Zondag 18 augustus
Joehoe, een lange reisdag voor de boeg en een grensovergang naar het lang verwachte Kirgizië, zin in! In het hotel snel ons ontbijtje naar binnen gewerkt en hop in luxe taxi’s naar onze laatste stop in Oezbekistan én de laatste kans om onze Oezbeekse Soms uit te geven. Bij Yodgorlik factory, een zijdefabriek, stapten wij uit. Het is zondag dus er was niet heel veel activiteit, er was wel een goed Engels sprekende dame aanwezig en die wist heul veul te vertellen, af en toe aangevuld door de niet verstaanbare maar overenthousiaste eigenaar. Wij kregen het hele proces te zien, vanaf het “ontwinden” tot en met het weven en kleuren van de doeken. Er wordt ook in batik geverfd, als je weet hoe je moet knopen, komen daar hele leuke patronen uit. De doeken worden met natuurlijke materialen gekleurd en wij mochten met de groep ook één doek maken. Leuk om te doen! Inmiddels was ik zelf ook een beetje gekleurd, met mijn kanarie gele short was ik tegen de ontwindketel aan gaan staan en die geeft lekker zwart af, balen! Even een broekwissel en hup door naar de winkel met leuke sjaaltjes en doeken. De zijde gevallen zijn niet echt mijn ding, in een hoekje vond ik katoenen, machine geweven dat wel, sjaaltjes. Twee voor USD 5, koopje! Ik was mijn sjaal vergeten en vond bij toeval twee leuke exemplaren. Met mijn Soms ging het niet meer lukken, gelukkig nog wel genoeg dollars. Nadat iedereen was uitgeshopt, gingen wij weer verder op weg naar de Oezbeekse/Kirgizische grens.
Het landschap werd al wat ruiger en bergachtiger. Rond het middag uur stonden wij bij de Oezbeekse grens. Ook hier mochten wij als toeristen weer voor en dat terwijl veel handelsvrouwtjes met hun waar al even stonden te wachten bij de grens. Zij waren dan ook not-amused en ik voelde mij er ook niet prettig bij, maar ja zo werkt het hier nu eenmaal. Eerst weer even een stempel voor vertrek uit Oezbekistan en natuurlijk ook even een check of deze wel goed staat. Met de tas sjouwend door een stukje niemandsland en met een supersnelle stempel aan het eind liepen wij Kirgizië binnen.
Een stukje verder stond onze nieuwe gids, Sergei, al te zwaaien met een blaadje van Sawadee. Snel even geld wisselen en met zijn allen in twee busjes voor de start van de tour door Kirgizië. Het is vanaf de grens maar een klein stukje naar Osh. Sergei wist een leuke lunchtent, maar die was uitgerekend vandaag dicht. Na wat omwentelingen door de stad vond hij wat anders leuks, Tsarskii Dvor. Een restaurant met grote banken en zware tafels. Wij kregen de keuze uit een paar soepen en er werd wat salade met brood geregeld. Ik ging voor de Tom Ka soep met kip en die was heerlijk!
Met de bussen gingen wij verder op weg naar ons hotel. Wij waren lekker aan het kletsen toen ineens de bus aan de zijkant werd geraakt, er hard werd geremd en een gigantische harde klap volgde. Een auto had ons op volle snelheid aan de rechterkant nog even snel willen inhalen, maar zag daarbij de geparkeerde bus over het hoofd. De witte auto zat goed in elkaar, volgens de reisgenoten in de andere bus stapten de inzittende gelukkig vrij relaxte uit. Gelukkig geen persoonlijk letsel dus, hoewel de witte auto wel total loss lijkt te zijn. Wij moesten in de bus blijven terwijl de chauffeur de schade ging opnemen. Obbo kwam vanuit de andere bus even checken of wij oké waren. De tik die wij hadden gehad viel gelukkig mee en iedereen was ongedeerd. De andere bus parkeerde schuin voor onze bus zodat wij op de drukke weg veilig over konden stappen in de andere bus en onze chauffeur alles verder af kon handelen. De bagage was inmiddels ook al overgeladen. Met zijn allen gezellig en veilig in één busje gepropt reden wij verder naar ons hotel. Snel even inchecken bij het Sunrise Hotel, tassen in de kamer, stevige schoenen aan en door naar Suleimans too, een berg met vijf toppen midden in de stad.
Moslim pelgrims komen al eeuwen naar deze plek toe en men zegt dat je de too vijf keer in je leven beklommen moet hebben. Er is in het eerste stuk een museum in een grot met een beknopte geschiedenis over hoe mensen (voornamelijk Moslims) begraven worden, niet in de grond maar er bovenop. Er stond ook nog een ouderwets wiegje met een plastuitje. De baby’s werden zo vastgezet in het wiegje dat als ze moesten plassen dit direct in het plastuitje liep, ze maakten geen gebruik van luiers.
Vanuit het museum ga je in de grot zelf eerst weer een deel met een behoorlijk steile trap omhoog. Buiten kun je weer verder met de trap die is uitgehakt in de berg. De begraafplaats die deels op de berg ligt, heeft nog niet zo lang geleden in brand gestaan, de stenen en het gras waren nog helemaal zwartgeblakerd. De trap is wat onregelmatig, dus het was goed opletten en stoppen voor de foto’s. Het was met de warmte ook nog een beste klim. Bij een sleuf in een grote rots gleden kleine kinderen naar beneden, als ze dit zeven keer achter elkaar doen, worden ze beschermd tegen ziektes en het kwaad. Wij liepen weer verder naar de top waar een klein huisje/kapelletje staat. Het originele huisje werd gebouwd door Babur op 14 jarige leeftijd, hij hield hier zijn gebedsmomentjes. Het gebedshuisje werd voor het eerst gebouwd in 1497 en daarna nog enkele malen herbouwd, deze laatste versie dateert van 1989. Sergei legde ons uit dat de jongere generatie waarschijnlijk niet eens meer weet/meekrijgt hoe de eerste versie eruit zag. Dat schoot een meeluisterende oudere inwoner in het verkeerde keelgat en die begon Sergei even stevig in het Engels te corrigeren. De oudere man werd echt boos. Een stukje verder sprak de man Sergei nog even flink toe en sloot af met een forse stomp in zijn maag. De man liep met zijn arm om Sergei heen weer terug naar ons en vertelde dat zij het hadden uitgepraat en de beste vrienden waren, aan Sergei zijn gezicht te zien was hij het daar niet helemaal mee eens.
Wij daalden via de andere kant van de berg weer af naar beneden, nog steeds goed opletten want ook hier zijn de treden onregelmatig en soms zelfs ook behoorlijk glad.
Beneden aangekomen werden wij door Obbo en Sergei de stad in gestuurd op zoek naar een leuk eettentje. Met bijna de hele groep belande wij bij een restaurantje aan de rand van het park. Leuke zitjes, live muziek en een grill. Ik had wel trek in een sjasliek! Het menu was alleen in het Kirgizisch, met handen, voeten en aanwijzen van plaatjes kwamen wij er prima uit. De sjasliek, pizza en salade. Het was er best druk, desondanks hadden wij ons eten snel. De sjasliek was erg lekker, de salade ook prima. Van Lidewij een stukje pizza geproefd, die was wat flauwtjes, de olijven waren wel lekker. Al vrij snel kwam de serveerster mijn langwerpige bord al weer ophalen en niet veel later wilde zij het nog gevulde pizza bord ook meenemen. Ze zitten wat krap in hun servies en dat met al die Hollanders die ineens aan de pizza en sjasliek gaan. De rekening viel heel erg mee, voor nog geen 6 euro prima gegeten. Helaas de naam van het restaurant niet kunnen ontcijferen.
Met een taxi wilden wij met zijn vieren terug naar het hotel. De taxi’s lijken erg klein en dus gingen wij twee om twee. De twee andere dames hadden al snel een taxi gevonden, ik had er uiteindelijk ook snel één te pakken. Lidewij liet het kaartje van het hotel zien, maar het zei de taxichauffeur niets. Gelukkig was hij zo slim om het hotel te bellen en wij konden bijna op weg. De taxi chauffeur van de andere dames wist de weg niet en kieperde hen weer naar buiten, van onze taxichauffeur mochten ze mee en met zijn vieren in de taxi gepropt gingen wij op weg naar ons hotel. Een kleine tien minuten later en een schamele 100 Som armer stonden wij voor ons hotel.
Maandag 19 augustus
Wow, weer een superuitgebreid ontbijt en wederom prima bedjes en kamers. Eerlijk gezegd vind ik de reis tot nu toe helemaal niet zo basic. Je merkt ook wel, dat met name in Oezbekistan en Kirgizië, het toerisme erg in opkomst is en ze graag willen dat alles pikobello op orde is en de saaie sovjetstijl zo veel mogelijk gezellig wordt.
Met de twee bussen gingen wij op pad. Bij Uzgen staat een oude minaret en mausoleum die wij gingen bekijken. Uiteindelijk hadden wij twee keuzes, of mee naar de markt om inkopen te doen voor de picknick of de rondleiding bij het mausoleum en de minaret. Lidewij en ik gingen voor de rondleiding. Samen met Sergei betraden wij het mausoleum, het zijn er drie aan elkaar. Het mausoleum wordt nog steeds gerestaureerd en wordt door flinke stalen palen en een lelijk golfplaten dak bij elkaar gehouden. Het mausoleum is niet in één keer gebouwd, er is steeds een deel aangebouwd. Bij het complex hoort ook nog een Madressa, maar die is nog niet heropgebouwd. Het mausoleum in grote lijnen dus wel. Binnen liet Sergei zien waaraan je kon zien wat oud is en wat nieuw. Je ziet het voornamelijk aan de stenen en het gebruikte cement, het cement van vroeger is veel steviger, dat van nu brokkelt veel meer. Aan de stenen zelf was het wat lastiger te zien. In Kirgizië ook veel minder tegeltjeswerk, hier wordt er mozaïek aangebracht door de stenen in reliëf en andere lijnen neer te leggen.
De minaret was inmiddels ook van slot gehaald en wij mochten in het pikkedonker over de grote en ongelijke traptreden naar boven. Een pittig klusje maar het is het uitzicht wel waard. Voorzichtig aan weer in het aarde donker naar beneden. De groep van de markt was ook teruggekeerd en met zijn allen gingen wij op weg naar Kazarman. De weg vervolgde zich door het Kirgizische deel van de Fergana vallei, over het algemeen een goed geasfalteerde weg. De omgeving werd steeds ruigere en mooier. Op een leuk plekje in het bos werden de bussen geparkeerd en dekte wij de “tafel” voor een gezellige picknick. Brood, worst, kaas, vis en chocoladepasta. Qua beleg ontbrak het ons aan niets. Ook de bijgerechten als tomaat, komkommer, druiven en perziken waren prima geregeld. Onze buikjes waren weer rond en wij hezen ons de bus in voor de rit door het ruige landschap.
