de groep pakten wij ons boeltje bij elkaar en vertrokken wij naar de andere coupe met hardere stoelen en minder beenruimte, oef…… Het laatste stukje van de nachttrein niet meer geslapen, de zon op zien komen en nog wat gelezen.  
In Caïro aangekomen moesten wij nog even door, de spullen werden opgeslagen in een hotel waar wij met zijn allen één kamer ter beschikking hadden om ons op te frissen en om te kleden voor de vlucht later op de dag. Hadden nog ruim de tijd om op zoek te gaan naar een leuke souvenir. Ik vond een mooi zwart, stenen beeld van Nefertiti, superblij mee!

Met de KLM vlogen wij weer terug naar ons inmiddels koude kikkerland, maar niet voordat wij een laatste blik hadden geworpen op het vooral mooi historische land Egypte! Ik vind het leuk dat ik heb mogen genieten van de oudheid en de enorme bouwwerken, de vriendelijkheid en het gevoel van veiligheid lieten het een beetje afweten. De kans dat ik hier ooit nog een keer terugga acht ik klein, hoewel je schijnt er enorm mooi te kunnen duiken en snorkelen……..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *