Myanmar – Februari 2015

Op weg naar Myanmar
Vrijdag 6  / Zaterdag 7 februari
Vandaag dan eindelijk echt naar Myanmar met Sawadee! Na 2 jaar sparen en een strakke planning op mijn werk, was het dan eindelijk zo ver. Vooraf het visum al geregeld en ook alvast ingecheckt. Achteraf bleek het vooraf inchecken niet volledig mogelijk, dit omdat de vlucht van Kuala Lumpur naar Yangon ook al bevestigd moest worden en dat ging helaas niet online. Op Schiphol werd het visum nog even extra nagekeken, dat is toch wel fijn!
Bij de Starbucks op Schiphol begon ons vaste reisritueel, een grote beker Latte Macchiato voor mij en een flinke sloot thee voor Chantal. Boekje erbij en relaxed de vluchttijd afwachten. Om stipt 12.00 uur vertrokken wij van de Nederlandse bodem. Het vliegtuig, vlucht MH19 met Malaysian Airlines, zat niet helemaal vol. Veel mensen laten na het vermiste toestel en de ramp in juli, de maatschappij kennelijk nog liever even aan hun neus voorbij gaan. Met zijn tweeën hadden wij drie stoelen, Chantal aan het gangpad en ik bij het raam, boven een vleugel dus helaas weinig van het landschap onder ons kunnen zien.
Boven de Alpen kregen wij last van turbulentie, een hevige turbulentie dit keer en wij hebben zeker een kwartier flink zitten schudden. Zodra de ergste turbulentie over was, kregen wij ons diner voorgeschoteld, ze proberen je immers zo snel mogelijk in het juiste ritme te “duwen”. De gekozen kip met rijst, was licht pittig en daarmee erg lekker. Tijdens het kijken naar een aflevering van “Rizolli and Isles” lekker weggedommeld. Na een klein uurtje weer klaar wakker en mijn e-reader erbij gepakt. “Verdwijn” van Tess Gerritsen, ook over het duo Rizolli en Isles, spannend eind en een bijna lege batterij. Nu dus echt gedwongen begonnen aan de vroegtijdige nachtrust.
Twee uur voor de landing werden wij gewekt voor het ontbijt, wij waren inmiddels alweer 10 uur onderweg, maar ondanks het vele stilzitten begon mijn maag toch al weer redelijk te knorren bij de heerlijke geuren van het eten. Rijst met een garnalen curry, vliegen met Malaysian Airlines is zo gek nog niet!
Geland op Kuala Lumpur, op zoek naar het door vele aangeraden Noodles met 7 o’s. Het was even zoeken, maar uiteindelijk gevonden, Nooodles, dus met maar 3 o’s, dan kun je blijven zoeken natuurlijk ;). De kommen met de noodles waren echt enorm en omdat wij nog niet zo lang geleden hadden ontbeten besloten wij een soep en kleine hapjes te nemen en dat samen te delen. Het werden gefrituurde wontons en een heerlijke vissoep. Op het vliegveld van Kuala Lumpur was op dat moment niet zoveel te beleven, de inpandige tuin was dicht en met de winkels waren wij ook snel klaar. Bij de gate lekker op een bankje gedommeld en gewacht op onze vlucht, een Boeing 737 die wederom lekker op tijd vertrok.

Eindelijk, eindelijk, na een reis van 14 uur en 4 uur overstaptijd zetten wij voet op Myanmareese bodem. Een heerlijke warmte die nog niet meteen overweldigend was, een goed begin van onze mooie reis! De visum controle ging redelijk rap, na 1 stempel op het formulier en 1 in mijn paspoort mochten wij verder. Ook de bagage was snel bij ons, zijn wij wel echt in een Aziatisch land?
Na de douane werden wij opgewacht door onze reisbegeleider. Een Nederlander die enkele maanden per jaar in Myanmar woont en daar dan ook als reisbegeleider werkt. Hij raadde ons aan om op de luchthaven alvast geld te wisselen of te pinnen, wij besloten te pinnen, wel even spannend of alles werkt….. Gelukkig het werkt, geen miljonair dit keer, maar wel even een paar ton op zak!
Buiten stond ons vervoer naar het hotel in Yangon al klaar, een mooie comfortabele bus met airco, super geregeld! De reisbegeleider vertelde dat er de laatste twee jaar al veel is veranderd in Myanmar. Vroeger deed de bus er naar de binnenstad zo een 20 minuten over en tegenwoordig is dat door alle drukte met het verkeer al uitgelopen naar een uur. Myanmar verandert, zoals verwacht, snel, hopelijk zijn wij nog net op tijd en is het land nog niet te toeristisch (in)gericht.
En inderdaad een klein uurtje suffen in de bus later kwamen wij aan bij ons hotel, het Pho Sein Hotel. Kamer 104 is de komende 2 nachten van ons, een mooie kamer met lekkere bedden, 2 douchekoppen en de flatscreen nog in plastic, super! Even lekker opfrissen, na zo een lange reis voel je je best muffig en waarschijnlijk ruik je inderdaad net zo. In het restaurant op de bovenste verdieping, met prachtig uitzicht op verschillende tempels en pagoda’s, gaf de reisbegeleider een korte briefing voor de komende dagen. Leuke vooruitzichten en mooie reisdagen!
De middag was vrij en dus besloten Chantal en ik lekker rond te gaan dwalen in het gebied rondom het hotel. Vanaf het restaurant hadden wij een tweetal leuke tempeltjes gezien waar wij heen wilden, wij kwamen er achter dat deze ook vermeld stonden in de Lonely Planet en zo hadden wij meteen wat achtergrond informatie.

Al slingerend via kleine straatjes en steegjes kwamen wij als eerste bij de Ngahtatgyi paya.Via een zij ingang kwamen wij uiteindelijk bij de hoofdingang waar de schoenen uit mochten en wij de tempel konden betreden.
In de pagode bevond zich het verhaal van Boeddha en een beeld van een zittende Boeddha van 46 ft hoog, echt groot dus! De rechterhand moet in principe aan de kant van Boeddha blijven, dus loop je altijd met de klok mee om de Boeddha heen. Het vreemde was echter dat het de schilderingen over het verhaal van Boeddha in tegengestelde richting waren weergegeven, raar…
Het is een mooie pagode, met veel mediterende mensen en vanuit de pagode had je een goed uitzicht op de pagode (had overigens iets meer weg van een schuur) met de liggende Boeddha. Na een donatie daalden wij de trappen van de pagode weer af, op zoek naar de pagode met de liggende Boeddha, de Chaukhatgyi paya. De ingang van deze pagode was wat lastiger te vinden. Op het puntje van een kruispunt vonden wij eindelijk de trap omhoog naar de tempel.

Aan het begin van het complex mochten ook hier de schoenen al uit, heerlijk die kleverige en warme vloeren. Via een aantal winkeltjes en kraampjes met offers en wierrook voor Boeddha, kwamen wij bij de grote hal (c.q. schuur). Ook deze Boeddha was immens groot. Tegenover het gezicht van de liggende Boeddha zaten veel mensen te mediteren en Boeddha te bedanken met wierrook en offers.
In de tempel werden wij aangesproken door twee net uitziende jongemannen. Zij gaven aan dat zij in het klooster achter de pagode werkten en dat wilden zij ons graag laten zien. Maar eerst wezen zij ons op een trapje vanwaar je de Boeddha volledig en mooi op de foto kon krijgen, heel aardig! Ondanks alle vriendelijkheid twijfelden wij toch aan de bedoelingen van de jongemannen en wij gaven aan dat wij niet mee wilden naar het klooster, straks moeten wij non worden! Omdat wij weigerden mee te gaan, begonnen zij ons zeer dwingend om geld te vragen voor het eten, toen vertrouwden wij het helemaal niet meer en zijn wij, heel onbeleefd, gewoon weggelopen. Later las ik in de Lonely Planet dat er inderdaad achter de pagode een tempel ligt en dat je regelmatig wordt aangesproken om het klooster te bezichtigen en dat dit dan ook een hele mooie kans is om een klooster eens van binnen te zien. Of wij die kans nu gemist hebben of dat de jongemannen hele andere bedoelingen hadden, zullen wij nooit weten…….

Na het enerverende bezoekje aan de pagode begonnen onze maagjes al weer een beetje geluid te maken. Chantal had al een leuk restaurantje in de straat van ons hotel uitgezocht, Bangkok Kitchen, leuk gelegen aan het meer. De straat bleek echter best lang en na een fors kwartiertje wandelen kwamen wij pas aan bij het meer en vonden wij uiteindelijk ook ons restaurantje. Het restaurantje was echter erg groot, kil en kitscherig, maar de bediening was erg snel en vriendelijk. Wij mochten zelf onze tafel uitkiezen en kozen een tafel dicht bij het raam met enorme rieten stoelen met lekkere wegzakkussentjes. De kaart was erg uitgebreid dus het geduld van de ultrasnelle bediening werd wel even op de proef gesteld. We waren er uit, vooraf Vietnamese springrolls, als hoofdgerecht had Chantal Japans fried noodles en ik had een fish curry met rijst. Alles smaakte echt heerlijk, maar dat mocht ook wel voor die prijs. Voor Nederlandse begrippen viel het nog best mee, maar voor Aziatische begrippen was het echt wel fors, twee personen omgerekend 25 euro.
Inmiddels kwamen wij er achter dat enkele muggen ook hongerig waren en flink hadden toegeslagen op onze blote kuitjes en bijna blote voeten. Volgende keer maar weer even goed deeten, ook als wij binnen zitten. De avond in Yangon was gevallen, dat maakte de terugweg over de niet altijd aanwezige voetpaden wel wat spannender. Maar gelukkig is de gemiddelde inwoner van Myanmar fan van de toeter en werden wij iedere keer ruim op tijd gewaarschuwd.
Op de hotelkamer nog even geknoeid met de WIFI, maar dat was eigenlijk al een kansloze onderneming. Morgen maar even op pad voor een telefoonkaart om het thuisfront te sms-en.

Yangon
Zondag 8 Februari
Wat een nacht, 2.00 uur klaar wakker, 2.45 uur batterij e-reader weer leeg, 3.00 uur wist ik wat het extra bedrag op de rekening van het restaurant was, rijst! Daarna weer even relaxed in slaap gevallen, tot 6.00 uur, wekkertijd!
Mijn rugtas opnieuw ingedeeld en de warme winterkleren lekker ver weg onder in de tas gestopt, die hebben wij voorlopig niet meer nodig! Het ontbijt in het hotel was best oké, keuze uit croissants met jam en ei, koude rijst en verse vruchten. Om half 8 stond onze eerste excursie van deze reis gepland, een bezoek aan de bekende en grote Shwedagon Paya en omgeving.
In de buurt van de Shwedagon Paya was een kleinere tempel, daar werd vandaag een gouden staande Boeddha gedoneerd door een particulier. Dit ging gepaard met een goed uitgedoste ceremonie met veel gezang en gepingel, pangel op diverse instrumenten. Heel zuiver was het niet, maar wel erg leuk om mee te maken. Er was gelukkig even tijd om een kort bezoekje aan de tempel te brengen, alle Boeddha beelden waren er van goud en het verhaal van Boeddha werd hier verteld in de vorm van beelden, dit keer wel met de klok mee!

Voor vandaag hadden wij overigens een lokale gids, als eerste gaf zij ons een rondleiding op een kleine plaatselijke markt aan de voet van de Shwegadon paya. Het was een geuren- en kleuren explosie van jewelste, veel mooie mensen en dus weer heel wat plaatjes geschoten. Blijft altijd weer een leuke belevenis, de lokale marktjes. Achter de markt lag nog een klein klooster, ook hier gingen wij heen. Dit was niet een heel bijzonder klooster, maar de gids vertelde er veel over het leven in het klooster en de donaties waarvan de monniken hun bestaan onderhouden. Dat was leuk en geeft alvast een goed inzicht in het leven van de monniken die wij tijdens de rest van onze reis vast nog vaak tegen gaan komen.

En dan nu eindelijk op weg naar de pagode waarvoor je naar Yangon komt, de Shwedagon paya! De pagode ligt boven op de heuvel Singuttara en torent hoog boven Yangon uit. Vele traptreden en souvenirwinkeltjes verder kom je aan bij de ingang. Bij een kleine kiosk kun je de entreekaartjes kopen voor 8.000 Kyat. Gelukkig had de reisleider deze al geregeld, want het was best druk. In de pagode hadden wij twee uur de tijd, de reisbegeleider had aangegeven dat dit voor sommige aan de lange kant zou zijn maar voor andere veels te kort, wij gaan het beleven!

Eerst maar een snel rondje gelopen en de punten onthouden waar wij graag wat langer bij stil wilden blijven staan. Je loopt namelijk om een stoepa met Boeddha heen en dan is het niet gepast om met de onreine hand (links) langs de stoepa te lopen en dus liepen wij het rondje weer keurig met de klok mee en gingen wij niet terug. Er was heel veel te zien, offerplaatsen, kleinere tempels en stoepa’s, vele, vele Boeddha’s in allerlei houdingen en natuurlijk een Bodhi boom (de boom waaronder Boeddha zijn verlichting bereikte). De tweede ronde dus een stuk rustiger aan gedaan en stil gestaan bij de plekken die wij interessant vonden.

Er waren een aantal interessante Boeddha’s. Er is een Boeddha welke helemaal vervormd is door al het bladgoud dat op hem geplakt is. De boeddhisten kopen voor een paar Kyat een stukje bladgoud, dat vervolgens geofferd wordt en op de Boeddha wordt geplakt. Het ooit zo elegante beeld van Boeddha begint nu een flinke ronde “happy” Boeddha te worden.
Er is ook een enorme zittende Boeddha, deze kun je gunstig stemmen door hem koelte toe te wuiven. Er hangt een grote gouden waaier boven zijn hoofd en deze kan via een touwtje laag bij de grond bewogen worden. Na het toewuiven van koelte wordt er vervolgens gebeden.
De grote stoepa in het midden van het complex was “under construction” via trappetjes werd het bladgoud op de stoepa vervangen. Om de stoepa heen zat nog wel een vangnetje voor al het vuil, maar een vangnet voor de bouwers was er niet. In de grote stoepa worden, naar men zegt, 8 haren van Boeddha bewaard.
Het hele complex wordt overigens nog steeds aangevuld met kleine tempeltjes en alles wordt met enige regelmaat gereconstrueerd. De originele tempel stamt al uit de 5e eeuw voor Christus, maar werd door verschillende aardbevingen steeds (deels) verwoest.
Om de grote stoepa heen staan allemaal kleine offerplaatsjes van de geboortedagen, de reisbegeleider had iedereen zijn geboortedag in de bus al doorgegeven. Chantal haar geboortedag is vrijdag, de dag van de Cavia. En ik ben op woensdag geboren en daar hangt het af van het tijdstip, ’s morgens ben je een olifant met slagtanden en ’s middags een olifant zonder slagtanden. Ik ben geboren om 13:06 uur en daarmee dus een olifant zonder slagtanden.
Beide hebben wij bij onze geboortedag water geofferd en daarmee hopelijk de goden voor de rest van onze reis door Myanmar goed gezind.

Ons tweede rondje zat er net op tijd op, helaas kwamen wij er op dat moment wel achter dat er nog een paar plekjes waren die wij toch graag nog hadden willen zien. Goede reden om ooit nog eens terug te gaan en kennelijk horen wij dus tot die groep waarvoor 2 uur veels te kort is.
De bus zette ons, na ons bezoek aan de Shwedagon paya af bij de moderne (voor Aziatische begrippen) Bogyoke markt. Daar hadden wij de keus, op de markt eten of met de reisbegeleider mee naar een Indiaans restaurant in de Indiase wijk. Wij kozen voor het laatste, Nilar Biryani. Een soort McDonalds maar dan voor Indiërs. Via een plaatjesmenu konden wij ons gerecht kiezen, wij kozen beide voor de kip, Chantal de milde en ik de pittige versie. Het was allemaal in een rap tempo klaar en smaakte heerlijk.
‘S middags kozen Chantal en ik voor een ritje met de cirkeltrein. Een trein die eigenlijk een groot rondje maakt om en deels door de stad Yangon. Een mooie gelegenheid om Yangon van alle kanten te bezichtigen. De reisbegeleider bracht ons al wandelend door leuke straatjes naar het station. Binnen in het station was het nog wel even zoeken, maar toen de kaartverkoper begreep dat er 11 bleekscheten nog met de trein mee wilden en op zoek waren naar kaartjes werd alles supersnel voor ons geregeld en konden wij toch mee met de al klaarstaande trein, wat een service!

Aanvankelijk dacht ik dat het echt een toeristentreintje was, gelukkig bleek dat een misvatting. Vele lokale bewoners maken ook gebruik van deze trein. Binnen no time zaten ze half bij ons op schoot, normaal passen er namelijk 3 mensen/Myanmarezen op 1 bankje, dus nu moest en zou dat natuurlijk ook lukken.
Het eerst uur zaten wij, door plaatsgebrek, aan de buitenkant van de cirkeltrein, dit was niet zo bijzonder. Richting het tweede deel van de route werd het wat rustiger en konden wij verplaatsen naar de binnenkant van de cirkeltrein, dit was veel leuker. Vanaf hier had je een goed uitzicht op het leven in Yangon, de verschillende soorten huizen (arm en rijk), het plattelandsleven, verschillende soorten vervoer (ossen, ezels, houten karren, volgeladen brommers, bakfietsen, auto’s, jaren 60 trucks) en natuurlijk de vele, vele tempels die Yangon rijk is.

Ondanks dat 3 uur op een hard plastic bankje best een zit was, hebben wij super genoten van alles dat er tijdens deze treinreis voorbij kwam, zowel in als buiten de trein. Een leuke ervaring!
Als laatste trip van deze dag besloten wij Yangon nog even van bovenaf te bekijken. In de Sky Bistro bar namen wij een drankje en genoten van het uitzicht. Chantal ging voor de pineapple/papaya refreshment en ik voor de banana choclate dip. Beide erg smakelijk! Het was overigens ook super helder weer, dus wij hadden een fantastisch vergezicht over Yangon, overal glinsteringen van de gouden daken van de tempels en stoepa’s in de zon, de drukte op de wegen en boven op de heuvel de Shwedagon paya.
In het restaurant ook onze eerste sms naar het thuisfront verstuurd. De kaart hadden wij gekocht in een winkeltje in dezelfde straat als de bar. Wel lastig, op straat stonden ook vele verkopers, maar dan voor de helft minder. Omdat wij er echt geen flauw benul van hadden hoe zoiets verder werkte, kozen wij dus voor de winkel. Hier werden wij supergoed geholpen door het personeel, met dus als resultaat ons eerste verstuurde smsje uit Myanmar.
Het was inmiddels alweer etenstijd geworden en omdat de meeste leuke eettentjes zich in Yangon Downtown bevinden, besloten wij hier te blijven. Ons hotel bevond zich namelijk helemaal aan de andere kant van Yangon en dat was nog dik een uur lopen en daarbij kwam dat wij het leukste tentje in de buurt van ons hotel gisteravond al hadden gehad. In de Lonely Planet hadden wij de 999-Noodles bar gevonden, dicht in de buurt bij de Sky Bistro bar, dus dat was helemaal super. De Lonely Planet lag nog op tafel in de noodle bar en dat resulteerde in een leuk gesprek, een klein huisgemaakt soepje vooraf en thee bij de noodles. Chantal had fried noodles met porkribs en ik had hetzelfde maar dan met kip. Het was allemaal supergaar, het vlees donderde gewoon van het botje af! Alles bij elkaar waren wij voor 2 personen 6 euro kwijt, prijzen die bij Azië horen ;).
Teruglopen naar het hotel zagen wij niet zitten, we waren door het tijdsverschil en de indrukwekkende dag best op. Voor een paar Kyat hadden wij een taxi naar ons hotel. Op echt 20 meter van ons hotel vroeg de taxichauffeur aan een andere taxi waar ons hotel was, tja voor die paar Kyat krijg je er natuurlijk geen TomTom bij. In de hotel bar nog even genoten van het avonduitzicht over verlicht Yangon en een Myanmarees biertje.

Mt Kyaikityo (Golden Rock)
Maandag 9 februari
Peng, half 6 de wekker! Best nachtje gehad en weinig “pompidom-ik-lig-wakker-naar-het-plafond-te-staren” momenten. Vandaag hadden wij een reisdag, met onderweg een bezoek aan de Gouden Rots oftewel Mt Kyakityo. Omdat het ontbijt in het hotel nog niet geserveerd werd, kregen wij een ontbijtje mee voor onderweg. Weer prima verzorgd met een ei, croissant, jam, kaas en een banaan. Om stipt half 7 kon de bus vertrekken. Onze eerste stop was het Taukkyan War Cemetery. Hier liggen de soldaten die tijdens de oorlog met de Japanners (1939-1945) gesneuveld waren. Er liggen veel Indische en Engelse soldaten. Al met al was het geen bijzondere stop, maar het is nu eenmaal onderdeel van de (wereld)geschiedenis en dus wordt het in de reis meegenomen.

De reis ging verder en het landschap begon te veranderen, veel landbouw en kale open vlakten. Wij reden ook steeds meer de bergen in. Aangekomen bij het “Basecamp” van de Golden Rock moesten wij overstappen in een truck, die ons verder de berg op zou brengen. In de truck waren kleine houten bankjes aangebracht. Normaal zitten er op die bankjes zes Myanmarezen, dus nu moesten daar ook zes flinke Hollanders op, dit werd een wat lastig karwei en na wat onderhandelen mochten er uiteindelijk vijf op een bankje, hier en daar overigens nog aangevuld met een tussen gepropte Myanmarees. Na een klein half uur vonden de “regelaars” onze truck vol genoeg en konden wij de berg op. Ik was blij dat het een open truck was en dat ik aan de buitenkant zat, anders was ik er zeker groen en geel uitgekomen. De weg omhoog nam een klein uurtje in beslag, de rit ging over bochtige en steile, hobbelige paden. Bovenop de berg werden wij afgezet, hier had je vele verschillende restaurantjes en leuke souvenirwinkeltjes. Eerst maar even lekker lunchen en daarna hadden wij ruim de tijd om verder te lopen naar de Gouden Rock en de bijbehorende tempeltjes, Boeddha’s en stoepa’s.
De schoenen mochten op de weg naar boven weer uit. Het was hier wel een stuk viezer dan in de eerdere tempels die wij bezocht hadden, na een paar meter waren onze voeten al behoorlijk zwart en hadden wij al meerdere malen in plakkerige niet-identificeerbare stukjes iets gestaan. Maar goed, genoeg gezeurd, het is het allemaal vast en zeker de moeite waard!
Boven aangekomen bleek het complex toch nog groter dan gedacht. Wij zijn eerst naar de onderkant van de Gouden Rock gelopen, het is best wel een grote steen en als je er zo onder staat dan hoop je toch echt dat die haren van Boeddha het vol blijven houden.

Via een trap aan de zijkant kwam je op dezelfde hoogte als de steen, je ziet dan goed dat deze echt op een randje van de andere rots balanceert, heel bijzonder dat deze zo blijft hangen. Als vrouw zijnde mag je helaas niet te dicht bij de steen komen. Stel je voor dat de haren van Boeddha recht op gaan staan, dan dondert die Gouden Rock toch mooi naar beneden! De mannen mogen dus wel dicht bij de rots komen en die offeren kleine stukjes bladgoud en plakken deze op de steen. Gelukkig wel aan de voorkant, zodat de steen in ieder geval overhelt naar het gedeelte waar hij op een ander stuk rots rust.
Aan de achterkant van het complex was nog een klein souvenirs dorpje, wij zijn er even heen gelopen maar het was aan die kant zo druk, dat wij snel weer terug zijn gegaan, er was nog zoveel te zien!  Op naar het gouden schip dat de Gouden Rock vervoerd heeft! Hoe het schip het gedaan heeft zal wel onderdeel van de/een mythe zijn, het schip is namelijk een stukje kleiner dan de Gouden Rock. Hoewel, als je voor het schip staat en naar de Gouden Rock kijkt, dan is het net of deze erop past. Klein aandachtspuntje, de Gouden Rock ligt wel een 200 meter verder op het puntje van de rots…..

Er waren nog een paar kleine tempeltjes waar wij hebben gekeken en daarna vonden wij het wel weer tijd om naar het begin van het complex te lopen en daar lekker mensen te kijken. Er kan namelijk boven geen gemotoriseerd verkeer komen en wij zagen best wel wat oudere mensen uit de truck stappen en bovendien wordt er boven ook water verkocht. De oudere mensen worden dus door dragers op een soort stoelbrancard naar boven gebracht en het water, daar lopen de armere mensen dus kennelijk voor een habbekrats mee heen en weer. Leuk om zo even te genieten van alle soorten mensen die het complex bezoeken, de één helemaal opgedoft en de ander in zijn dagelijkse (werk) kloffie.
Terug aangekomen bij de restaurantjes hadden wij de keuze, of met de truck het hele stuk terug of alleen het laatste gedeelte en het eerste stuk met de benenwagen. Wij kozen voor het laatste, lekker even de benen strekken! De weg naar beneden liep langs kleine souvenirstalletjes en huisjes, een leuke route. Helaas waren mijn sandalen nog glibberig van de wasbeurt in Griekenland, waardoor ik de hele tijd in mijn sandalen liep te glijden, niet echt comfortabel op de steile weg naar beneden. Na een klein half uurtje bereikten wij het tussen busstation, waar de truck al op ons stond te wachten. Maar zoals ook op de heenweg, was het nu op de terugweg ook, de bus vertrekt pas als er 55 mensen in zitten. Onderweg helaas weinig andere mensen gezien en wij waren pas met 18. Rond kwart voor zes kwamen er gelukkig een paar lokale mensen naar beneden die ook met de truck mee moesten, maar op de 55 zaten wij nog lang niet. Het vallen van de avond was onze redding, de truck moest nu wel gaan rijden. En dat deed hij, het was net een achtbaan naar beneden! Wij schoven heen en weer op de bankjes en de chauffeur stuurde de truck behendig over de smalle en steile weggetjes in volle vaart naar beneden.

Flink losgeschud kwamen wij weer aan bij onze eigen bus met onze eigen, gelukkig veel behoedzamer rijdende, chauffeur. Ons hotel van deze nacht zou zeer eenvoudig zijn, geen idee waar dat mee vergeleken wordt, maar wij vonden het alles behalve dat! Mooie receptie, fijne en prachtig aangelegen tuin (voor zover wij dat in het donker nog konden zien) en in die tuin lagen onze hotelkamers. Wij zaten lekker dichtbij het restaurant en ook met onze kamer was niets mis, een balzaal van een hotelkamer, de douche is een overheerlijk regendouche en de WC is apart van de douche. De WC was overigens net zo groot als onze douche van de afgelopen nachten en daar was toch ook echt niets mis mee. Achteraf hoorden wij van de reisbegeleider dat wij een ander hotel hadden gekregen omdat het oorspronkelijke hotel al volgeboekt was, nou geen probleem hoor!
Snel dichte schoenen en een lange broek aangedaan, leuk zo een tuin, maar daar zitten ook beestjes en met name hongerige muggen…. In het restaurant een heerlijke viscurry gegeten. Nog even een biertje, een lekkere regendouche en hop onder de wol! Het was weer een mooie dag in het even zo mooie Myanmar!

Bogo -Yangon
Dinsdag 10 februari
Hoezo vakantie, om kwart over zes is het gewoon weer tijd om op te staan! En natuurlijk wilden wij allebei nog even gebruik maken van de super regendouche, heerlijk! Het ontbijt was ook weer prima, een broodje met smeerkaas en jam en als toetje een klein banaantje. Vandaag wordt een echte reisdag, om 7:30 uur stipt kon de bus vertrekken naar Bogo. In totaal zouden wij op de weg er naar toe vier stops hebben, een lunch en vervolgens met de trein vanuit Bogo door naar Yangon.
In de bus nog twee uurtjes geslapen en toen was het alweer tijd voor de eerste stop, de Shwemawday paya. Qua oppervlakte is deze pagode net zo groot als de Shwedagon, echter deze is een stukje hoger. De pagode in Yangon lijkt hoger omdat deze op een heuvel ligt. De pagode was veel rustiger, er was bijna niemand, het was natuurlijk ook nog redelijk vroeg. De stoepa was in een mindere staat dan die in Yangon, er wordt veel minder onderhoud gepleegd en ook wordt er lang niet zoveel goud gebruikt. Toch had ook deze plek weer iets magisch! Meest opvallende waren wel de ronddraaiende bootjes, hierop kon je geld werpen en als het dan raak was, dan won je de loterij of kreeg/had je een gelukkig huwelijk. Ik heb helaas gemist…., geen loterij en geen liefde, volgens de voorspellingen van de bootjes……

Ook rondom deze stoepa bevonden zich offerplaatsen van de geboortedagen. Dit keer niet geofferd, maar wel weer genoten van alle pracht en praal en de hoop die de Boeddhisten uit de offers halen, zo fascinerend! De interessante objecten bij deze stoepa waren een begraafplaats en een Boeddha van hout. Of de begraafplaats alleen voor de rijken is en of deze nog gebruikt wordt is ons onduidelijk gebleven. De Boeddha leek in elkaar gevlochten, apart werkje.
Er waren verder natuurlijk nog weer wat kleine tempeltjes en het was allemaal weer zo veel dat wij net op tijd terug waren bij lantaarnpaal 25.
De volgende bus stop was het Kya Kya Wain Kyouing klooster. Hier mochten wij, uiteraard ook blootvoets, naar binnen en kregen wij de mogelijkheid om het leven van de monniken te aanschouwen. De reisbegeleider gaf ons eerst een rondleiding en vertelde over het leven van de monniken in dit klooster. Daarna mochten wij het klooster zelf gaan ontdekken. Best wel even lastig, je wilt ook niet de ruimtes inlopen waar je niet echt gewenst bent, maar dat werd nergens echt duidelijk aangegeven. Dus voorzichtig op pad en als wij gewenkt werden liepen wij pas door, wel net zo netjes.

Om stipt 11:00 uur kwamen de monniken terug van hun bedelronde. Binnen in het klooster waren ook nog genoeg mensen (voornamelijk Thaise toeristen) aanwezig die de monniken voorzagen van schriften en pennen. In het klooster wonen zo een 1.000 monniken, ze liepen allemaal netjes in een rij, maar ik ben vergeten te tellen of ze allemaal wel langs zijn gekomen. Het waren er in ieder geval wel heel veel, op gepaste afstand mooie foto’s kunnen maken. Na het “binnenhalen” van de bedelronde, mochten wij nog een kijkje nemen in de eetzaal waar de monniken hun gebedelde voedsel met elkaar deelden en op aten. Van die etende monniken kregen wij ook best trek en alsof Boeddha onze knorrende maagjes had gehoord, de volgende stop was al weer de lunch!

Vooraf springrolls zo groot als frikadellen en daarna een fishball soep, wederom geen klachten, al begin ik wel benieuwd te raken naar de echte Myanmareze keuken (tot nu toe voornamelijk Thais, Vietnamees en Chinees gegeten).
Na de lunch was het Boeddha time, eerst een bezoek aan de vier zittende Boeddha’s bij de Kyouk Pun Paya. Het verhaal gaat dat hier vier zusters hun leven moesten wijden aan deze Boeddha’s. Ze mochten dus niet trouwen en geen ander liefhebben. Opeens was daar een aardbeving en stortte één van de Boeddha’s in. Toen kwam de aap uit de mouw, één van de vier zusters was stiekem getrouwd! De 4e Boeddha is weer in redelijk in dezelfde staat hersteld, echter er zijn toch ook duidelijke verschillen te zien en dat is eigenlijk de bevestiging van dit verhaal. Binnen in het complex was het lastig om de Boeddha’s goed te vergelijken, dus ook nog even een rondje buitenom gelopen.

Na zoveel excursies in korte tijd is het moment daar voor de rustende, liggende Boeddha. Wederom een enorm beeld en beter in verhoudingen dan die in Yangon, maar nog steeds niet zo elegant en mooi als de liggende Boeddha in Bangkok. Achterop het beeld staat het verhaal waarom deze is gebouwd, leuk om te “lezen”, alleen ook hier weer tegen de richting van de klok in, raar. Beetje gesmokkeld dit keer, omdat anders het verhaal helemaal onbegrijpbaar werd (de uitleg was er alleen in het Myanmarees). Daarna keurig het rondje met de klok mee afgemaakt. De hal waarin deze Boeddha zich bevindt is ook vele malen mooier dan de schuur in Yangon, dit had veel meer weg van een tempel. Maar gezien de vele, vele donaties die er hier gegeven worden, mag dit complex er ook wel mooier uitzien! Buiten bij de souvenirstalletjes een leuk idee opgedaan, een hanger met de geboortedagen, dan uiteraard wel mooi en zwart. Hier hadden ze alleen slecht geschilderde exemplaren op licht hout (en nog duur ook!).