In de middle of nowhere stopte de busjes en konden wij uitstappen en voor de bus uitlopen, een goed idee voor een benenstrekmoment. De omgeving is prachtig en wat is de lucht hier heerlijk fris! Inmiddels reden wij overigens over een niet verharde weg die alleen in het seizoen (laat voorjaar/zomer) open is, daarna wordt de weg te onvoorspelbaar door de regen en de sneeuwval. Af en toe passeerden wij met de busjes nog een dorpje, hier was dan weer even asfalt aangelegd, wat vervolgens aan het eind van het dorpje weer over ging in een onverharde weg. Veel boeren / nomaden zijn met hun kuddes op weg en zo af en toe moesten wij er met de bus doorheen of ze kruislings laten passeren.
Een behoorlijk stuk verder de bergen in en na het laatste dorp op onze route van vandaag mochten wij de benen weer even strekken. Hier kwamen wij de eerste echte (kleinere) yurts tegen. Meestal met een klein groepje koeien, paarden en schapen. De mensen zijn hier soms wat schuchter en rennen meteen hun yurt in en soms zijn ze super nieuwsgierig en willen ze vooral weten waar wij vandaan komen. Een kwartiertje lopen verder werden wij weer opgepikt door de busjes.
Het weer werd wat minder mooi en in de verte hoorden wij het af en toe al rommelen. De lucht betrok goed en het beetje regen ging om in veel regen, gevolgd door hagel en sneeuw. Op het hoogste punt van deze trip, Kaldama-Ashul op 3.062 meter was het weer echt slecht en de temperatuur flink gedaald. Natuurlijk wel even de bus uitgesprongen en foto’s genomen van het beperkte winterse uitzicht, brrrr.
Snel de bus weer in en al slingerend ging de weg naar beneden naar Kazarman. Het weer klaarde weer helemaal op en beneden in het dal konden wij onze benen weer even strekken. Wat een omgeving! Hoge bergen met diepe groeven, gezellige bloemetjes en weer een paar yurts.
Tegen de avond kwamen wij bij onze home stay in Kazarman. Wij werden verdeeld over twee huizen. Lidewij en ik sliepen in het grote huis in een twee persoonskamer. Beneden stond een enorm aangeklede dinnertafel klaar. Koolsoep vooraf en als hoofdgerecht een plov. Op tafel salades en een auberginehapje met tomaat. De dochters liepen af en aan en verzorgden ons prima, terwijl moeders de keuken runde. Het was best een lange, pittige maar vooral mooie reisdag geweest. Even over half tien doken wij als laatste ons kamertje in.
Dinsdag 20 augustus
Oei, het was een onverwachts koud nachtje, gelukkig lag mijn fleece vest naast mijn bed en had ik het al snel weer wat warmer. Kennelijk daardoor weer lekker liggen woelen, want ik moest een paar keer achter mijn dekmatras aan. Het matras zelf heeft een plastic laag, dus mijn dekmatras lag lekker te schuiven en gleed steeds verder weg in de gleuf tussen het bed en de muur, met mij er achteraan.
Lekker vroeg echt wakker en wij moeten met zijn tienen één douche delen, dus zodra die leeg was snel naar binnen, plasje, wasje en door voor de volgende wachtende. De ontbijttafel was weer overladen en de omeletjes werden al snel geserveerd. Jammie met fijn gesneden groente er in. Stipt acht uur waren de bussen ingeladen en begonnen wij aan de mooie rit naar het Son Köl meer. Een lange reisdag maar wel met veel ruimte voor hopelijk weer mooie wandelstops. De weg was weer overgegaan in een karrespoor en na twee uur hobbelen konden wij de bus uit voor een benenstrekmomentje. Uiteraard op een fantastische plek en een heerlijk zonnetje. In de verte de besneeuwde bergtoppen en voor ons mooie groene bergen en groene weiden, aangevuld met hier en daar een vrolijk gekleurd bloemetje. De snelle lopers waren tot in het dorp gekomen, ik werd er net voor opgepikt. Het dorpje heeft een mooi gebruik, als er een jongetje wordt geboren wordt er naast het huis een populier gepland. Als de zoon oud genoeg is om te trouwen en het huis uit te gaan is er in ieder geval hout om het huis te bouwen en soms zelfs ook om in te richten.
Onze volgende stop was een uitkijkpunt bij een schurfterige ezel en een gezellige yurt. Lidewij had (letterlijk) enorme sjans van de ezel, hij vond het gekriebel achter zijn oren wel heel erg lekker…..
Op 2.800 meter hoogte reden wij verder totdat Obbo en Sergei een mooie picknick plek hadden gevonden. Een enorme weide omgeven door besneeuwde bergtoppen. De plaids, broodjes, beleg en fruit werden neergelegd en wij konden weer neerknielen voor een zelfgeknutselde lunch. Dit keer ging ik voor de vis in tomatensaus. Alles wat vervolgens overbleef hebben wij naar de yurt gebracht. Met het beleg en het fruit waren ze erg blij, het brood mocht naar de dieren want dat hadden ze net zelf vers gebakken. Wij vervolgde onze weg, het landschap werd echt prachtig, bergen met diepe dalen, verschillende kleuren en zo af en toe een goed besneeuwde bergtop. De weg slingerde behoorlijk en gelukkig reed de chauffeur bekwaam en rustig, met 20-30 kilometer per uur tufte wij rustig door het mooie landschap. De lucht begon te betrekken en wij konden nog net één keer de benen strekken, wederom in een mooie omgeving!
Nog even de Moldo-Ahuu pas, gelegen op 3.346 meter, over en daar ligt het Son Köl meer. In de miezerregen en beste kou kwamen wij aan bij het yurtenkamp van Ak-Sai Travel. Er staan zo een 40 yurts in een halve maan bij elkaar. WIj hadden een aantal twee persoonsyurts en twee drie persoonsyurts. Lidewij en ik kropen met groepsgenoot nummer drie in een driepersoonsyurt. Lekker ruim en de WC en douchecabines staan vlak achter onze yurt, fijn voor de vroege ochtend toiletstop. In dineryurt One kregen wij een heerlijke warme kop thee, die ging er wel even in. Op tafel stonden grote mandjes met snoepjes en koekjes. Ook lange patatachtige spaghetti uit de frituur, lekker dopen in de ketchup, mjam! Na een half uurtje moesten wij ons verplaatsen naar dineryurt Two voor ons avondeten. Een koolsoep vooraf en daarna een onvervalste plov met mals vlees. Na een uurtje moesten wij de yurt weer uit, want een groep Spanjaarden had hem gehuurd voor een bescheiden feestje.
Buiten was het inmiddels nog verder afgekoeld en wij gingen onze eigen yurts in. Niet veel later zat een groot deel van de groep in onze yurt gezellig te kletsen en deelde één van de reisgenoten wat van zijn Russische cognac uit. Oef, dat is lekker warm! Na een half uurtje hield iedereen het voor gezien en kropen wij, met ons kacheltje gezellig knisperend aan, onder de dikke berg met dekens.
Woensdag 21 augustus
Wat een stilte vannacht, wel wat frisjes en op sommige momenten zelfs koud. Twee van mijn dekens gleden iets te vaak van mijn slaapzak af en daar kon ik dan weer achteraan, zonder uit bed te kukelen of iets met poten mijn bed mee op te nemen.
Konden vandaag een beetje uitslapen, om half 9 konden wij aanschuiven bij het ontbijt. Lekker een warme havermoutpap en wat brood met kaas en ham. Met een goed gevulde maag een wandeling naar het meer gemaakt en er een stuk langsgelopen. Frisjes, zonnig, stilte, kuddes, bergen, sneeuwtoppen, kortom een fantastische ochtendwandeling! Er ligt op sommige plekken helaas wel veel troep. Zo zonde dat mensen niet even de moeite nemen om de eigen gemaakte rommel weer op te ruimen. Wat eenzame plastic flesjes meegenomen naar ons kamp en daar weggegooid, hopelijk gaan mensen hierop wat meer aangesproken worden voordat het echt één grote vuilnisbelt is of de dieren zich aan de troep verwonden.
Terug in ons kamp genoten van de zon, een kop thee en maar weer eens wat bijgeschreven in mijn reisdagboek, de indrukken zijn zo groots! Niet eens alles valt op papier uit te drukken. Rond het middag uur stond de lunch klaar in dineryurt Two. Een champignonsoep en aardappelen met vlees, erg lekker en een goed vullende maaltijd voor de wandeling van vanmiddag.
Sergei nam ons mee naar een kleine berg tegenover ons yurtenkamp. Vanaf de top zou je een prachtig uitzicht hebben over het Sol Köl meer. Hij raadde ons, ondanks het lekkere zonnetje, toch aan om ons vooral warm te kleden en een extra vestje mee te nemen voor op de top. Met veel laagjes over elkaar, begon ik aan de tocht. Al snel kwam ik er achter dat ik toch iets te veel aan had, gelukkig was mijn rugzak redelijk leeg en kon ik mijzelf af gaan pellen. Voordat wij aan de klim begonnen had ik zo een beetje alles al uit. Halverwege de klim had je al een mooi uitzicht over een groot gedeelte van het meer. Hier staat ook een steen met petroglieven. Volgens Sergei zijn ze behoorlijk oud omdat de getekende dieren (waarschijnlijk steenbokken) nog maar weinig echte vormen hadden.
Puffend liep ik het laatste stukje van de berg op en ja, het is het allemaal waard! Wat een uitzicht! Hier een flink tijdje heerlijk gezeten en geluisterd naar de verhalen van Sergei over een rijke jongedame, een schaapsherder die rijk werd en een liefde die toch niet doorging. Natuurlijk kwam de inmiddels bekende Timur ook nog even voorbij. Na alle anekdotes en verhalen was het toch weer tijd om aan de afdeling te beginnen en uiteraard was ik sneller beneden dan dat ik boven was.
Bij het kamp eerst een kopje thee in de zon en daarna maar weer eens een doucheje gepakt, het is al weer even geleden. In het douchehokje was het moordend heet, de zon scheen er vol op. Het water was echter ijsblokjes koud, brrrr. Toch maar de moed bij elkaar geraapt en mijn haar gewassen en een handwasje gedaan. Als je dan weer klaar bent, is het toch wel weer lekker verfrissend. In de zon verder opgewarmd, hoewel de zon wel steeds vaker achter de wolken verdween en de eerste laagjes kleding weer nodig waren. Net voordat het echt koud werd, mochten wij aanschuiven bij het diner. een goed gevulde soep en spaghetti met vlees en heel veel paprika. Het vlees eruit gevist en wat kale spaghetti zonder saus gegeten, de paprika is toch niet echt mijn ding.
Vandaag mocht wij langer in de yurt blijven, nog even wat spelletjes gespeeld en gekletst. Al snel dook iedereen uiteindelijk toch nog redelijk bijtijds zijn eigen yurt in. Enkele reisgenoten kwamen nog even bij ons buurten, totdat het kachelmannetje kwam, die stookte de kachel zo hoog op dat ze al snel verdwenen uit onze bloedhete yurt. De warmte zakte niet snel en zelfs ik lag te zweten in mijn slaapzak onder twee dekens. Lidewij deed nog een poging om het koeler te maken door met de deur te wapperen, maar helaas had dat weinig zin. De warmte zorgde er wel voor dat ik snel in slaap viel……….