Tijd voor de trein van Bago naar Yangon, leuk tussen de lokals! Blijft altijd een beetje genant als mensen voor je moeten op staan, maar wij hadden gereserveerde plaatsen en de conducteur stond er op dat wij onze eigen plekken innamen, sorry mensen….. De trein zat bommetje vol, dus het was een mooie happening en wij waren een behoorlijke bezienswaardigheid en er werd her en der dan ook stiekem gefotografeerd (ook hier hebben ze gewoon smartphones) en veel gegiecheld. Het landschap veranderde onderweg weer van landelijks naar meer stads, echt leuk. Minder leuk was de zak Hartbreakers chips, hierin zaten niet de heerlijke hartbreakers maar gewone chips! Met een gebroken hart en zwaar teleurgesteld hebben wij de zak toch maar opgepeuzeld.

De trein had goede vering, op de hobbelige stukken kwamen wij gewoon los van de bank, na de truckrit naar beneden opnieuw een leuke pretparkattraktie! Op Yangon station werden wij weer opgevangen door onze eigen bus, inmiddels zaten wij weer midden in de spits en dus duurde de rit naar het hotel weer langer dan gepland. Helemaal geen probleem, het verkeer is interessant alles gaat door elkaar, maar het gaat onder luid getoeter toch allemaal goed. En dan nog het straat- en dagelijks leven, nee hoor, laat mij nog maar even zitten in de spits.
In het hotel was de behoefte aan schone voeten groot, dus eerst even een douche gepakt en daarna lekker in het restaurant gedineerd. Genietend van opnieuw het uitzicht, de sweet & sour chicken (Chantal) en de chicken curry met mushrooms (voor mij). Het was weer een lange, volle en mooie dag, snel onder de wol want over een paar uurtjes moeten wij alweer op voor onze vlucht naar Mandalay.

Yangon – Mandalay – Hsipaw
Woensdag 11 februari
Sjee, begin je net van je jetleg af te komen gaat om 3:15 uur de wekker, whoepie! Gelukkig hadden wij de tassen al gepakt en stond alles verder klaar om te gaan, alleen nog even een douche om echt wakker te worden. Wederom een lekkere ontbijtbox (met ei) gekregen van het hotel. En nog belangrijker, binnen 20 minuten stonden wij dit keer op het vliegveld, zonder de drukke spits is het inderdaad dus nog mogelijk om je snel door Yangon te bewegen.
De reisbegeleider had de hele groep ingecheckt, de bagage werd nog even gewogen en wij konden plaatsnemen in de wachtruimte. Chantal moest nog even naar de WC, dus ik kon mooi mijn ei in haar ontbijtbox moffelen, koude eieren zijn niet mijn favoriet.
Na de incheck mocht de handbagage nog wel even door de scan, maar dat was qua controle echt alles. De boardingpass is ook deels met de hand ingevuld en je stoelplaats is een stickertje. Nergens op de ticket staat je naam vermeld en wij hebben ook nooit ons paspoort hoeven laten zien.
Om 6:00 uur werd er een bordje omhoog gehouden met ons vluchtnummer en werd de naam van onze maatschappij, Golden Myanmar Airlines, opgeroepen. Met een bus werden wij naar het vliegtuig gebracht. Ik zat bij het raam, maar verder eigenlijk weinig gezien, heb een groot deel van de vlucht geslapen.
Aangekomen in Mandalay konden wij wederom “gewoon” doorlopen. Het duurde wel even voordat wij onze bagage hadden, maar ook daarna ging het heel simpel. De reisbegeleider zei dat wij 19 tassen hadden, hij overhandigde de labels en wij konden met de tas door de scan. Geen controle of de tassen wel van ons waren of vragen over dingen die in de tas zaten, alles leek te gaan op basis van goed vertrouwen. Het voelt gewoon vreemd dat dit nog kan.
Buiten stond onze bus naar Hsipaw al te wachten, na een drie kwartier rijden stopten wij bij een lokale markt voor wat kleine snacks. Wij hebben mandarijnen (met heel veel pitten) en chocolade koekjes gekocht. De volgende twee uur gingen weer ontzettend snel, heerlijk geslapen! Koffiestop! Wij gingen weer voor de thee, deze keer zat het wel in vieze kopjes, dus voor de zekerheid de helft maar laten staan en ons op de snacks gestort. Gefrituurde wonton pakketjes met ui en andere groenten, erg smakelijk!
Het landschap buiten begon weer te veranderen, wij reden de bergen weer in. In de verte konden wij op een gegeven moment de Gokteik Bridge zien liggen. Één van de hoogste spoorbruggen ter wereld. In de loop van deze reis gaan wij met de trein ook over deze brug heen. Nu alleen even op de foto gezet. Onderweg overigens ook nog even gelunched, sweet & sour chicken, genoeg voor 2 dus wij namen er maar 1, weer prima! Na de lunch was het nog 2 uur rijden naar Hsipaw.
In Lily’s home werden wij warm verwelkomd door de eigenaresse. De kamers zijn wederom top! Ondanks dat wij de hele dag al hadden gezeten, besloten wij toch nog (weer) even te chillen en te wassen. ‘S avonds gingen wij met de reisbegeleider mee naar een leuk tentje waarvan hij de eigenaar kende. Wij hadden dit tentje ook in de Lonely Planet gezien, dus dan moet het goed zijn ;). Aardappelen op een stokkie van de BBQ en een hotpotje met kip, het was superlekker.
Bekaf na deze intensieve reisdag, kropen wij moe maar voldaan vroeg onder de wol.

Hsipaw
Donderdag 12 februari
Ja, Ja, het was weer zo een “ik-lig-naar-het-plafond-te-staren” nacht. Niet heel vreemd overigens na alle uurtjes slapend in de bus en een lange nachtrust. Het ontbijt van Lilly was lekker, nasi, meloen, geroosterde tomaatjes en stukjes aardappel. Een mooie bodem voor de wandeltocht van deze morgen. Om 8:00 uur vertrokken wij te voet bij ons hotel vandaan. Via de markt liepen wij door Hsipaw naar de Shan Noodle factory. Leuk om te zien hoe de noodles gemaakt worden en alles moet precies volgens schema, anders hebben de noodles te weinig tijd om in de zon te drogen.

Over paadjes tussen de rijst- en andere gewasvelden liepen wij naar één van de Shan dorpen.. Er werd door de boeren hard gewerkt en dat leverde een aantal mooie plaatjes op. De volgende stop was een thuisfabriek waar ze hele lekkere chips maken. De gids was zo lief om voor iedereen een zakje chips te kopen. Het zakje chips was bijna sneller verorberd dan gekocht! En omdat het echt naar meer smaakte besloten wij nog twee zakjes en een zakje met iets soepstengelsachtigs te kopen, lekker voor onderweg.

Na deze zalige stop vervolgden wij onze weg langs diverse oude en nieuwe tempels. De één was flink vervallen en de ander werd duidelijk nog mooi bijgehouden. Bijzonder was de Boeddha die beschermd wordt door een slang, deze prijkte mooi op de heuvel boven alles uit. Een andere bijzondere was een Boeddha die bovenop de wereldbol zat. Leuk, maar een beetje uit proportie was de wereldbol wel. Volgens de wereldbol ligt Nederland zo een beetje op de Noordpool. Mocht de maker van deze wereldbol vooruitziende blikken hebben, dan verneem ik het graag op tijd, vind het nu al vaak veels te koud in Nederland.

Wij liepen verder en kwamen aan bij een meisjesklooster. Hier kunnen meisjes vanaf 6/7 jaar naar toe, jongere meisjes mogen er alleen heen als de ouders niet meer voor hen kunnen zorgen of er niet meer zijn. De meisjes waren allemaal druk aan het studeren in de mooie tuin die om het klooster heen ligt. Sommige meisjes vonden het heel leuk om op de foto te gaan, andere waren erg verlegen en gingen liever door met leren. Één van de meisjes kwam met een zakje Red Bull snoepjes aangelopen en besloot onze hele groep te trakteren. De snoepjes waren mier en mierzoet, maar het gebaar was zo lief, dan kun je natuurlijk gewoon geen nee zeggen.

Langs velden en een huis in aanbouw (vandaag begonnen en over drie dagen klaar) liepen wij richting de spoorlijn. Wij waren net op tijd om de trein voorbij te zien komen. Mooi gezicht om de trein zo door het vlakke landschap te zien snijden. Je kon nu ook goed zien waarom de trein zo wiebelde, de rails is alles behalve recht! Het is eerder een kronkelende slang dan een kaarsrechte rails. Maar goed, hij rijdt wel, in tegenstelling tot bij ons waar het spoor al voor problemen zorgt als er een paar blaadjes op liggen. Omdat de trein toch net langs was geweest, konden wij een stuk over het spoor lopen, iets wat je in Nederland ook maar beter niet kunt proberen. Door diverse Shan dorpen en langs de rivier kwamen wij bij het eindpunt van onze wandeling, een enorm tempelcomplex, verrassend! Omdat de meeste van de groep wel even genoeg tempels had gezien, besloot de reisbegeleider dat het tijd was voor de lunch. Chantal en ik gingen samen naar Mr Food. Ik had zelf de bestelling, in het Myanmarees, opgeschreven op een blaadje. Nu maar even afwachten of dat goedkomt…., gelukkig niet veel later konden wij genieten van onze noodles met beef/chicken.

Na de lunch hebben wij onze stappers verwisseld voor een fiets. Voor een paar Kyat konden wij de fietsen huren bij het hotel. Op de fiets vertrokken wij richting het Shan paleis en het teak houten klooster. Ik had een leuke route uitgestippeld, waarmee wij de drukke en saaie hoofdweg zoveel mogelijk zouden ontwijken. Via een Hindu-tempel, een voetbalveldje met zwaaiende kinderen en een schooltje kwamen wij bij het mooie teak houten klooster. Omdat wij niet wisten of wij zomaar naar binnen mochten lopen, hebben wij alleen genoten van de prachtige, toch een beetje vervallen, buitenkant.

Nadat wij onze fietsen weer van slot hadden gepield, je moet even weten hoe die Myanmarese sloten werken, gingen wij op zoek naar de bamboe Boeddha. Aan de overkant, aan een leuke vijver, lag nog een teak houten klooster. Dit klooster was in een ietwat betere staat dan het eerste klooster. Hier moest overigens ook de bamboe Boeddha staan. Chantal liep richting het klooster en ik richting de vijver. Chantal vond niets en het enige wat ik vond was de Boeddha bij de vijver, maar die was van goud (en tja, die kennen wij wel ;)). Omdat volgens de Lonely Planet de bamboe Boeddha vroeger ook beplakt werd met goud, zijn wij er dus maar vanuit gegaan dat degene bij de vijver, de inmiddels ingepakte bamboe Boeddha was.
Aan de overkant van het tweede teakhouten klooster bevond zich “little Bagan”. Een stel overwoekerde en halfvergane tempels, maar al met al daardoor wel erg fotogeniek! Langs onze verdere fietstocht kwamen wij meer van dit soort tempels tegen. Één tempel was wel heel bijzonder, hier groeit precies in het midden een boom wat zorgt voor een raar, maar toch ook “kloppend” gezicht.

Op zoek nu naar het Shan paleis, dit lag dichterbij dan gedacht. Helaas werd het paleis flink onderhouden en zat het hek daarom ook dicht. De bewoonster bleek ook niet thuis en dus moesten wij ons bezoek aan de binnenkant van het paleis aan ons voorbij laten gaan. Achter het Shan paleis vonden wij een klein paadje, dit besloten wij op te fietsen. Wij fietsten nu achter de huizen langs en langs de rivier. Wij passeerden een paar spannende, smalle bruggetjes en kwamen uiteindelijk weer op de hoofdweg uit en daarmee waren wij ook weer terug op de kaart. Na deze leuke tocht hadden wij wel een traktatie verdiend! Bij Mr Shake (volgens de Lonely Planet de beste shaketent in Myanmar) koos Chantal een ananas, banaan, aarbeien shake en ik ging voor de Swiss shake met Oreo koekjes, kaneel, banaan en kokosnoot. Beide shakes waren inderdaad verrukkeluk!!

Tijd om weer terug te gaan naar het hotel, onderweg kwamen wij onze reisbegeleider nog tegen die ons kennelijk (aan zijn gezicht te zien) niet op de fiets had verwacht. Hebben hem bij aan komst in het hotel uitgelegd dat de fietsen goed zijn en dat er leuke routes zijn om te fietsen, hij gaat dit nu aan volgende groepen ook voorleggen als excursie mogelijkheid.
Na deze inspannende en sportieve dag, allebei even lekker gedouched en daarna na de super voor ons diner. Soda/Cola en Pringels, niet echt voedzaam, maar wij zaten allebei nog rammetje vol van de shakes. ‘S avonds de trekkingrugzakken voor morgen alvast ingepakt en daarna heerlijk ons bedje weer ingerold.

Hsipaw – Kyaukme (Trekking)
Vrijdag 13 februari
Wie wat wil zien van dit land, moet vroeg opstaan! Dus dat doen wij dan ook maar, 5:30 uur de wekker uitgeslagen, rugzakken voor de trekking gepakt en hup onderweg naar het ontbijt.
Om even 7:15 uur kwam ons lokale vervoer voorrijden, een minibusje met een paar Myanmarezen en een hoop manden met mandarijnen op het dak. Van te voren werd er door een paar groepsgenoten al aangegeven dat het nooit ging passen, maar die kennen de Myanmarese transformerbusjes dan nog niet. De bagage werd door het hotelpersoneel en de bijrijder vakkundig op het dak van de bus geplaats en het paste prima! In de bus zelf zaten in het midden en op allerlei andere onverwachte plekken nog klapstoeltjes, nadat alles was uitgeklapt had ook iedereen een zitplaats. Onderweg nog een enkele reiziger opgepikt, die moesten helaas wel blijven staan. Ondanks dat wij nog redelijk voorin zaten, was ik toch erg blij dat ik een reispilletje had ingenomen. In zo een stampvolle, warme bus, over hobbelende wegen, optrekken en remmen, word ik toch wel redelijk snel groen en geel.
De tocht duurde uiteindelijk zo een anderhalf uur. Rond Kyaumke moesten de meeste reizigers er ook uit. Vakkundig werden de mandarijnen van het dak tussen de bagage uitgeplukt en bij de vrouwtjes op de ruggen gehangen, beste manden hoor voor die kleine ruggetjes! Net toen de bus weg wilden rijden, bleek er nog een achtergebleven reiziger in het hoekje van de bus te zitten en die moest er ook uit. Dus alle stoeltjes werden weer ingeklapt, groot gedeelte van onze groep er weer uit, meisje er uit, stoeltjes weer uitgeklapt, onze groepsgenoten er weer in en wij konden weer op pad. Voor een ritje van slechts 5 minuten want toen stonden wij al op het pleintje van ons guesthouse in Kyaumke.
De grote tassen werden uitgeladen en opborgen in een aparte kamer. De achterblijvers kregen de sleutel van hun onderkomen en de overige 13 dappere trekkers waagden zich vervolgens in een brommertaxi en gingen op weg naar het startpunt van de trekking.
De trekking was iets aangepast, oorspronkelijk zouden wij een groot rondje lopen. Maar door een kleine oorlog in het wandelgebied waren wij genoodzaakt een kleiner rondje te lopen en het eerste en laatste stuk over dezelfde weg terug te lopen. Best spannend om dit zo vlak voor de trekking pas te horen, maar onze gids Naing-Naing (bekend van de Lonely Planet) was goed op de hoogte van de situatie in het gebied en gaf aan dat ons gedeelte “veilig” was.
Het eerste stuk liep door een lager gelegen dorpje waar men nog in stenen huizen woont en soms ook nog een auto voor de deur heeft. Na het dorp begon het pas al lichtelijk te stijgen. Na de eerste redelijk korte klim stond de gids al klaar met watermeloenen, heerlijk en wat een aangename verrassing!

Na de korte stop hadden wij meteen een leuke uitdaging! Een hele smalle, wankele brug, redelijk hoog boven een stroompje water. Gelukkig kwam iedereen heel en droog aan de overkant. Aan de overkant aangekomen, zagen wij dat je aan de andere kant van het pad ook “gewoon” door het gras kon, ach dit bruggetje was uiteindelijk veel avontuurlijker. Het pad naar het eerst volgende dorp was bergopwaarts, maar ook nog niet heel erg steil. In het dorp was een schattig fotogeniek jongetje en bananencake. Tien minuten wandelpauze, goed tempo zo!
In het volgende dorp zouden wij al van onze lunch mogen genieten en dus gingen wij vol goede moed weer op weg. De tocht werd nu al een stukje steiler. De omgeving zelf veranderde weinig, veel groen en voornamelijk harde zandpaden waar wij overheen liepen. Af en toe moest je aan de kant springen voor een toeterende brommer, maar dat was ook wel het meest spannende van de hele tocht (tot nu toe).
Bij de lokals kregen wij de lunch voorgeschoteld, rijst, thee en als toetje chocoladekoekjes. Simpel, maar lekker en een goede vulling voor de rest van de tocht. Overigens zaten wij wel op het juiste moment binnen. Na een kleine 5 minuten begon het buiten te hozen en flink te onweren. De bui trok wel snel over en wij konden weer droog op pad.