Donderdag 22 augustus
Door de warmte in de yurt toch iets minder goed geslapen dan de nacht ervoor. Mijn dekens had ik nu wel zo vastgestopt dat deze niet meer van mijn bed af konden glijden! ’s morgens is het kacheltje nog wel bijgevuld, maar gelukkig niet zo opgestookt als de avond ervoor, het was lekker aangenaam in onze yurt. Als ontbijt ging ik weer voor de warme havermoutpap. Shittie, vandaag gaan wij deze mooie plek ook al weer verlaten, nog even een laatste blik op het Sol Köl meer en de omgeving……
De tassen dezelfde bussen weer in, de chauffeurs houden van enige structuur, en hop langs het mooie meer, de yurts en de kuddes op naar Tash Rabat. De omgeving veranderde van wijde vlaktes naar bergen met naaldbomen. De eeuwige sneeuw bleef op de achtergrond zichtbaar. Een bijzondere stop was een grote begraafplaats naast een klein dorp. Oude Moslim graven met koepels en minarettes en de meer Russische graven met zwart-wit, meestal geëtste, afbeeldingen van de overledene. De mensen worden hier gemiddeld niet erg oud, de leeftijd ligt tussen de 65 en 70 jaar. In het nabijgelegen stadje Narijn stopte wij voor wat tussendoortjes en benodigdheden voor onze picknick. Bij een gezellig koffietentje dankbaar gebruik gemaakt van een superschoon Europees toiletje. In Narijn nog veel oude Sovjet invloeden in de vorm van “lelijke” en “statige” flatgebouwen. Een stukje buiten Narijn bij een standbeeld van een paard vonden wij een leuk plekje voor de picknick. Vanaf daar een prachtig uitzicht op de bergen met de besneeuwde toppen die Kirgizië van China scheiden. Alles bij elkaar is het nog een dikke 50 kilometer rijden, door alleen die bergketen lijkt het veel dichterbij!
Vlak voor ons yurtenkamp in Tash Rabat werden wij de bus uitgezet om de laatste anderhalve kilometer te lopen door de groene omgeving. De zon scheen lekker en de temperatuur was zeer aangenaam. Het yurtenkamp is veel kleiner dan bij Son Köl en wij werden enthousiast onthaald door de eigenaar Youri. Voor ieder “koppel” was er een eigen ruime tent, gezamenlijke dinertent en drie toiletgebouwtjes. Één voor de mannen, en twee voor de vrouwen, een hurktoilet boven een gat in de grond en een poepdoos boven een gat in de grond. Een douche is er niet, deze is “vervangen” door een banja, een soort Russische sauna met een afterdip in de koude rivier die achter ons yurtenkamp langsstroomt. Snel even installeren in onze yurts en een warm vest mee voor een bezoek aan de karavansarai, annex paleis, annex klooster van Tash Rabat.
Het gebouw is mooi en oud en staat aan het eind van de weg en het begin van de kloof die wij morgenochtend gaan bewandelen. Met de bussen reden wij naar het gebouw toe. Het was er niet druk en Sergei had alle tijd om veel uit te leggen. Binnen is het best frisjes en spookachtig. Smalle kruip-en-sluip door gangetjes en duiven die plots uit hun nest op fladderen. Sergei vertelde en liet ons zien waarom het niet duidelijk is wat de functie van het gebouw was. Voor een karavansarai verwacht je een grote open ruimte, die was er niet. Wel waren er allemaal kleine kamertjes voor de overnachting van de handelaren. Of waren dit de kamertjes voor de concubines van de keizer? Er was namelijk ook iets wat leek op een plek voor een troon, tevens is er een kerker met een enorme steen met een gat voor voedsel. Iets wat weer duidt op een paleis. Echter er zijn ook aanwijzingen dat er hier een klooster is geweest. Volgens Sergei heeft het gebouw waarschijnlijk alle drie de functies gehad, te beginnen met de karavansarai, daarna een paleis en vervolgens een klooster. Wij mochten nog even rondlopen voor het maken van foto’s in het spookachtige, frisse gebouw. Snel klaar mee, hup de warme zon weer in en het gebouw van buiten nog even op de foto gezet.
Voor de terugweg waren er twee opties, of wandelen of met de bus mee. Wij kozen voor de bus, de meeste overigens voor de wandeling. Met max 20 kilometer per uur hobbelde wij terug naar ons kamp, onderweg vooral marmotten gespot. Ondanks hun wat logge lijf zijn ze best snel en moesten wij nog sneller zijn om ze op de gevoelige plaat vast te leggen. De chauffeur deed ook gezellig mee met marmottenspotten, erg leuk! Bij het kamp aangekomen genoten van een kop kruiden thee en gewacht op de rest van de groep, die arriveerden al snel. Youri en zijn vrouw annex kok zorgden ondertussen voor het eten. In de dinertent verzamelde wij ons voor een goed gevulde soep en een onvervalste plov. ’s Avonds een potje Rummikub gespeeld en genoten van een prachtige sterrenhemel. Vanaf hier kun je de Melkweg zien. Jammer genoeg niet de juiste stand op mijn camera kunnen vinden, wel supergenoten van dit bijzondere verschijnsel. Na een vodka traktatie van gastheer Youri, hij was jarig, zochten wij ons verwarmde yurtje op en doken in bed met een berg dekens.
Vrijdag 23 augustus
De avond / slaap begon gisteravond heerlijk rustig, genoten van de stilte en de rivier die rustig voortkabbelde. Later in de nacht gingen de honden van het kamp ineens behoorlijk te keer. Was de één klaar met blaffen, begon de volgende. Op een gegeven moment was Lidewij er klaar mee, ze gooide de deur open en de boosdoener ging klaarliggen voor een gezellige aai over zijn buik. Nou mooi niet dus, Lidewij gaf de hond een standje en het beestje leek het even te snappen. Het was enkele ogenblikken stil. Uiteindelijk wel weer in slaap gevallen. In Tash Rabat is het qua temperatuur wat aangenamer, de kachel in onze yurt werd daarom ook niet aangestoken en de nacht was aangenaam.
’s Morgens een beetje opgefrist bij de wasbak buiten en aangeschoven bij het ontbijt, een spiegelei waar je zo lekker je brood in kunt dopen, mjam! Het ontbijt was uitgebreid met brood, kaas, ham, jam en pannenkoeken.
Vanmorgen dus de wandeltocht de vallei in. Met de busjes werden wij afgezet bij de karavansarai en vanaf daar liepen wij de kloof in.
Een mooie groene kloof met grazende kuddes en een rivier die zich er doorheen kronkelde. Wij hadden afgesproken om anderhalf uur heen en dan weer terug te lopen. Op die manier kon iedereen zijn eigen tempo aanhouden. De route was vrij vlak, verschil tussen de heen en terugweg qua tijd zou er dus ook niet zijn.
Aan het begin van de kloof stonden een aantal Kirgiziërs paarden te beladen met huisraad en losse planken. Niet veel verder en precies in de rivieroversteek haalde de mannen met de belaadde paarden ons weer in. Schrok mij een hoedje, stond een beetje te bekijken hoe dat allemaal in zijn werk ging terwijl er echt vlak achter mij een zwaar beladen paard passeerde, stond ik daar wel even te wiebelen op mijn steen in de rivier. Het volgende “obstakel” was een kudde yaks, op afstand, leuke langharige beesten, maar ze kunnen als je dichterbij komt onverwachts agressief reageren. Wij moesten wel door de kudde heen. Sergei verzamelde ons en met de hele groep liepen wij door de kudde heen, brrrr. Vond het gesnuif van de grote logge beesten best even spannend. Zonder verdere obstakels vervolgde wij ons pad, hoewel…. Ik stond bij een stap even te bedenken of een yakvlaai droog genoeg was om er in te stappen toen ik met mijn andere been bleef hangen achter een stuk steen. Wappes, daar lag ik, plat op mijn bakkessie! Beetje gras, beetje gruis en helaas ook een groot stuk steen waar ik precies met mijn heup op landde, auw! Ik moest echt even bijkomen van mijn smakkerd en ondertussen controleerde ik of alles nog vast zat en ik niets gebroken had, daar leek het gelukkig niet op. Wel een paar goede schaafwonden en een heup die pijnlijk rood/blauw/paars met een randje geel begon te worden. De wat diepere schaafwond op mijn hand schoongespoeld, lekker wat prikkende jodium er op, afplakken met een grote pleister en ik kon weer verder, zal morgen wel lekker stijf zijn.
Het was verder een fijne wandelroute met af en toe een oversteek over een best wel snelstromende rivier. Met stokken, handen en voeten hielpen wij elkaar telkens naar de overkant. Op een paar natte voeten na, werkte dit systeem perfect. Na ongeveer anderhalf uur laste wij een pauze in en begonnen wij weer aan de terugweg. De snellere lopers hadden zich inmiddels ook bij ons gevoegd en met zijn allen liepen wij dezelfde weg terug, wederom alleen een paar natte voetjes. Beneden weer in één groep langs de immer grazende yaks en op naar de busjes.
De lucht achter ons werd dreigend donker, hopelijk blijft het droog en kunnen wij vanmiddag nog een kleine wandeling maken.
In de dineryurt kregen wij weer een prima lunch, soep en een kippenbout. Die van ons was helaas nog iets te rosé en konden wij hem beter laten liggen, ach wie weet komen wij hem vanavond in de soep weer tegen. Het weer was intussen wel wat veranderd. De regen kletterde op de yurt. Wij hoopten op een kort maar krachtig buitje, maar toen Sergei buiten polshoogte ging nemen en met een somber gezicht terug kwam, wisten wij genoeg. Het komende half uur gaat er minstens nog één grote bui vallen. Geduldig wachtten wij in de yurt af. Na opnieuw een kleine bui en een half uurtje later stak Sergei zijn neus weer even buiten de yurt. Droog zou het niet blijven, een kleine bui hing nog in de lucht maar hij gaf ons groen licht om in de omgeving te gaan wandelen. Wel drukte hij iedereen op het hart om niet te veel risico te nemen en het weer toch vooral goed in de gaten te houden. Lidewij en ik hadden weinig zin om een nat pak te halen en besloten om te blijven relaxen in het yurtenkamp. Youri deed, net als de vorige dag, weer flink zijn best om ons de banja in te krijgen, hij zou hiervoor zelfs zijn nieuwe zwembroek aan trekken. Beetje zonde van al zijn pogingen, echt hartelijk om gelachen, maar Lidewij houdt niet van de sauna omdat het zo heet is en ik hou er niet van om in andermans zweet te glibberen. Lezend en schrijvend brachten wij de middag door terwijl andere terug kwamen van de korte wandeling of een uurtje sauna en een korte dompeling in de rivier.
In de namiddag trok het wolkendek weer helemaal open en konden wij in de zon nog even lekker genieten. Rond zeven uur werd het eten geserveerd, ja hoor, kippensoep! Lekker en goed gevuld. Het hoofdgerecht was een stoofpot met groente en vlees, ook smakelijk maar een hele hap na die goed gevulde kippensoep. ’s Avonds weer even een paar potjes Rummikub gespeeld. Ondertussen was er ook familie van Youri gearriveerd om zijn verjaardag alsnog te vieren. Eerst werd er gegeten en daarna werd de microfoon aangezet en werd er gezongen en gedanst. Wij hoefden niet mee te doen en konden genieten van hun heerlijke feestje. Sergei vertelde dat dit, zeker bij de oudere families, traditie is. De liederen klonken heel marsachtig en de dans ging gepaard met veel gestamp. Een fles Martini werd geopend en wij kregen ook een glaasje. Dit heeft tot zeker één overwinning met Rummikub geleid. Morgen is het weer een lange reisdag, redelijk bijtijds keerde wij terug naar onze yurt, dit keer niet begeleid door de Melkweg maar een dik wolkendek.