Onderweg geprobeerd om het thuisfront te bellen met een satelliet telefoon, grappig want dat had ik nog nooit gedaan. De verbinding kwam wel tot stand en ik heb mijn moeder even gehoord, maar of zij mij ook gehoord heeft, het leek er niet op, maar bij thuiskomst zullen wij het weten.
Het echte werk kon gaan beginnen, dik een half uur stevig klimmen. Na het grootste steile gedeelte stond de gids alweer klaar met een aangename verrassing, een blikje cola! Een aangename dorstlesser na zo een inspanning.
Hupsakee weer door met de laatste klim voor het volgende dorp. Hier stopten wij bij een leuk schooltje tegenover een ietwat vervallen houten klooster. Een fijne rustplek want je hoorden de kinderen hardop studeren en het uitzicht op het klooster was ook leuk, monniken die hun dagelijkse klusjes aan het uitvoeren waren.
Vanaf ons rustpunt was het nog een klein uurtje lopen naar het Paulang dorpje waar onze bedjes voor deze nacht zouden liggen. De weg ernaartoe was redelijk vlak. Helaas was de kopgroep met wandelaars niet zo charmant om bij splitsingen even te wachten op de volgende wandelaar, hierdoor was het af en toe even gokken welke richting wij moesten nemen. Gelukkig waren daar ook nog de dorpsbewoners, die wisten gelukkig precies waar die lange bleekscheten met grote ogen heen moesten. Bij de Shan familie werden wij ontvangen met een smakelijk kopje thee en een paar fijne tuinstoelen waarin wij even lekker konden bijkomen, wat een simpele, maar heerlijke luxe!

Na een klein kwartiertje was de hele groep weer compleet en nadat de laatste ook even hadden genoten van de thee en de tuinstoelen, was het tijd om onze slaapplekken te inspecteren. De slaapzaal was boven de winkel anex keuken anex woonkamer. De hele slaapzaal werd vol gelegd met matrasjes, wij kozen de twee matrasjes in de hoek bij de deur. Verder kreeg je nog een kussen, twee dekens en een lakenzak, prima verzorgd!
De avond was ineens wel heel snel gevallen, met licht gingen wij naar boven en een half uurtje later kwamen wij weer beneden en was het ook meteen hartstikke donker. Ondertussen hadden de bewoners het avondeten ook al voor ons geregeld, wij zijn benieuwd! Rijst met iets wat je zelf graag wilde toevoegen, leuk een keuzemenu! Je kon kiezen uit waterspinazie, pompoen of ei.
Na het eten had de gids nog een paar leuke en grappige doordenkraadsels. Soms waren de oplossingen zo simpel, punt is alleen je moet er wel net even aan denken 😉
Inmiddels was het 20:00 uur geworden, nog niet echt laat, maar omdat het wel al flink begon af te koelen besloten wij lekker in ons bedje te duiken. Eerst even naar het hangtoiletje achter in de tuin en onze tanden nog even poetsen bij de wasbak halverwege de tuin. In bed nog even lekker gelezen en dan merk je toch dat het een inspannende dag is geweest, binnen tien minuten lag mijn e-reader boven op mijn neus.

Kyaukme (trekking)
Zaterdag 14 februari
Wat een nacht, koud, dekens weg, als een worst klem in de lakenzak, snurkende en hoestende mensen, harde regen en wind, blaffende honden en beurse heupen, maar verder prima geslapen! Tot 6:00 uur, toen begon de haan te kraaien en was het tijd voor de sanitaire stop op de hanger in de tuin. Gelukkig was het al wat licht en was het gat in de grond identificeerbaar.
Snel nog even terug mijn bedje in, tot een kleine 25 minuten later. De winkeltelefoon stond in het slaapvertrek en die ging en niet zo zachtjes ook! In no time was iedereen wakker, aangekleed en opgeruimd. Waarom geen idee, het ontbijt was nog niet klaar en vertrekken zouden wij voorlopig ook nog niet. Chantal en ik besloten lekker rustig aan te doen, het is immers toch een soort van vakantie.
Precies op tijd voor het ontbijt kwamen wij beneden. Het ontbijt bestond uit een noodlesoep met groentevulling, daar konden wij de bergen wel weer mee in. Nog even gastfamilie uitzwaaien en off we go!
Aan de andere kant van het dorp ging onze route weer verder, eerst een stukje klimmen en daarna weer lekker stappen over de meer vlakke paden. Bij de waterpomp in het volgende dorp hadden wij onze eerste stop. De gids had met de dorpsbewoners geregeld dat groene thee voor ons zou klaarstaan. Met elkaar regelden de dorpsbewoners dat ons aan niets ontbrak, extra kopjes en stoeltjes werden uit de huizen gehaald en ook een sappig stuk papaya mocht natuurlijk niet ontbreken. Wat een fijn en welkom ontvangst!

Na de stop was het weer even tijd voor een paar flinke klimmetjes, mooie vergezichten en gezellige gesprekken tijdens het wandelen. Langzaamaan begonnen wij de daling in te zetten om vervolgens na een klein uurtje weer op de route van gister terecht te komen. En dus ook het bekende bruggetje! Ondanks dat het nu bekend was dat je met een kleine omweg niet over de brug hoefde, besloot toch iedereen de brug te nemen. Beetje uitdaging is natuurlijk altijd leuk. Het laatste stukje naar het huis van de gids was met de brommertaxi. In het huis van de gids werden wij getrakteerd op een heerlijk uitgebreide lunch. Rijst met kip, ei, en groenten, zoveel als je van iets wilde. Met name de kip was errug lekker. Als bijgerecht was er papadumas, nog niet eerder gezien in Myanmar, maar geen probleem ze smaken hier net zo lekker als in Indiaas gerelateerde landen.

Met de brommertaxi werden wij bij het guesthouse afgeleverd. Lekker douchen!!! Helaas, overdag staat de generator bij het guesthouse niet aan, dus of een koude douche of even niet. Het werd een combi van beiden, even douchehoppen en later op de avond nog maar weer de tweede om mijn haren te wassen. Onze kamer was verder aan de kleine kant, maar wij hadden wel een fijn balkon in de zon. Tevens hadden wij een “gezellig” huisdier, zo eentje die elke keer ergens achter of onder vandaan racet als je het niet door heb en je dus helemaal een ongeluk schrikt. Goed dat zal even wennen worden, want vangen zat er ook niet in.
Na de douchehopsessie zijn wij naar de lokale markt gegaan om daar alvast wat lekkere dingen te scoren voor de lunch van morgen. Kyaukme is een leuk stadje, jammer dat wij er maar 1 middagje hebben. Voor de namiddag een flesje fris en de chocoladekoekjes van de trekking gekocht. In de zon nog even aan het reisverslag gewerkt, begonnen aan een nieuw boek en uiteraard genoten van onze versnaperingen. Warme douchetijd!
In de Lonely Planet konden wij eigenlijk maar één tentje in Kyaukme vinden, maar het was een beetje onduidelijk hoe je daar nu precies moest komen. Wij besloten te wachten op de reisbegeleider, hopelijk weet hij een goed en leuk tentje. En ja hoor, dat wist hij, het tentje uit de Lonely Planet! In de Lonely Planet werden de springrolls aanbevolen, wat er in ons “heilig” boek staat, volgen wij natuurlijk. En verdorie! Ze waren inderdaad zalig 🙂 Verder nog een chickenballs soep besteld, hier zat wel heel veel paksoi in, dat was wat minder.
Terug in het guesthouse ons huisdier gelukkig niet meer gezien, tijd voor een goede nachtrust!

Kyaukme – Pyin Oo Lwin (trein)
Zondag 15 februari
Vandaag een ochtendje vrij. Rustig aan opgestart en genoten van een uitgebreid ontbijt met kippensoep, noodles met groenten, een spiegeleitje en 2 gefrituurde balletjes van iets onverklaarbaars, maar wel erg lekker. Een sterke kop groene thee en we kunnen weer! Wij besloten het stadje te gaan verkennen en op zoek te gaan naar de markt voor een paar lekkernijen in de trein.
Op de markt mini mandarijnen en snoepjes gekocht, de rest van het stadje was niet zo bijzonder dus waren wij redelijk snel weer terug. En dat was maar goed ook, want de tassen werden al op de brommertaxi’s geladen.
Wij gingen te voet naar het treinstation, leuk nog even een korte wandeling door het stadje, geen nieuwe dingen ontdekt, maar voordat wij aan de boemelrit van 5 uur naar Pyin Oo Lwin gaan beginnen is het strekken van de benen natuurlijk altijd fijn.
Op het treinstation was het een gezellige bedrijvigheid. Vrouwtjes verkochten er hun zelfgemaakte noodles met kip en groenten, honden lagen lekker te slapen op en tussen de rails, kinderen waren aan het spelen en wij keken onze ogen uit. Heerlijk dat het allemaal nog zo makkelijk kan! De trein kwam richting het station en bij de kruising even verder op werden de honden van de rails gejaagd en stak de overgangbewaker zijn groene vlag op. Hobbelend over de kromme rails kwam de trein het station binnen.

Wij zitten in de upperclass, beetje decadent, maar voor een reis van 5 uur wel prettig. De stoelen waren echt enorm (en gelukkig met goede vering) en wij zaten gezellig met zijn allen in één coupe.
De uitzichten vanuit de trein waren prachtig, bergen, dalen en landbouw. Langs de verschillende stationnetjes ook weer veel bedrijvigheid, elke stop was weer een bezienswaardigheid.

De beroemde Gokteik brug kwam inmiddels ook in ’t zicht. Voor de brug maakte de trein een speciale fotostop, voor de toeristen natuurlijk super, maar voor de forenzen natuurlijk iets onnodigs die zullen er vast wel vaker overheen reizen. Leuke en mooie plaatjes geschoten.
Op de brug reed de trein ook behoorlijk rustig, in dit geval niet voor de mooie plaatjes, maar omdat anders de bouten en moeren uit de brug vallen, fijne gedachte…..
Na de brug zette de trein er weer wat meer vaart in en boemelde wij lekker door naar onze eindbestemming, het station van Pyin Oo Lwin. Rond 17:00 uur reden wij het station binnen, het was er behoorlijk druk met mensen die de treinreizigers af kwamen halen, veel paarden met wagens, maar ook veel luxe(re) taxi’s.

Wij werden met een luxe taxi naar ons hotel, het Royal Park View hotel, gebracht. Binnen een klein kwartiertje waren wij bij ons hotel. Het hotel was behoorlijk luxe en de tuin er omheen was mooi aangelegen. In de tuin bevonden zich allemaal kleine huisjes en deze bofbipjes mochten deze avond slapen in zo een huisje. De huisjes waren wel erg fris, maar de kamers waren enorm en er was een gigantisch hoog plafond.
Nadeel van een luxer hotel is vaak dat deze wel wat meer afgelegen ligt. Dat was nu ook het geval, daarom besloten wij met de hele groep te gaan eten. De route naar het stadje liep langs een drukke en onverlichte weg. Best spannend dus, maar gelukkig hadden de meeste groepsgenoten wel een zaklamp bij zich zodat de automobilisten en met name brommertjes ons op tijd konden zien.
Wij aten in het eveneens luxe Club Terace. Chantal besloot eens uit de ban te springen met een kip met bamboescheuten en ik koos de kip curry. Vooraf springrolls met garnalen, erg lekker en gelukkig maar! Chantal haar kip bleek echt niet lekker, zelf bordje ruilen zat er voor mij niet in. Dus samen maar genoten van de kip curry en de bamboescheuten, heel onbeleefd, maar laten staan.
Met zijn allen liepen wij terug naar ons hotel, een lekkere uitbuikwandeling! Helaas was er bij het hotel geen bar, dus de gezellige avond konden wij er verder niet afsluiten. In ons huisje was het nog steeds erg frisjes. Gelukkig stond er wel een waterkokertje en thee klaar, na een lekker bakkie zwarte thee ons warme bedje ingekropen.

Pyin Oo Lwin – Mandalay
Maandag 16 Februari
Vandaag lekker uitgeslapen tot half 8. Mag ook wel even want het was een enerverend nachtje waarbij in nog even rond heb ge-appt over alle gezellige carnavalsfeesten in Nederland.
’s Morgens rustig aan gedaan en net op tijd voor het ontbijt aangeschoven. Toast met jam en ei en lekker veel vers fruit toe. De meeste reisgenoten zijn naar de botanische tuin. Wij kozen voor het stadje van Pyin Oo Lwin met een leuke toren en een gezellige markt. Te voet gingen wij op weg. Onderweg leuke dingen tegengekomen, de Purcell toren van gestoken bloemen, de knalroze All Saints Church en de grappige koetjes waarmee men zich hier verplaatst.

Even snel een paar leuke plaatjes geschoten van de echte, maar best kleine Purcell toren en de naastgelegen moskee. Verder hebben wij niet veel aan bijzondere gebouwen gezien en besloten daarom maar “gewoon” lekker de markt op te duiken. Wat chips gekocht voor vanmiddag en een goede haarborstel, die van mij zwerft waarschijnlijk nog ergens in Yangon.
Het is een leuke drukke en krappe, overdekte markt. Alles staat door elkaar heen, kleding, drogist, groente en vis. Voel mij vandaag niet helemaal top, beetje misselijk, verder niet heel spannend maar dan is zo een viskraam wel even heftig! Na een half uurtje op de markt rondgesjouwd te hebben was het alweer tijd om terug te gaan naar ons hotel.

Wij wilden graag met een klein koetsje naar het hotel. Chantal ging goed in de onderhandeling en vond uiteindelijk een mooi oud exemplaar voor 3.000 Kjat. Het koetsje was met instappen best gammel, maar toen het eenmaal reed, hobbelde het ook lekker door. Na een kwartiertje waren wij (helaas) alweer bij het hotel. Het hartelijke mannetje een leuke fooi gegeven en het was alweer tijd om onze tassen te pakken.

In mooie goede taxi’s gingen wij op weg naar Mandalay, wij deelden de taxi samen met onze reisbegeleider die vandaag ook wat pipjes zag. Na een kleine anderhalf uur arriveerden wij in Mandalay, hebben veel over nieuwe wegen gereden en er was niet veel te zien. In Mandalay werden wij in een ander hotel geplaatst dan stond aangegeven in de beschrijving, gelukkig maar want dit hotel lag veel meer centraal in het stadje.
Na de briefing van ruim een half uur (er is zoveel te zien) besloten wij op stap te gaan met de dames, Coby, Ans en Lies. Met een luxe taxi gingen wij eerst naar het Shwe Nandaw Kyang, het teak houten klooster. Het was er best wel druk, logisch want het klooster is echt mooi herbouwd (verplaatst vanuit het ommuurde paleis van Mandalay). De houtsnijwerken waren ook prachtig.

Lopend gingen wij vervolgens naar de pagode met een deel van werelds biggest book, Tripitaka. De stenen waarvan ik eerder dacht dat het grafstenen waren (Yangon), blijken dus bladzijden te zijn uit dit boek. Het totale boek bestaat uit 16.000 bladzijden. Er zijn negen monniken die het boek ooit helemaal uit hun hoofd hebben geleerd, daar zijn er nu nog drie van in leven. De stenen, zo een 700, staan in allemaal kleine witte tempeltjes, erg mooi gezicht. De pagode zelf was niet heel erg anders dan de andere die wij al eerder hebben gezien.

Inmiddels begon het tegen de avond te lopen en dus tijd voor een wereldberoemde zonsondergang op Mandalay Hill. Omdat wij het lopend naar boven niet op tijd zouden halen, besloten wij om wederom lekker luxe een taxi te nemen. Wij hadden een schattig mannetje die ons voor de liftdeuren afzette en op onze slippers paste. Boven aangekomen was het al best druk in de bijbehorende pagode. De pagode zelf was behoorlijk bling, bling en goed onderhouden. De randen van de buitenkant van het complex waren al helemaal bezet door zonsondergangtoeristen. Het uitzicht over Mandalay is mooi, helaas was het wel een beetje heiig waardoor je niet heel ver kon kijken. Wij hebben een deel van de zondsondergang afgewacht en besloten om wel iets eerder weg te gaan om niet in de rij bij de lift of in de file naar beneden terecht te komen. De zonsondergang was leuk maar niet superspeciaal.