Zaterdag 24 augustus
Zachtjes en soms hard drupte de regen afgelopen nacht op onze warme en gezellige yurt, veel relaxter geluid dan een paar blaffende honden! Deze vannacht ook niet gehoord, ik had niet voor Lidewij en het leven van de bruine mormels ingestaan. Om zeven uur even snel een ontbijt, afscheid genomen van Youri en zijn vrouw en op weg naar Karakol. Over dezelfde weg reden wij terug tot aan Narijn. Hier mochten wij de busjes weer even uit om de benen te strekken, te plassen of zo iets en een kopje koffie te drinken. Wij gingen voor de eerste twee opties. Vanaf Narijn reden wij nu naar boven naar het Issyk-Köl meer. Onderweg passeerden wij nog een paar mooie bergpassen. Het weer was niet zo heel goed vandaag en dus helaas niet veel voor de bus uitgelopen. Bovendien was het ook een best aantal kilometers dat wij vandaag moesten afleggen en was er ook weinig tijd voor stops. Bij de grote markt van Kochkor stopte wij wel, leuke markt om even de benen te strekken terwijl Obbo en Sergei inkopen deden voor de picknick.
Dit is de omgeving waar Sergei overigens is opgegroeid. Hij wist dan ook een mooi plekje voor de picknick. Ineens gingen wij de hoofdweg af een karrespoor op, richting een riviertje. Hier ging Sergei altijd vissen met zijn vader. Een mooi, stil en groen plekje met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen en het geluid van de stromende rivier. De tafel werd gedekt, het brood gebroken, het vlees en de kaas gesneden en als hongerige leeuwen vielen wij aan. Ondertussen was er ook een forelvisser aangekomen. Leuk om te zien hoe hij probeert de vissen te vangen, tijdens onze aanwezigheid ving hij helaas niets. Alles wat van de picknick over was hebben wij aan de visser gegeven. Mocht hij na ons vertrek nog steeds niets vangen, dan heeft hij in ieder geval beleg op zijn brood.
Niet veel verder komt deze rivier uit in het Issyk-Köl meer, vanaf Balykchy begonnen wij ook langs de oevers van het meer te rijden. Het meer is 170 bij 170 kilometer en behoort tot het twee na grootste bergmeer van de wereld. Door overbevissing is het inmiddels verboden om nu nog in het meer te vissen. In de zijrivieren mag nog wel gevist worden. Langs de oevers van het meer veel strandachtige, maar lege restaurantjes en barretjes. Het regende nog goed door en een wandeling langs het meer om de benen te streken, sloegen wij dan ook beleefd af.
Bij een gaar koffietentje hielden onze bussen stil. Van mij hadden wij echt door mogen rijden, maar bij sommige groepsgenoten moest er echt koffie in, nou vooruit dan maar! Het theetentje bevind zich in Tamga, zo halverwege onze route langs het meer. Het bleef somber en donker boven het meer en boven de naast gelegen canyons was het ook al niet veel beter.
Snel weer ingestapt en tegen de avond kwamen wij aan bij ons hotel in Karakol. Sergie en Obbo hadden geregeld dat wij met de busjes naar een leuk restaurant werden gebracht en Sergei had vervolgens een shared diner met salades, vleesspiezen en vis geregeld. Erg lekker en veel gegeten bij het Dastorkon restaurant. In het hotel, gaar van onze lange reisdag en voldaan van het lekkere eten, snel ons bedje ingedoken.
Zondag 25 augustus
Onze vrije dag in Karakol begon vroeg en goed. Om even over vijven de wekker om rond zes uur op de grote veemarkt rond te kunnen lopen. Dichte schoenen aan om geen warme stront en pies tussen onze tenen te krijgen en hop daar gaan wij weer! De markt was een kleine 20 minuten rijden en wij kregen er dik anderhalf uur de tijd om lekker rond te struinen. Op de schapenafdeling liepen wij de markt binnen. Boeren staan met een paar schapen op de markt, er zijn geen hele grote kuddes. De schapen worden zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant betast om te keuren of ze wel gezond zijn. De vrouwen houden de schapen bij elkaar en de mannen onderhandelen over de prijs en vervolgens beheert de vrouw het geld weer, vanuit mijn vakgebied is hier sprake van een goede functiescheiding.
Vrachtwagentjes, karren en ook personenauto’s staan in een soort geordende chaos naast elkaar en vanuit daar wordt er gehandeld. In het gedeelte naast de schapen staat een grote overdekte en aan de zijkanten open hal. Hier worden de runderen en de paarden verhandeld. In het midden van de paden stevige rekken waaraan de dieren vastgebonden staan. De één heeft het prima naar zijn zin en bij de ander gaat het er wild aan toe. De paarden worden op een open plein getest op hun berijdbaarheid en gehoorzaamheid, niet elk paard had daar veel zin in. Best een link pleintje om even te gaan staan dus. Ben sowieso niet zo een held, dus daar waar het kon vooral op afstand de boel gade geslagen, af en toe moesten wij er toch wel doorheen en achter een paard langs is dan niet echt mijn favoriete bezigheid, brr. Ook was het opletten op de beesten die van alles maar lieten lopen, aan het eind van de markt waren mijn stappers niet zo fris meer. Na een goed uur hadden wij het wel gezien en gingen wij met de eerste bus mee terug naar het hotel. De andere bus zou wachten totdat het tijd was. In het hotel zoveel mogelijk geprobeerd om onze schoenen weer wat op te frissen, om vervolgens aan te schuiven bij het ontbijt met superlekkere en verse aardbeienjam.
Even over half tien stond ons volgende uitstapje in Karakol op het programma, een bezoek aan een Russische Orthodoxe kerk en een oude moskee. Voor beide is correcte kleding en een hoofddoek verplicht. Als eerste stopte wij bij de Holy Trinity kerk. Een mooi houten gebouw met mooie groene koepels. De kerk is gebouwd in 1872, verwoest met een aardbeving, weer opgebouwd en gebruikt als (nacht)club waarbij de koepels werden verwijderd en vervolgens is de boel weer in oude staat hersteld. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 wordt de kerk weer gebruikt waarvoor hij bedoeld is. In de kerk was net een mis bezig, gelovigen stonden te luisteren naar een preek en af en toe werd er gezongen. De voorganger staat in een apart soort hokje, niet achter een altaar. Hij staat ook met zijn rug naar de mensen toe. Het samen zingen geeft een mooi gevoel van saamhorigheid, vond het best indrukwekkend. Buiten nog een paar rondjes om de kerk heengelopen, mooi en interessant gebouw.
Met de busjes gingen wij op weg naar de oude moskee. De moskee is gebouwd door Chinezen die hier met hun handelswaar gestrand waren. Zij kenden alleen de manier van bouwen van Chinese tempels en dat is de reden dat de moskee een tempelachtig uiterlijk heeft. In het begin had de moskee ook geen muren, deze zijn er later ingebouwd omdat de winters in Kirgizië toch wat frisjes zijn. De moskee zelf mochten wij niet in, hiervoor is een heel reinigingsritueel nodig. De minaret is in dit geval overigens vierkant, van hout en mooi blauw geschilderd. In de tuin rondom de moskee stonden heerlijk geurende en grote rozen.
Na de moskee alvast wat geld gewisseld voor Kazachstan en daarna konden wij Karakol zelf gaan verkennen. Lekker even struinen door het zeer kleine oude gedeelte, op jacht naar souvenirs en uiteraard lekker mensen kijken. Bij een bakkertje kochten wij een gebakje als lunch. Ik had een drie smaken chocoladegebakje. In het tegenoverliggende parkje in de zon het gebakje opgegeten en kennis gemaakt met Max, een Kirgiziër en zijn twee kinderen. Hij deed zijn best om nog wat woorden met google-translate te vertalen in het Engels, maar wat hij nou echt duidelijk wilde maken, bleef onduidelijk. Tijd voor de souvenirs, dat bleek nog een hele speurtocht. Het is zondag en best veel winkeltjes zijn gesloten. Via een doorgang stonden wij ineens op een soort van markthal met winkels en restaurants in een soort containers. Via de groente hal naar de lingeriesteeg en het restaurantgedeelte, maar nergens souvenirs. Toch maar even gevraagd in de shoppingmall en bij de rare bruidsauto zitten een paar souvenirsshops. Helemaal gelukkig liepen wij er op af. Direct geslaagd!
Met een taxi lieten wij ons terug rijden naar ons hotel. De taxi’s kosten hier in verhouding echt een habbekrats. Voor omgerekend één euro twintig werden wij vanuit het centrum terug gereden. Op de hotelkamer even gechilled en omgekleed, want om drie uur stond de volgende excursie weer op het programma. Of een roofvogelshow of een wandeling door een mooie kloof. Lidewij en ik gingen voor het laatste. Ik heb het niet zo op dieren die getraind worden om voor toeristen kunstjes uit te halen. Met de bus en Obbo als gids vertrokken wij naar de Yeti-Oguz Canyon. Bij het sanatorium uit de Sovjettijd werden wij uit de bus gezet. Vanaf daar, ongeveer, zou er een karrespoor de kloof inlopen. Het oude sanatorium was best oké, maar het karrespoor was daar niet. Bij het honingvrouwtje even met behulp van google-translate nagevraagd en toen vonden wij eindelijk het juiste pad langs een gezellig kolkende rivier. Wij hadden ongeveer twee uur de tijd, dus een uurtje heen en een uurtje terug. Het was een licht glooiend pad en heerlijk wandelen zo langs de rivier. Aan het eind op de terugweg nog even snel de pas erin zodat wij ook nog even de berg voor het uitzicht op de zeven bulls en het gebroken hart konden bewonderen. Dat was nog best een pittige klim, maar het was het meer dan waard. De bulls en het gebroken hart konden wij van de weg ook bewonderen, de andere rotsen hadden wij nog niet gezien en die waren zowaar nog mooier in de ondergaande zon.
Op de terugweg met de bus meteen maar bij een leuk restaurantje in het midden van de stad gestopt. Het Zarina restaurant ziet er gezellig uit. Wij waren met zijn zevenen en konden in een cabine of in het open gedeelte gaan zitten, wij kozen voor het laatste. Er is een uitgebreide menukaart, keuze was lastig, maar uiteindelijk werd het een kipspies met Griekse salade, beide om je vingers bij af te likken. Bijtijds met een taxi weer terug naar ons hotel, morgen weer een lange reisdag inclusief grensovergang naar Kazachstan.
Zou zo weer terug willen gaan naar Kirgizië; heerlijk om het weer tot in de kleinste details te herbeleven. Bedankt! (en complimenten)
Dank je wel Gerrit!