Voor het eten namen wij de gok op Ko’s Kitschen. Meestal moet je daar reserveren, maar wij hadden mazzel. In een knus kamertje hebben wij lekker van onze fried noodles met kip (Chantal) en kipcurry met aardappel genoten. Tevens met zijn vijven de route voor morgen uitgestippeld. Nog even een leuke wandeling langs de verlichte paleismuur en toen was het alweer tijd om te slapen!

Mandalay
Dinsdag 17 Februari
Oef, dat was geen succesvolle nacht, iets verkeerds gegeten en zo slap als een vaatdoek opgestaan. Gelukkig vandaag een zelf geplande dag en dus lekker rustig aan en met droge crackers en een heerlijk flesje water met ORS op stap. Om 8.00 uur stond de taxi voor ons gezellige groepje van vijf voor de deur van het hotel. Wij hebben de hele dag de beschikking over deze taxi, super de luxe! Als eerste stond het Golden Pounders district op het programma. Bij de King Galon geven ze gratis uitgebreide rondleidingen, dus als goed Hollander gingen wij daarheen. Het was fascinerend om te zien hoe een klompje goud helemaal plat wordt geslagen, verdeeld wordt in 6 stukjes en vervolgens nog platter wordt geslagen en opnieuw verdeeld, dat proces herhaald zich net zo lang totdat er een flinterdun velletje goud over is. Dit goud wordt o.a. op de gouden rots geplakt en ook menig Boeddha zit inmiddels verpakt in deze velletjes.

Bij de Maha Myat Muni, onze volgende stop, konden wij goed zien wat al die velletjes bladgoud met een Boeddha kunnen doen. Het tempelcomplex was weer eens wat anders, er was een drumtoren, waar tijdens ons bezoek op geslagen werd. Waarvoor, is ons niet bekend, leuk om mee te maken was het wel. Het belangrijkste van deze tempel was natuurlijk de 2.000 jaar oude, grote, gouden Boeddha. Vroeger was de Boeddha zo slank als een dennetje, maar door de jaren heen is hij flink gegroeid en niet door alle rijstoffers waarvan hij gesnoept heeft, maar door al de stukjes bladgoud die Boeddhisten op hem hebben geplakt. Overigens is het beplakken van Boeddha alleen weggelegd voor mannen, vrouwen moeten achter het hekje blijven. Het gezicht van Boeddha is nog wel ongeschonden, hierop mag niet geplakt worden. Elke dag om 16:00 uur wordt het gezicht van de Boeddha ceremonieel gereinigd. Helaas konden wij daar niet op wachten, er is nog zoveel te zien in Mandalay!

Onze volgende stop was Marmer Street. De straat lag echt om de hoek bij het tempelcomplex, maar de taxichauffeur stond erop dat hij ons zou brengen, dus voor 100 meter ons weer even in de taxi gehezen. De straat was niet zo wit uitgeslagen als wij ons hadden voorgesteld, maar dat het niet goed voor de longen is om hier te werken was wel meteen duidelijk, wat een stof! Gelukkig droegen de meeste beelhouders een mondkapje en veiligheidsbril, maar niet iedereen en dat zou toch eigenlijk beter geregeld moeten zijn. De beelden zijn er in allerlei soorten en maten en natuurlijk overwegend in de vorm van Boeddha.
Het lichaam van Boeddha mag door elke handige beeldhouder gemaakt worden, echter het gezicht alleen door speciaal gediplomeerde beeldhouders. Er waren nog veel Boeddha’s zonder gezicht en kennelijk waren vandaag alle gezichtenbeeldhouders vrij, want in geen één fabriekje kwamen wij er één tegen die met het gezicht van Boeddha bezig was.

Van al dat stof krijg je best dorst! Chantal had op Tripadvisor een leuk tentje gevonden, Unison Teahouse. Inderdaad een gezellig rond tentje met vele tafeltjes en koffie/thee leutende lokals en een enkele toerist. Als dank voor de goede service de taxichauffeur ook een drankje aangeboden. Hij vond het wat raar, maar nam het uiteindelijk toch aan. Chantal nam een colaatje en ik het voor de zekerheid maar bij een paar slokjes, mijn buik begon toch weer aardig te rommelen.
Op naar de Shwe In Bin Kuaung opnieuw een teakhouten klooster. Maar nu nog op de originele plek. Bij dit klooster was het echt heel rustig, bijna geen toeristen waardoor de monniken ook veel meer met hun dagelijkse dingen bezig konden zijn. Er waren er twee die elkaar aan het scheren waren en een ander was bezig de was op te hangen, een vierde hing gewoon lekker voor de TV. Het klooster wordt flink onderhouden en wel op zo een manier dat alles zoveel mogelijk in de oude staat wordt hersteld. Dit is best kostbaar en daarom maar weer even een donatie gegeven, want aan entree vragen doen ze hier niet.

Na al die monniken is het ook wel leuk om te weten waar zij hun kleren etc. vandaan halen, dit zal niet bij de H&M, Blokker of Hema zijn. In Monkstreet vonden wij talloze winkeltjes waar de doeken, waaiers en collecteschalen worden verkocht en in sommige gevallen ook worden gemaakt. Aan het eind van de straat was nog een leuke pagode met een Boeddha met een slang achter zich. De verrassing zat echter in één van de vele opgangen, hier zaten nog veel meer monniken winkeltjes.

Helaas begon mijn energie inmiddels behoorlijk op te raken, die van de rest overigens ook wel, dus ergens ging er nog wel iets goed. Alleen Chantal en de ladies kon het oplossen met een lekkere lunch, ik moest het gaan doen met mijn bedje en een kale cracker. Ik werd bij het hotel afgezet en ben meteen mijn bed ingedoken, Chantal en de ladies gingen op zoek naar de lekkere lunch en daarna verder met het middagprogramma, de bamboe- en overslaghaven, de zakkenwassers en de Shwe Kyee Myin Paya.
Rond zes uur werd er op de hotelkamerdeur geklopt, Chantal was terug met indrukwekkende verhalen over de armoede bij de haven en een heerlijk vruchtensapje. ’s Avonds ons diner gescoord bij de buurman van ons hotel, de supermarkt. Smeerkaas op crackers! Tijd om weer lekker mijn bedje in te rollen, lamgeslagen darmen hebben best effect op je energie……

Mandalay-Ava-Sagaing
Fietstocht
Woensdag 18 Februari
Vijf uur, rennen! Shit, letterlijk en figuurlijk! De komende twee uur zo een beetje op de WC doorgebracht. Begonnen aan kuur twee en nu maar hopen dat ik voorlopig niet hoef. Want vandaag gaan wij met de fiets van Mandalay naar de oude koningsstad/hoofdstad Ava om vervolgens door te fietsen naar Sagaing voor de overnachting.
Beneden in de kelder van het hotel mochten wij de fietsen uitzoeken, het zijn goede, degelijke mountainbikes. Ik had snel een klik met een leuke fiets en Chantal was na enige twijfel ook snel klaar.
Het fietsen door de drukke straten van Mandalay was best wel weer even spannend, maar het wende ook best wel weer snel. Zolang je goed achter elkaar blijft fietsen kan het overige verkeer ook niet tussen en laten ze je ook netjes passeren. Na ongeveer een half uur waren wij de stad uit en konden wij iets meer gaan genieten van de omgeving.
De U-bein brug in Amarapura was onze eerste stop. Deze brug is meer dan een kilometer lang en daarmee de langste teakhouten brug ter wereld. Het teakhout is afkomstig van een verlaten paleis in Ava. Het is een voetgangersbrug, dus de fietsen werden geparkeerd bij een pagode (die verder niet interessant was). Wij hadden ruim de tijd en zijn op een rustig tempo de brug opgelopen. Onderweg had je leuke wachthuisjes met bankjes waar je lekker kon genieten van het uitzit, verschillende etenswaren werden verkocht en waar wij met nieuwsgierige Myanmarezen op de foto gingen. Na een kleine 20 minuten waren wij aan de overkant. Daar was een dorpje met een pagode met mooie muurschilderingen maar daar zijn wij uiteindelijk niet naartoe gegaan omdat wij ook weer op ons gemakje over de brug terug wilden.

Na de U-Bein brug was het maar een klein stukje fietsen naar de verplichte overheidsstop bij een weverij. Natuurlijk was het leuk om te zien hoe alles wordt geweven en hoe de patronen in het stof worden verwerkt. Maar uiteindelijk ging het er natuurlijk om dat wij er iets zouden kopen. Wel een leuke sjaal gezien, maar vond USD 25 toch wel net even te veel. Er waren weinig groepsgenoten die zin hadden in een nieuw stukje stof en dus konden wij snel weer door.
Op naar Ava/Inwa, met de fietsen in de boot de Ayeyarwady rivier overgestoken, lekker even de wind in de haren. Aan de overkant nog een steile helling op en we konden weer los op de pedalen. Bij een gezellig restaurantje zijn wij gestopt voor de lunch, Chantal nam de pork met ananas en ik at lekker mee. Heb niet zo heel veel gegeten, maar wel genoeg om weer wat energie te krijgen. Fietsen weer gepakt en eerst naar het einde van het dorp gereden, hier staat (wederom) een mooi teakhouten klooster, de Bagaya Kyaung. Het klooster is in het verleden in vlammen opgegaan en in de jaren 90 weer in de originele staat herbouwd. Op de buitenplaats van het klooster vind je veel groen, erg gezellig! Het mooiste binnen is de enorm hoge gebedshal en buiten de bewerkte deuren en muren. Tevens is er in het klooster een kleine school waar een paar schattige monnikjes zaten te studeren terwijl de leraar lag te slapen.

Wij fietsen nu op de “Inwa-route”, deze wordt veelal aangeboden als koetsjestour, de paarden en de koetsen zagen er wel slecht uit, ben blij dat wij gewoon op de fiets waren, prima te doen! Via de fotogenieke Yadana Hsemee pagode met zijn mooie oude stenen stoepa’s en drie Boeddha’s, de Nanmyin wachttoren van Inwa en het enorme stenen Mahar Aung Mye Bon Son klooster, zakte wij per fiets weer af naar de aanmeerplaats van de boot. Aan de overkant gekomen fietsten wij via een leuke route over de spoorbrug naar ons hotel, Shwe Pyae Sone Guest House in Sagaing. Een leuk en fris hotel met op de kamers Boeddha leeslampjes die van kleur veranderen, heerlijk kitsch!

Even voor half zeven was het tijd voor onze eet-date met onze reisbegeleider. Vrijwel iedereen ging mee, het is een klein dorpje en zowel in de Lonely Planet als op Tripadvisor staat niet veel. Wij bestelden veilige patatjes en een chicken kebab. Dat laatste liet wel heel erg lang op zich wachten en toen het er eenmaal was, bleek het niet gaar te zijn. De kebab afbesteld en de rekening gevraagd, ik had gelukkig nog steeds niet zoveel trek. Eenmaal terug in het hotel maar snel onder de wol gekropen, om vijf uur beginnen ze hier aan het ontbijt en wij slapen zo een beetje in de eetzaal.

Sagaing – Mingun – Mandalay
Fietstocht
Donderdag 19 Februari
Tjikke bam, Tsjikke bam bam, hé de wekker, weinig gehoord van het klaarzetten van het ontbijt en nog fijner ook geen WC gezien vannacht. Snel even de dagrugzak weer even ingepakt en hup snel naar het ontbijt, één deurtje verder dus. Het ontbijt was simpel en smaakte best, een fijn ondergrondje voor fietstocht door Myanmar deel II.
Nog geen tien minuten later stonden wij met fiets en al onderaan een pagode op een flinke berg de Pe Pon Nya Sin Paya, het ontbijtondergrondje kwam nu goed van pas. Via een aangelegde trap onder een golfplaten dak kon je naar boven lopen.  Op het golfplaten dak hoor je de apen te keer gaan en het is ook af en toe best oppassen, als ze moeten, dan moeten ze en dan maakt het niet uit of je er onder loopt, gelukkig ging het bij een groepsgenoot net goed en werd hij niet ondergepiest door een aap. Onderweg naar boven stonden al wat leuke gebouwtjes en zelfs iets wat nog het meeste weg had van een zwembad.
Na vele, vele treden kom je boven aan bij een tempelcomplex, een gouden stoepa in het midden en eromheen allemaal kleinere gebouwtjes waar je goden kunt eren. Tijdens het maken van een foto vanuit een klein hoekje bestolen van mijn water door een dorstige aap, het ging zo snel!  Het uitzicht vanaf het tempelcomplex is super, de omgeving van Mandalay / Sagaing ligt bezaaid met stoepa’s, bij beter weer hadden wij kunnen kijken tot Bagan, helaas was het daarvoor iets te mistig. Ook had je er een mooi uitzicht over de rivier. Voor de verandering een eekhoorn gespot en vervolgens alle treden weer naar beneden afgedaald naar onze fietsen.

Langs de rivier fietste wij naar Mingun, onderweg aangemoedigd en toegezwaaid door heel veel kinderen, leuk! In Mingun hadden wij drie uur vrije tijd. Wij begonnen met de Big Bell of Mingun. Het is te merken dat Mingun een echt toeristenplaatsje is, de verkoopsters zijn veel gehaaider en overal was het druk. Zo ook bij de Big Bell. Iedereen moet natuurlijk met de klok op de foto en ik wilde nu net een foto zonder mensen, het duurde even……

Een stukje verderop is een bejaardentehuis, hier was het gelukkig of misschien jammer genoeg niet zo druk. Het is mooi complex, opgericht voor weesouderen. In principe nemen de Myanmarezen hun ouders in huis, echter in sommige gevallen hebben de ouders de kinderen overleeft en dan komen ze in dit soort tehuizen terecht. De mannen en vrouwen zitten apart. Bij de vrouwen was het uiteraard het gezelligst. Ze vonden het leuk om op de foto te gaan, er hingen ook een aantal foto’s van vorige bezoekers (bleekscheten) en dat lieten ze graag zien. Met een pleister geholpen om een foto op te hangen en de mooie bijna tandeloze glimlach die je daarvoor terugkrijgt is een waardevol bedankje.
Benieuwd naar de rest van het best wel grote complex liepen wij de vrouwenzaal weer uit naar de dokters/ziekenhuiskamer aan de overkant. Er staan best wel wat oudere spullen, niet kapot maar ook niet heel modern. Verder was er nog een grote gaarkeuken waar ze rijst stonden te koken. Na een donatie, je kunt een keuze maken uit verschillende doelen, ik koos voor schoon drinkwater en medicijnen, vervolgende wij onze weg naar een leuk plekje om te lunchen.

Onze reisbegeleider had twee restaurants aanbevolen, wij kozen (uiteraard) voor de Aziatische keuken. Samen genoten van een fried noodles met kip. De reisbegeleider schoof ook nog even aan en hij gaf ons een paar leuke en goede tips voor het bezoeken van de Hsinbyume Paya, een gigantische witte stoepa. Met die tips gingen wij op weg naar de stoepa, hij is niet al te best onderhouden maar qua uiterlijk wel heel anders dan de andere pagodes tot nu toe. Uiteraard zat Boeddha wel netjes in het midden en werd er flink gebeden en wierrook gebrand.
Op een holletje, via leuke souvenirskraampjes, naar de Unfinished Stoepa, de Mingun Paya gelopen. een enorm rood complex dat dus nooit is afgebouwd en door aardbevingen ook weer deels is ingestort. Het is mogelijk om de stoepa te beklimmen, maar daar hadden wij helaas geen tijd meer voor, het was er ook poepiedruk!

Snel op de fiets gesprongen en via een leuke heuvelachtige weg naar de boot gefietst. Deze boot was een stuk groter en wij hadden ook zo een drie kwartier vaartijd. Op een strandstoeltje op het dek genoten van een heerlijk koud biertje, het kabbelende water en het uitzicht.
Bij de personenhaven in Mandalay meerden wij aan en vervolgden wij onze weg per fiets door het drukke verkeer van Mandalay. Onderweg alleen veel toeterende auto’s en bromfietsen gezien, de rust van onze vertrouwde hotelkamer nr 206 was dan ook wel weer even heerlijk!
Snel even een douch gepakt en op zoek naar een leuk BBQ restaurant, het zag er allemaal wel lekker uit, maar nergens was het echt druk. Voor de zekerheid toch nog maar een dagje voor het “veilige” hoteleten gekozen. Een tunasandwich voor Chantal en een kipburger voor mijzelf, jazeker het gaat weer beter! In de lobby nog even gezellig bijgekletst met wat groepsleden en op TV gekeken of wij wat nieuws konden vinden over de oorlog in het noorden, maar wij konden er geen touw aan vastknopen.

Mandalay – Bagan
Vrijdag 20 Februari
Het ontbijt wilde juist vandaag niet echt vlotten en dat op de dag dat wij met een openbaar vervoer bus met gereserveerde plaatsen mee moeten. De hele groep had er last van en sommige hadden nog niet eens koffie gehad, oei als dat vandaag maar goed gaat komen!
Om stipt half 8 stond onze eigen bus voor om ons naar het busstation van Mandalay te brengen, vanaf daar met de openbare bus naar Bagan. Snel alles ingeladen en met een half ontbijtje achter de kiezen gingen wij op pad.
Op het busstation liepen best veel zwervers die zich voordeden als monniken, het was lastig om de echte van de neppers te onderscheiden. Met de hele groep hielden wij daarom iedereen maar op afstand van de tassen, terwijl wij er normaal met een monnik niet zo moeilijk over doen. Gelukkig waren er ook verkoopsters van lekker snacks op het busstation, konden wij toch ons halve ontbijtje nog aanvullen met wat chipies en chocolade, omdat het moet……
De bus was echt heel luxe, veel beenruimte, fijne stoelen en goede airco, die meteen weer uitging omdat hij wel heel goed werkte, brrrrr. Het eerste stuk gingen wij over de nieuwe en vooral saaie weg tussen Mandalay en Yangon, na een tijdje sloeg de bus af en ging onze weg weer over de bochtige smallere wegen. Veel meer te zien!
Rond koffietijd hadden wij een stop bij een gezellig tentje, voor de meeste lekkere en inmiddels broodnodige koffie en voor ons heerlijke pindakoeken en een colaatje. Een kleine anderhalf uur verder stonden wij alweer op het busstation van Bagan, het verkeer zat erg mee. Wij stapten weer over in een eigen bus, iets minder luxe maar nog steeds prima. De bus bracht ons naar ons hotel in Bagan, zo een beetje op de historische site, super geregeld. Het is een mooi hotelcomplex, wij zitten in één van de huisjes, de rest van de groep zit overwegend in het hotel aan het zwembad.
In Bagan is genoeg te zien en dus begon onze reisbegeleider vrijwel direct aan zijn briefing over het gebied, de tempels, de do’s en de don’ts. Na de briefing gingen wij op pad voor het huren van fietsen, Het eerste tentje raakte al meteen uitverkocht, bijna iedereen vond er een goede fiets. Wij besloten nog even verder te lopen, zo wat aan het einde van het dorp vonden wij onze stalen stadsrossen. Even uitproberen en voor 12.000 Kjat hadden wij ruim twee en halve dag twee fietsen, beste prijs!
Om half vijf gingen wij met de hele groep op de fiets op weg naar een mooie, hoge tempel voor de zonsondergang. In alle rust konden wij de tempel beklimmen en een leuk plekje uitzoeken, wij waren de enige. Maar niet voor lang, net voor het moment suprême kwamen er nog een paar bussen aangesjeesd. De mensen moesten de tempel bijna oprennen om nog op tijd te zijn.
Helaas liet de zon het voor een echte spectaculaire zonsondergang een beetje afweten, maar genieten was het toch wel, wat een uitzicht, wat een tempels en heerlijk die serene rust.

Op de heenweg naar de tempels waren wij al langs een leuk restaurantje gekomen, Chantal en ik besloten er te gaan eten. Het restaurant, La Min Thit wordt gerund door een Myanmareze familie en heeft een authentieke Myanmareze menukaart. Er staan zes gerechten op met kip, vis, beef of pork. Wij gingen voor het regular menu met kip en beef. Wij kregen er heel wat gerechten bij, soep, tamarinde salade, een pompoenprutje, rauwkostschaal, geroosterde aubergine, pickles en een pittig bonen-tomaten prutje. Allemaal erg lekker! Als toetje hadden wij meloen, thee en palmsuiker. Totale schade 10.000 Kjat en dat inclusief 2 cola zero. Geen geld voor zoveel lekker eten en de fijne service.
Met de fiets gingen wij terug naar ons hotel, gelukkig had Chantal haar sexy hoofdlamp mee en konden wij op die manier de gaten in de weg een beetje ontwijken. Bij het hotel in de tuin lekker zitten lezen en genoten van een biertje met een bakje pinda’s, totdat de muggen wel heel erge honger kregen en wij ons bedje in werden gedreven.

Bagan
Zaterdag 21 Februari
Bam, kwart over zes de wekker, veel leuke dingen op de planning vandaag. Even snel een wasje, ontbijten en om half acht klaar staan voor onze “Beleef Bagan” tour. Met koetsjes gingen wij het oude Bagan verkennen, Chantal in de achterbak en ik op de bok naast de koetsier. Na een leuke koetsier net dito en gezond uitziend paard te hebben uitgezocht gingen wij op weg. Het paard heet GoGo en al snel werd duidelijk waarom, hij ging als een malle en wilde het liefst alleen maar rennen. Onze koetsier vertelde veel over de tempels, met name natuurlijk over de grote en belangrijke. Hij sprak redelijk goed Engels, gewoon even geleerd tijdens zijn toeristenuitjes.

Onze eerste stop was de Shwe San Daw Paya, die met een gouden haar van Boeddha…… In een kleine hal bij de tempel lag een enorme Boeddha, de tempel zelf kun je niet in. De tempels in Bagan zijn allemaal niet even goed onderhouden, maar in deze kon je de muurschildering en oude decoratie nog best goed zien. De tempel zelf kon je ook op, een beste steile trap omhoog overigens. Uiteraard bovenop een fantastisch uitzicht over de andere ongeveer vier duizend tempels van Bagan. Deze witte tempel is één van de grootste en behoort tot de oud Bagan periode, van voor de 13e eeuw. Bovenop de tempel vertelde de gids nog over de zichtbare verschillen tussen oud en nieuw Bagan, de ligging en de bouwstijl.
Overigens is dit de tempel waar de meeste mensen heen gaan voor de zonsondergang.

Met de koetsjes gingen wij weer op pad, Chantal nu op de bok en ik in de achterbak, dat bleek voor het paard toch ook een betere verdeling, hij ging nog sneller! Via leuke zandpaadjes langs mooie, soms vervallen, maar nog steeds mystieke tempels kwamen wij aan bij de Ananda Paya. Bij deze tempel hoort een kleinere versie waar de muurschilderingen nog erg goed bewaard zijn gebleven en waar mogelijk gereconstrueerd. Fotograferen verboden, genieten mag altijd! Mooie kleuren.
Een groot deel van de buitenkant van de tempel werd onderhouden en gerestaureerd naar aanleiding van de aardbeving in 1975, waarschijnlijk niet helemaal volgens de UNESCO regels, maar wel zo dat je goed kunt zien wat ooit de bedoeling was. Binnen in de tempel staan 4 houten met goed bedekte Boeddha’s. De Boeddha’s aan de noord en zuid zijde zijn nog de originele, degene aan de west en oost zijde zijn herbouwd, deze waren eerder verwoest door een brand veroorzaakt door offerkaarsen. Het verschil tussen de originele en de herbouwde beelden was met name goed te zien in de gezichten. In de nisjes van de tempel wordt het verhaal van Boeddha verteld. Eén van de interessantste afbeeldingen was de geboorte van de prins (Boeddha) uit de heup van zijn moeder. In de nisjes boven het verhaal stonden Boeddha beelden met de handen in verschillende standen.
Tijd voor een kopje thee of koffie, dit konden wij nuttigen bij een vriend van de reisbegeleider die ook erg mooie zandtekeningen maakt. Heel lang getwijfeld, maar toch maar niets gekocht, het moet nog lang mee in de rugzak en hij had geen stevige, Renata-proof, verpakkingen.

Op naar de volgende tempel, de Su La Me Ni Paya, een mooi rood bakstenen exemplaar. Een deel van de hier aanwezige schilderingen komt uit oude Bagan periode en een deel uit de nieuwe periode. Binnen veel leuke nisjes en in het midden een aantal grotere zittende Boeddha’s. Er is in deze tempel zoveel te zien dat ik net op tijd terug was voor het vertrek naar alweer de volgende tempel.

De Dham Mayan Gyi Paya, dit is eigenlijk een soort mislukte tempel. Het had een kopie moeten worden van de Ananda Paya, echter de bouwconstructie bleek niet helemaal juist waardoor het dak het begon te begeven. Om te voorkomen dat het dak echt in zou gaan storten zijn delen van de tempel opgevuld met beton. De dichtgemetselde ruimtes zijn nog altijd duidelijk zichtbaar.
De laatste tempel van onze “Beleef Bagan” tour was op zichzelf niet zo bijzonder, wel kun je vanaf de top de belangrijkste omliggende tempels goed zien. Boven heerst, als de grotere groepen vertrokken zijn, een serene stilte en dan het uitzicht……….

De temperatuur was inmiddels aardig gestegen en zowel voor de paarden als voor ons was het tijd om terug te gaan en wat schaduw op te gaan zoeken. In de buurt van het hotel lekker gelunched, Chantal ging voor de kipsandwich (beetje droog) en ik voor de spring rolls (lekker). ’s Middags lekker even gechilled en de was gedaan, gelezen en mijn reisverslag bijgewerkt.
Om vijf uur stond de wandeltocht naar de zonsondergang bij de rivier en de gouden Law Ka Nan Da Pagoda op de planning. Leuk stukje lopen, maar het was nog wel erg warm. Chantal was niet zo lekker en wel even klaar met de warmte, zij ging op zoek naar een koel plekje in de schaduw en ik liep het complex rond. Mooie foto’s van de zonsondergang en de tempel kunnen maken. Bij de tempel verkocht een mannetje erg mooie schilderijdoeken. Chantal ging voor de verticale afbeelding van een groepje monniken en ik voor een horizontale versie.

Na de prachtige zonsondergang een groot deel van de groep meegekregen naar ons restaurantje van gister, helaas was de beef dit keer wat droog, maar de bijgerechten waren weer heerlijk. De aubergine was vandaag vervangen door papadumes en de pompoen was vandaag niet gepureerd. Gezellig nagetafeld en in het hotel nog even geschreven totdat mijn luikjes dichtvielen.

Bagan
Zondag 22 Februari
Vandaag lekker uitgeslapen, pas om half 9 gingen wij met de fiets op pad. Snel even een ontbijtje naar binnen gewerkt en hup de pedalen op en Bagan weer in. Onze reisbegeleider had een leuke route voor ons uitgestippeld. De eerste pagode stop was de Manuha Paya in het dorpje Myinkaba. In dit dorpje werd de Mon koning door een andere koning een tijdje gevangen gehouden in een heel klein huisje. De tempel die daar gebouwd is symboliseert dat huisje, drie veels te grote zittende Boeddha’s en één liggende, het past allemaal net.

In het dorpje en rond de tempel was een processie aan de gang. Kleine jongens en meisjes die voor het eerst het klooster in gaan worden verkleed als prinsen en prinsessen en in een stoet het dorp rondgereden. Als de kinderen bij het klooster aankomen wordt het mooie gewaad ingeruild voor een monniken-of nonnengewaad en wordt het hoofd kaalgeschoren. Als de kinderen nog heel jong zijn, gaat vaak één van de ouders mee, overigens duurt het verblijf in het klooster doorgaans niet langer dan één week of een paar dagen.

Na deze bijzondere gebeurtenis liepen wij naar de Nanpaya, hier zou de Mon koning de rest van zijn gevangenschap hebben gezeten. In de tempel bevinden zich mooie sculpturen op de pilaren. De sculpturen bestaan o.a. uit Brahama’s, beelden van goden uit het Hindoeïsme. De tempel stond op instorten maar is vorig jaar gelukkig nagenoeg volledig gerestaureerd.
Even tijd voor wat anders, een lacquerware fabriekje. Bij Golden Chuckoo kregen wij te zien hoe de bamboedoosjes en vaasjes worden gemaakt. Eerst wordt de bamboe in een vorm geplakt en vervolgens worde deze een aantal malen gelakt en gehard. Na een aantal lagen worden er tekeningen ingemaakt die vervolgens kleur voor kleur worden ingekleurd. Als de doosjes en vaasjes klaar zijn, zijn deze zo stevig dat er kokend water ingegoten kan worden. In het winkeltje nog even rondgekeken, maar niets gekocht, het is niet echt onze smaak.

Met de fiets gingen wij verder naar de volgende tempel, de Gubyauk Gyi Paya. Hier waren nog weer meer mooie muurschilderingen te zien. De muurschilderingen werden op dat moment gerestaureerd door een Italiaans bedrijf dat ervaring heeft (uiteraard) met het schoonmaken van fresco’s. Buiten de tempel staat de Myazedi. Een vierzijdige grote steen (pilaar) met op elke zijde een andere taal, Mon, Pyu, Pali en oud Birmees. De tekst gaat over de Gubyauk Gyi Paya. Bij de tempel stond een Boeddha beeld in Mon style, deze is te herkennen aan de hoofdtooi.

Wij fietsten door tot oud-Bagan, onderweg vele mooie tempels en stoepa’s van buiten gezien. De meeste zijn te vervallen om veilig binnen te treden of zijn gewoonweg niet opengesteld. Vanaf een, voor mij onbekende, tempel hebben wij de That By In Nyu Paya, met zijn 63 meter de hoogste, op de foto gezet. Tijd voor een lekkere lunch in oud-Bagan, net na de stadsmuur zit daar het restaurant Be kind to animals the moon. Chantal ging voor de ananas-cocos-kip curry en ik ging voor de tamarinde curry. De helft uitgewisseld en dubbel kunnen genieten van de heerlijke curries.
Tijd voor wederom een schattig tempeltje, de Upali Thein tempel. De tempel is opgedragen aan de beroemde monnik Upali. De tempel is eigenlijk altijd gesloten, op deze manier willen ze de mooie muurschilderingen beschermen. Door het hek kun je nog genoeg zien en ook mooie foto’s maken.

Van een kleinere tempel door naar één van de grotere, de Shwezigon Paya. Deze tempel is het meest bekend om zijn 37 nats, Birmese beschermgoden, die er staan opgesteld. Tevens is er een plasje water van 10 bij 10 centimeter waarin je de weerspiegeling van de stoepa kunt zien. Heb geprobeerd om het op beeld vast te leggen maar er drijven zoveel dode vliegjes in dat het niet mooi werd. Dit is kennelijk wel een tempel waar heel veel toeristen komen, er lopen erg gehaaide verkoopsters rond. Ze proppen een bloemenkrans in je handen of je ze nou wil of niet, laten je meebidden of zingen en vragen dan zeer dringend om 1.000 Kjat. Heb ze vriendelijk bedankt en niet betaald, maffe meiden! Overigens ware ze er niet zeer rouwig om dat ze niet betaald kregen, mijn zorgvuldig geofferde bloemenkrans werd weer opgepakt en doorverkocht aan de volgende. Buiten bij de tempel is een mooie hal met verschillende souvenir stalletjes, leuke dingen gezien.

Door het dorpje Nyaung-U fietsten wij naar de Phaya Thon Zu Pha Ya, wat zoveel betekent als de drie tempels. Eerst even een overzichtsfoto van de tempels en daarna weer even binnen gespiekt. De tempels zijn nooit helemaal afgewerkt, waarschijnlijk omdat de Mongolen destijds het land binnenvielen.
In Min Nan Thu dronken wij nog een lekkere koude cola en vanaf daar zijn wij weer richting het hotel gaan fietsen. De reisbegeleider vertelde dat het licht op de twee gezusters, twee gelijksoortige tempels naast elkaar, nu het mooist was. Wij besloten om een kijkje te gaan nemen en fietsten nog even door. Vanaf het veld liggen de tempels er in de namiddag inderdaad mooi bij.

Zoekende naar een plek voor een eventuele zonsondergang met uitzicht op de twee tempels kwamen wij bij een paar andere tempeltjes. Beide tempels zaten op slot, maar al snel kwam de key-holder aangehold. De vader en doofstomme zoon opende speciaal voor ons de tempel en de vader vertelde vol trots dat hij en zijn zoon hadden geholpen met het opbouwen en restaureren van de tempel en de onthoofde Boeddha. De vader en zoon zijn ook verantwoordelijk voor de prachtige heldere muurschilderingen. Met het plafond zijn zij twee volle maanden bezig geweest, de voeten van Boeddha boven de deur waren in twee weken klaar. Het was een leuke en bijzondere ervaring om deze mensen te ontmoeten en  zo enthousiast te zien over hun tempel.

Via wat omwegen en langs nog meer tempels kwamen wij weer aan in het dorp waar wij onze fietsen weer moesten inleveren. De winkel was al dicht en de mannetjes stonden al op ons te wachten. Op de terugweg naar het hotel op zoek gegaan naar het restaurant “Noochi”, wij konden het maar niet vinden. Later bleek dat het restaurant de naam had veranderd in  “Great”, daar waren wij al zo een tien keer voorbij gelopen…. Dolgelukkig dat wij het restaurant toch gevonden hadden, schoven wij aan. Chantal genoot van een fried noodles en ik van springrolls en een flinke bak, lekker pittige Tom Yum soep. Na de lekkere maaltijd vroeg onder de wol gegaan, morgen staat er weer een mooie reisdag ingepland.

Bagan – Mt Popa – Meiktila
Maandag 23 Februari
Vandaag gaan wij ons weer verplaatsen, laatste keer onder de superfijne douche en laatste keer genieten van ons heerlijke ontbijtje, goed verblijf gehad in Bagan. Ons vervoer bestond vandaag niet uit een luxe bus maar een gezellig barreltje dat niet harder kon dan 50 kilometer per uur. De eerste stop was bij een palmsuikerfabriekje. Wij kregen te zien wat er allemaal met het vruchtwater van de palm gemaakt kan worden; een muf drankje, een jeneverachtig goedje, een zoetzure tumtum en onze favoriet palmsuiker met kokos. Omdat één zakje voor ons te veel was besloten wij de helft van ons zakje aan onze reisbegeleider te geven, als voorschot op nog meer leuke tips.

Onderweg naar Mt Popa vertelde de reisbegeleider over de koeien die gebruikt worden in o.a. de palmsuikerfabriek. Deze mogen na 25 jaar met pensioen, vaak blijven ze dan bij de boer en mogen lekker luieren als de boer de koe niet kan onderhouden gaat deze naar een koeientehuis. De koeien worden niet opgegeten, ze worden als werkvrienden beschouwd.
Op een gegeven moment kwamen wij door een gebied waar veel bomen nieuw aangeplant zijn. Dit gebied moet er voor zorgen dat er meer dan 60 centimeter per jaar aan regen gaat vallen, zodat er in het gebied meer gewassen verbouwd kunnen gaan worden. De bomen zijn aangeplant met behulp van donaties vanuit China en Korea. Om te zorgen dat de bomen niet gekapt worden heft men een boswachters-nat in het leven geroepen. De boswachter-nat houdt de bossen in de gaten, de Myanmarezen laten het daarom wel uit hun hoofd om de bomen te kappen. In het bos staan kleine huisjes met beelden van de boswachters-nat, hier wordt regelmatig geofferd. Leuke mythe!
Mt Popa is een behoorlijke toeristische trekpleister, logisch eigenlijk want het is een apart gezicht, een tempelcomplex boven op een oude vulkaankrater. Beneden barst het van de eettentjes en de souvenir stalletjes. Slechts enkele die-hard, waaronder wij natuurlijk, besloten de 777 treden naar de top te beklimmen. Het eerste gedeelte langs de vele souvenir stalletjes mocht nog op de sandalen, maar daarna moesten deze toch echt uit! De rest van de 777 treden liepen wij blootvoets naar boven. Over het algemeen is dat in de meeste tempels uiteraard geen probleem, alleen hier zaten heel veel apen en die zeiken en schijten waar het hun uitkomt en dus ook op de traptreden. Als je dan in een plasje “iets” stond was het enige wat je kon doen, niet nadenken en doorlopen, Yak! De apen waren verder redelijk afstandelijk, je kon gewoon spullen uit je tas pakken zonder dat er meteen een nieuwsgierige aap in zat. Onderweg naar boven veel nats gezien die op allerlei wijze te vriend worden gehouden, offers van geld, drank, sigaretten etc., niets lijkt te gek.

Boven aangekomen hadden wij een mooi uitzicht over de omliggende omgeving, de tempel zelf was niet zo bijzonder. Een aantal leuke kiekjes gemaakt en tijdens zo een leuk kiekje ben ik door een aap beroofd van mijn waterfles, het ging supersnel. Gelukkig had ik net een flinke sloot water naar binnen gewerkt, want de afdeling moest natuurlijk ook nog gelopen worden. Dit ging redelijk rap, binnen 10 minuten stonden wij weer beneden.

De bus boemelde lustig voort naar ons lunch adresje, een restaurantje, Yangon, in een leuke tuin. Chantal had een fishbal soep en ik een noodle-kip soep met wel heel erg veel paksoi, niet echt een favoriet dus. Wij gingen weer op pad voor het laatste stukje naar Meiktila. Wij hadden een leuk hokje in het hotel met wel heel veel gezelschap. De mieren scheurden flink over onze bedden, gelukkig was het met een spuitbus snel verholpen.
de reisbegeleider nam ons mee voor een ommetje door Meiktila, wij liepen voornamelijk langs het aangelegde meer. Het is lekker om weer even de benen te strekken, maar verder valt er in het dorpje, op het standbeeld van Aung San na, niet veel te zien. Bij de Champion met zijn allen een heerlijke vruchtshake genuttigd en daarna eigenlijk meteen doorgelopen voor het avondeten in restaurant Lekker Corner. Chantal heeft zitten te smullen van een fried rice met kip en ananas en ik liet mij de noodle-pot met garnalen ook goed smaken.
In het hotel vrij snel ons bedje weer ingedoken, morgen hebben wij wederom een reisdag, dus bijtijds er weer uit.

Meiktila – Kalaw
Dinsdag 24 Februari
Ieieieie, jawel Chantal haar wekker won het van mijn tjsikke bam, bam, bam. Best oké geslapen. Tas weer ingepakt, voor zover deze was uitgepakt en op naar het ontbijt, toast met jam en ei. Ik hield het bij het eitje en een mandarijn en banaan. Hup de bus weer in. De reisbegeleider gaf aan dat het best een pittig ritje ging worden met veel haarspeldbochten naar boven. De combinatie van deze rit en onze vrolijke boemelbus leek mij een geschikt moment voor een reistabletje. Nadeel van de pilletjes is dat ik er superslaperig van word, ik had het dan ook behoorlijk zwaar maar bleef toch wakker totdat wij bij het olifantenkamp aankwamen en wij de bus weer uit mochten.
In het olifantenkamp worden olifanten opgevangen die in de teakhout industrie hebben gewerkt. De meeste olifanten zijn rond de 50 jaar en mankeren ook wel iets. In totaal worden er momenteel 5 olifanten opgevangen. Eén van de eigenaren kon mooi over het project vertellen, maar in de zon, in een relaxstoel en met een goedwerkend reistabletje begon ik het toch wel weer zwaar te krijgen. Gelukkig mochten wij snel op pad naar de olifanten. Het zijn allemaal Indische olifanten, die zijn kleiner en over het algemeen beter tembaar dan hun Afrikaanse soortgenoten. Wij mochten de olifanten voeren, natuurlijk lieten wij die kans niet schieten en allebei hebben wij, zei het ietwat schijterig, de olifanten bamboeschors gevoerd.
Na voedertijd gaan de olifanten altijd even baden in de rivier. Ook daar mochten wij mee helpen. Aangezien mijn band met dieren niet zo heel hecht is, ben ik op een steen gaan zitten die mooi boven alles uitstak en heb ik alles even aanschouwd en leuke foto’s voor iedereen gemaakt. Chantal vond de grote beesten ook wel geschoten en zat een stukje verder op een steen ook lekker te genieten van de badderende olifanten op afstand. De rest van de groep heeft de olifanten een verdiende poedelbeurt gegeven.

Van al dat wassen en voederen krijg je zelf ook wel trek. Laat het nou net rond lunchtijd zijn! Via leuke weggetjes en een paar kleine rivieroversteken kwamen wij aan bij de lunchplek. Leuk langs de rivier aan een tafeltje, rijst in een bananenblad, best lekker. Na de lunch gingen wij via dezelfde route weer terug naar onze boemelbus. In de bus meteen in slaap gevallen, pas in Kalaw werd ik weer wakker.
In Kalaw is het best wel een stukje frisser, brr. Toch maar weer even mijn trui onderuit de rugzak gevist. Wij hebben een mooi hotel en echt een super kamer. Helaas werkte in dit frisse oord de douche niet erg mee, met lauwwarm water maar even snel afgespoeld. Op de kamer gechilled totdat het alweer tijd was voor onze eet-date. Dit keer aten wij bij de Seven Sisters, aanbevolen door Ernst Jan en de Lonely Planet, dan moet het goed zijn. Wij hadden allebei een noodle soep met kip en helaas weer bergen paksoi en peultjes. De peultjes bij Chantal in haar kom gekieperd en zelf de paksoi maar weggewerkt. Het is een leuk tentje, met een groot deel van de groep nog even gezellig nagetafeld. Toen het eten voldoende gezakt was, was het tijd voor de wandeling inclusief pittige klim naar ons hotel. Je moet wat overhebben voor het uitzicht vanaf de hotelkamer! Onder twee dekbedden en op een heerlijk bed snel weggezakt naar dromenland.

Kalaw
Woensdag 25 Februari
Extra vroeg opgestaan, half zeven en hoeven pas acht uur op pad, voor een warme douche. Helaas, het water was nog wel even iets warmer dan gister, maar daarna hield het alweer snel op. Onder de koude douche maar snel mijn haren gewassen en hup warme kleren in.
Het ontbijt was heerlijk! Gefrituurde balletjes van rijst met een korstje met iets licht pittigs erin. Verder massa’s fruit en verse watermeloensap. Chantal ging helemaal los op de pannenkoekjes.
Wij hadden ons opgegeven voor de trekking, dus wandelschoenen aan en via het kantoortje van Alex, onze gids van Green Discovery Trekking, de heuvels in. De totale wandeltocht is zo een 17 kilometer en niet heel zwaar. Alex vertelde onderweg veel over de vruchten en de groenten die in dit gebied verbouwd worden. Het is nu droogseizoen dus heel veel stond er niet in bloei. Bij de gemberschoffelaarsters mochten wij foto’s maken en er werd een stukje gember opgegraven, pittig klusje!

Alle grond en gewassen behoren tot het dorp, de community, men helpt elkaar met van alles en werkt veel samen. De ene dag wordt het gemberveld geschoffeld en de andere dag werkt met op het koolland. Via een leuk paadje met peren- en sinaasappelbomen liepen wij naar een klooster. Het klooster wordt verbouwd en de oude palen met schilderingen lagen nog buiten. Binnen werd er hard gewerkt. De gids vertelde dat elke Myanmarees twee keer in zijn leven het klooster in gaat. Eén keer als ze jong zijn zo rond de 3 a 4 jaar een paar dagen, de ouders mogen dan mee. Als de jongens 19 jaar zijn gaan ze nogmaals en dan minimaal voor één week. De ceremonie die wij eerder hadden gezien is alleen als de kinderen voor de eerste keer het klooster ingaan.

De tocht vervolgde door de kolenvelden, hier mochten wij twee kranige oude dametjes (80 en 82) op de foto zetten, heel lief en ze waren erg “lada” (mooi). Op een gegeven moment kwamen wij bij een huis waar het erg druk was, de gids vroeg wat er was gebeurd en één van de bewoners bleek te zijn overleden. Dat er binnen gerouwd werd maakte een groot deel van de groep geen moer uit, zij stapten lustig naar binnen om te fotograferen, erg gênant. Chantal, Betty, de gids en ik bleven buiten staan, dit ging ons een beetje te ver.
De klim naar het dorp voor de lunch was ingezet, de moeite waard want je had onderweg mooie vergezichten en een goed overzicht op het dorp. In het dorp, Pein Ne Pin, leeft de Paulang stam. Er liepen nog enkele vrouwen, waarvan sommige in klederdracht en er waren een paar jonge kinderen lekker aan het stunten met een motorbike. Verder was het er redelijk rustig. Bij een jong gezin hadden wij onze lunch, een soort Indiase pannenkoek met groenten curry, een pitte tomaten dip en een heerlijke avocadosalade. Als toetje een mandarijn en druiven.

Via een jungle achtig paadje, wat overigens een beste klim was, liepen wij weer terug richting het kantoortje van Alex. Onderweg nog een mooi uitzicht gehad op Kalaw en ons hotel. Langs een klooster met jonge monniken en via een mooie trap naar beneden het dorp Kalaw weer in. Alex besloot ons af te zetten bij het restaurant Everest voor een lekkere en welverdiende vruchtenshake, lassi of juice.

Dwalend door de straatjes van Kalaw gingen wij op weg naar ons hotel om even te douchen en ons klaar te maken voor onze eet-date. Helaas bleken wij zonder de Lonely Planet echt hopeloos verloren en wij liepen aan de verkeerde kant van Kalaw omhoog. Gelukkig kwamen wij de man van het olifantencentrum tegen en die vertelde ons hoe wij moesten lopen. Weer kwamen wij langs de Everest, inmiddels was het een dik uur later en bijna tijd voor een fijn diner. Wij besloten in de Everest een vorkje te prikken en de volgende keer weer mee te gaan op de eet-date van de groep. Is ook wel weer even gezellig om met zijn tweetjes te eten. Wij genoten van smakelijke papadumas en een kip-aardappel-curry met rijst en een Indiase pannenkoek. Wij kregen er ook nog verschillende mengseltjes bij om de rijst op te leuken. De pittige dip was mijn favoriet, de linzendip was oké, de zure dip was niet echt onze smaak. Everest is een leuk en prima eettentje, dat je uitdaagt om gewoon lekker veel te proberen.
De terugweg ging op een paar kleine twijfels na gelukkig goed, waren wel een beetje klaar met de benenwagen. Chantal heeft nog een lauwwarme douche genomen en ik ben meteen weer onder mijn twee-lagen-dekbed gekropen en heb daar lekker liggen werken aan mijn reisverslag.

Kalaw – Nyuangshwe
Donderdag 26 Februari
Rond vijf uur werd ik wakker omdat er buiten ergens flink gemarcheerd werd, niks gezien en dus maar weer verder geslapen totdat de wekker ging. Snel even onder de favoriete douche, brrr, tas ingepakt en op naar het ontbijt. Gister tijdens de trekking een avocado meegekregen van de gids en deze bij het ontbijt lekker op zitten eten. Chantal ging weer voor de pannenkoeken.
De bus stond weer netjes op tijd klaar voor het hotel, Myanmar mag dan officieel op het randje van een tweede-derde wereld land zitten, ze zijn hier vooralsnog erg stipt met het vervoer. Vandaag vertrekken wij naar Nyuangshwe bij het Inle meer. Na een half uurtje kwamen wij aan bij een grote markt en wederom vielen wij met onze neus in de boter. Er was weer een grote processie voor de kinderen die het klooster ingaan. Aan de kleding en de kleuren kon je goed zien dat de kinderen van verschillende stammen waren. Er liepen veel familieleden mee, de ouders droegen de kleding en de benodigdheden die de kinderen in het klooster nodig hebben. De broertjes en zusjes droegen kussens en matjes als geschenken voor het klooster. De jongens zitten op paarden en de meisjes in een auto en als daar geen geld voor is in een paard en wagen.
De markt zelf was leuk en groot, maar door de processie wel wat minder kunnen zien en dat terwijl wij nog wat tijd extra hadden gekregen.

Wij gingen weer verder richting Nyuangshwe. Onderweg stopten wij bij het teakhouten klooster met de beroemde ovale ramen, de Shwe Yaunghwe Kyaung. Op de ovale ramen en de studerende monniken na was het klooster niet echt bijzonder. Het naastgelegen tempelcomplex echter wel. Een ovale en koele hal bood plaats aan honderden nisjes met daarin vele, vele geschonken Boeddha beeldjes. Er waren ook nog een paar erg mooie muurschilderingen.

Het was met de bus vanaf het klooster nog een klein stukje naar ons hotel in Nyuang Shwe. Het hotel is een lelijke hoge blokkendoos, maar heeft wel warm water (even meteen getest). Bij een winkeltje verder twee fietsen voor morgen geregeld, twee degelijke mountainbikes voor 12.500 Kyat. Verder de middag lekker door het dorpje gelopen, langs de overslag in de haven, de markt en de pagode Yadana Man Aung Paya. De pagode zelf was in redelijke staat, het bijzondere dit keer was de koperen Boeddha met het glimmende gezicht. Buiten de pagode staan nog twee half ingestorte tempeltjes, de Boeddha staat er nog in en er wordt ook nog met regelmaat geofferd.

In het dorp zijn in totaal drie nonnenkloosters. Wij gingen eerst naar het klooster waar voornamelijk de oude nonnen verblijven. Er werd gewassen en in de tuin gewerkt. Het ziet er allemaal wat minder mooi uit dan in de mannenkloosters, er is veel achterstallig onderhoud. Het was leuk om even binnen te mogen kijken, de nonnen zijn er erg gastvrij. In het tweede klooster hebben de nonnen meer de leeftijd van lagere schoolmeisjes. De nonnen waren erg verlegen en veel aan het giechelen toen wij de gevraagde foto’s maakten. Hebben van de begeleidsters het adres gekregen en kunnen de foto’s eventueel per post opsturen.
Het derde klooster wordt bevolkt door nonnen in de tienerleeftijd. Bij het hek mochten wij foto’s maken van de meiden die groenten aan het schoonmaken en snijden waren. Voorzichtig een paar Engelse gesprekjes kunnen voeren, de meiden zijn erg verlegen, helemaal niet nodig want hun Engels was best oké!

In het hotel even kort gechilled en uitgebreid genoten van de warme douche! Om half zeven stond de eet-date gepland, op naar de Myanmareze Italiaan Star Flower, aanbevolen door de Lonely Planet en onze reisbegeleider. Ze hebben er tomato juice, nog niet eerder gezien, en deze was nog erg lekker ook, mjam. Over de pizza was ook niet gelogen, rijkelijk gevuld en een fijne dunne bodem. Wij besloten weer te delen, een tuna fish pizza en een tomato, ham, mushroom pizza. Vooraf kregen wij een tomaten/knoflook bruchetta, erg smakelijk, een dikke tien voor deze Myanmareze Italiaan!
Naast de Star Flower zit ook onze fietsenverhuur, even gevraagd of wij de fietsen alvast mee mochten nemen, dat was prima, scheelt morgen weer! In het hotel nog wat gelezen totdat de e-reader op mijn poezelige neusje viel.

Nyuangshwe – Inle meer
Vrijdag 27 Februari
Om half 9 stond iedereen, na een matig ontbijtje, klaar voor een fietstocht langs het Inle meer. Het eerste stuk was door het dorp Nyuangshwe, zijn hier verder niet meer gestopt omdat de meeste groepsgenoten de dag daarvoor er ook al hadden rondgelopen. Al snel koos onze reisbegeleider voor een off road (karrespoor) weggetje, leuk tussen de huizen, boerderijen en landerijen door. Veel leuke fotostops op dit eerste gedeelte. Er werd hard gewerkt op de groene rijstvelden en de mensen droegen veel fleurige kleuren, dat zorgt uiteraard voor mooie plaatjes. Bij de Spa warm waterbron hadden wij al snel onze koffiestop, de conditieniveaus binnen de groep lopen erg uiteen waardoor wij langzaam vooruitkomen en de koffiestop voor sommige al noodzakelijk was. De bron is behoorlijk warm, zeg maar gerust heet, beetje om de bron heengelopen en gewacht totdat wij weer op pad gingen.

Een mannetje op de motor wees ons de weg naar de “haven”. De fietsen werden in twee boten geladen en wij zelf mochten in de andere twee instappen. Om en om werden wij in de boten geplaatst, we zaten op de grond en als je een beetje onderuit ging zitten kon je heerlijk loungen in de rondingen van de boten. De boten bleken halve speedboten te zijn en wij scheurden over het mooie Inle meer naar de overkant. Aan het begin van de steiger werden wij afgezet. De steiger zag er mooi en degelijk uit, helaas bleek dat een beetje bedrog. Vier groepsgenoten uit onze boot hadden de steiger al veilig bereikt, drie groepsgenoten volgden en toen krak! Dat was de steiger, één van de groepsgenoten gleed het water in, de tweede klemde zich als een aap om de steigerpaal heen en de derde viel terug de boot in. De badende groepsgenoot werd snel het resterende deel van de steiger opgetrokken, er raakte gelukkig niemand gewond. Wij konden voor in de boot nog uitstappen op de steiger en de tweede boot voer een stukje door, iedereen stond nu veilig op het droge. Hoewel, Chantal had de schrik er goed inzitten en liep niet heel lekker over de steiger, ik had nog wel wat vertrouwen in de steiger en heb onderweg nog leuke plaatjes kunnen schieten.

In het dorpje bij de steiger hadden wij onze lunch, ik ging voor de hot ’n sour chicken soup met noodles. Kennelijk waren de obers mijn bestelling vergeten, na een reminder had ik de soep alsnog redelijk snel en het was het wachten waard! Na de lunch hadden wij geen grote stops meer en ging de route voornamelijk over asfaltwegen, langs de weg een leuk schooltje en wat thuisfabriekjes. Bijna aan het eind van onze tocht was er een wijnproeverij, een deel van de groep ging daarheen en een deel fietste door naar het dorp. Wij fietsten ook verder, wilden graag in het dorp nog het e.a. bekijken.

Wij gingen op zoek naar de tomatenopslag en -overslag, het stond allemaal niet heel duidelijk aangegeven maar na een beetje rondvragen bleek dat wij er al een paar keer langs waren gefietst. De opslag is een grote hal waarde de tomaten op kleur en rijpheid worden gesorteerd. Een mannetje zat op de grote groene berg tomaten en haalde de iets rijpere tomaten er tussen uit. Vervolgens werden die tomaten door twee dametje nog een keer gesorteerd op rijpheid en kleur. De minder rijpe tomaten worden over het water vervoerd naar Yangon en Mandalay en de rijpere tomaten worden opgeslagen in de manden en op de markten in de omgeving verkocht. De tomaten worden geteeld op de drijvende eilanden in het Inle meer.

De overslag haven hebben wij niet kunnen vinden en wij besloten terug te gaan naar het hotel voor een verfrissende douche. Na de verfrissende douche een lekkere tomatenjuice en een mixed juice genuttigd bij de Starflower en onze fietsen bij de buurman weer ingeleverd. Hij was erg blij om ons of de fietsen weer terug te zien.
De eet-date van deze avond was bij het Htoo Myat BBQ restaurant. Wij waren er lekker op tijd en namen nog een biertje vooraf. De BBQ zag er goed uit en veel locals stopte er voor een snack. Je kon lekker veel kleinere gerechten kiezen, wij gingen voor de aardappelsstokjes, fishballs, chickenballs en porkribs. Als sausje kregen wij iets wat nog het meeste leek op satésaus. Smaakte allemaal weer erg goed. Nog even gezellig nagetafeld en te voet weer terug naar onze kamer in de blokkendoos.

Inle meer
Zaterdag 28 Februari
Jihaaaaa, vandaag staat weer één van de hoogtepunten op het programma. Een hele dag varen op het Inle meer en een overnachting in een resort op het meer, leuk, leuk, leuk!
De grote tassen werden in een vrachtwagentje geladen, die zien wij weer terug bij het resort. Wij gingen lopend naar de haven, waar heul veul toeristenboten lagen. Onze vier boten waren goed herkenbaar gemaakt met een bordje van Sawadee. Uit ervaring van gister wisten wij dat er tien mensen in de boot kunnen, voor vandaag mochten wij er met zijn vijven in en kon je lekker op een stoeltje met een comfortabel kussen zitten en vooruit kijken. De Myanmareze gids Min, Min kwam gezellig bij ons in de boot. Het was best frisjes in de boot en wij maakten dankbaar gebruik van de dekentjes die ook in de boot lagen. Het was nog best vroeg en je zag het leven op het water op gang komen, de vele toeristenboten en ook de bewoners, vissers en handelaren.
Wij staken een flink stuk meer over om vervolgens één van de smalle slootjes in te duiken. Het was met tegenliggers af en toe best passen en meten. Maar zolang wij elkaar zachtjes schampten, leek niemand zich er druk om te maken. Wij kwamen aan bij de weekmarkt van Khaung Daing. De markt zelf was niet echt bijzonder of groot. Het meest leuke is waarschijnlijk de haven / aanlegplaats in de hele vroege ochtend, nu was daar niet zoveel activiteit meer.

Wij hadden ons nog niet in de boot gesetteld of wij mochten er alweer uit. Een verplichte stop bij een lotus weverij. Hier worden sjaals en doeken gemaakt uit het zijde van de lotusbloemstengel. Dit was ook meteen de koffiestop en daar was het dan ook snel het drukst, ze hadden er ook lekkere smoothies, ik ging voor de avocado versie en Chantal hield het bij haar watertje.
Na de stop voeren wij gelukkig wat langer door de leuke slootjes en konden wij iets meer gaan genieten van de drijvende eilanden met groenten en de dorpen met huizen op palen. Het ene huis is zwaar vervallen en het andere in perfecte staat, de verschillen zijn ook hier groot.

Hmmm, weer een verplichte stop, dit keer bij een smederij waar helaas niet zoveel meer te zien was dan drie mannetjes die iets aan het platsmeden waren. De gids vertelde er nog wel een verhaal bij, maar eigenlijk waren wij uiteindelijk alleen geïnteresseerd in de grote zwaarden en de poster van het Nederlands elftal. Helaas hing naast de poster van het Nederlands elftal ook de poster van Eniesta “auw mijn kleine teen” er ook naast.
De motor van de boot plofte weer lekker door, op naar alweer een verplichte stop bij een sigarenfabriekje. Leuk om te zien hoe de vrouwen de sigaren met verschillende smaken in elkaar rolden, het rook er ook lekker. Naast de sigarenfabriek konden wij aanschuiven voor de lunch. Vanaf het restaurant had je een prachtig overzicht over het Inle meer. Precies voor het restaurant gingen twee vissers aan het werk met hun netten. Ze gooien de netten uit over een meter of 50 en slaan dan met hun roeispaan op het water om de vissen in de netten te drijven. Voor wat wij konden zien leverde het geen enorme vangst op.

De fried noodles met fish werd al snel geserveerd, het smaakte weer goed! Ernst Jan beloofde dat er vanaf nu geen commerciële/overheid stops meer waren en dat wij vanaf nu weer vooral konden genieten van alles op en om het Inle meer. De eerste stop was de Phaung Daw Oo Pagoda, de vier Boeddha’s die hier staan worden tijdens verschillende festivals rondgevaren op het meer in een speciaal daarvoor gebouwde ceremonie boot die naast de pagode ligt. Erg mooie goudkleurige boot, hij ligt achter slot en grendel, maar je kon er nog wel goed omheen lopen. De vier Boeddha’s worden door de manen goed beplakt met goud en zijn u eigenlijk niet meer te herkennen als Boeddha’s.

Een dik een uur varen door de drijvende groentetuinen, de tomatentuin is ook gespot, kwamen wij bij het springende poezenklooster Nga Hpe Kyuang. De monnik die de springende poezen had is inmiddels overleden en de nieuwe “hoofd” monnik laat de poezen verder met rust. De poezen liggen er te genieten in het zonnetje en het zijn er niet zoveel meer als vroeger. Vanaf het klooster hem je een mooi uitzicht op het Inle meer, verder is het niet een heel bijzonder klooster. Omdat er hier erg veel toeristen komen zijn er ook veel stalletjes en hier eindelijk mijn souvenir gevonden, een roze met blauwe parasol!
Na het poezenklooster voeren wij nog flink veel verder over het Inle meer, veel foto’s kunnen maken van de krachtige beenroeiers en de fuikvissers. Het was heerlijk genieten op het water! De aankomst bij ons resort was ook erg leuk geregeld, er stond een pingel-pangel orkest muziek te maken en de volledige staf stond klaar om ons welkom te heten. De bungalows op palen zijn netjes en leuk ingericht. Iedere bungalow had zijn eigen zitje, geen vrij uitzicht op het grote Inle meer maar wel op een leuk klein binnenmeertje.

Om half zeven hadden wij de laatste-avond-met-de-groep-eet-date. Er zijn een aantal groepsgenoten met een strandverlening en die worden morgenochtend vroeg opgehaald om vervolgens naar het dichtstbijzijnde vliegveld te worden gebracht. De overige groepsgenoten, waaronder wij, maken de reis “normaal” af en gaan terug naar Yangon. Groepsgenoot Frank hield een leuk bedankwoordje voor de reisbegeleider en hij sloot daarop aan over zijn ervaring met ons als groep.
Naast onze groep was er ook een groep met Thaise mannen aanwezig, één daarvan vierde zijn 70ste verjaardag en wij zongen hem even toe. Als bedankje kregen wij een deel van de mierzoete taart, zo leuk! Chantal at die avond sweet ’n sour pork en ik had de hot ’n sour fish, beide weer erg lekker. In het naastgelegen barretje met een aantal groepsgenoten gezellig een biertje gedronken, het einde van de reis komt helaas nu echt in ’t zicht.

Inle meer – Heho – Yangon
Zondag 1 Maart
Om even over vijven hoorde ik de eerste groep (strandverlengers) al gezellig babbelend over de steiger denderen, onze wekker stond om half zes beetje balen maar de rest van de tijd doezelend genoten van het kabbelende water onder de steigers. De douche was lekker warm en onze tassen waren amper uitgepakt en daarom ook weer snel ingepakt. Rustig aan ontbeten en nog even genoten van dit kleine paradijselijke plekje op het Inle meer, daarna ons toch maar helemaal klaargemaakt voor deel één van de terugreis naar Nederland.
Even voor zeven uur vertrokken wij met de boten, het was pittig koud en ik was erg blij met mijn trui, de parasol tegen de wind en het dekentje in de boot, brrr. Het is wel erg mooi zo in de vroege ochtend op het Inle meer, vissers die al druk aan het werk zijn met hun bijzondere fuiken, de zon die zich voorzichtig laat zien, de roze gekleurde lucht. Al snel besloten de kapiteins er wat meer vaart achter te zetten, de motoren werden opengedraaid en in volle vaart gingen wij op weg terug naar Nyaung Shwe.

Onze bus naar Heho stond al op de kade te wachten. Heho is een klein vliegveld dat erg trots is op zijn scan, dat mag ook best want op veel kleinere vliegvelden in rijkere landen gaat ook veel nog met de hand, hier dus niet. De paspoorten werden samen met onze tickets gescand, de tassen werden snel ingecheckt en heel snel konden wij voor een groot raam wachten totdat ons vliegtuig klaar was voor vertrek, leuk om te zien hoe alles werkt. Een klein uurtje later werd er een bordje opgehouden en werd onze vlucht opgeroepen, wij mochten boarden in een klein propeller vliegtuigje, een ATR-72-600. Er zijn geen vaste zitplaatsen dus wij liepen zoveel mogelijk door naar voren om het vliegtuig goed op te kunnen vullen. Als uitzicht hadden wij de heftig draaiende propellers, leuk is weer eens wat anders dan boven de vleugel zitten. In het vliegtuig een leuk filmpje gemaakt en vooral genoten van het uitzicht over Myanmar. Na een ruim uur landden wij alweer op de luchthaven van Yangon. Het was pas even over elven maar wij hadden het gevoel dat er al een flinke dag opzat.
In Yangon hadden wij een ander hotel dan op de heenreis, dit keer downtown. Een fijne keuze want er waren hier nog wel wat plekjes die wij graag wilden bezoeken. Het hotel, Aung Tha Pyay Hotel, is een voormalige brouwerij en daardoor was de indeling van de kamers soms wat apart, wat zorgde voor een leuke sfeer. Wij hadden een normale kamer op de vierde verdieping, met uitzicht op een met afval volgestorte steeg. Niet het mooiste uitzicht maar de ligging en het interieur beneden maken veel goed. De tassen op het bed neergelegd en snel op zoek gegaan naar 999-noodles voor een welverdiende lunch. Chantal had de sticky shan noodles met kip en ik de versie met pork. Wederom werd het lekkere, simpele eten opgesmukt door de gezellige ober, blijft een leuk tentje.
Na de lunch gingen wij op jacht naar onze laatste souvenirtjes. Met ons hotel zitten wij dicht in de buurt van het grote overdekte Bogyoke Aung San, een markt met veel souvenirtjes, maar ook dagelijkse gebruiksartikelen voor de Myanmarezen.
Al snel vond Chantal de leuke ketting die zij ook al eerder op een markt had gezien, goed dat ze toen niet had besloten om hem te kopen, want hier kon ze hem krijgen voor een derde van de prijs. In de slipperssteeg besloot ik op zoek te gaan naar een leuk paar slippers, na goed speuren tussen de honderden uitgehangen paren vond ik de mijne. Helaas alleen verkrijgbaar in maat 36 en 38, beide zaten echt niet goed maar de verkoopster vond dat allebei wel kon ze werd er een beetje narrig van toen ik zei dat ik er toch vanaf zag. Een stukje verder in de steeg vonden wij een stalletje met alleen de simpele zwarte slippers die ook door de monniken worden gedragen. Niet duur, even passen en ze zitten heerlijk. Ik was eigenlijk al om en voor nog geen 2 Euro ging ik met een fijn paar slippers weer op pad. Binnen in de markt barste het ook nog van de winkeltjes, nauwe doorgangen en volgepropte stalletjes, echt Azië! Voor moeders een leuk bamboodoosje en koelkastmagneet gekocht, voor vaders een leuk T-shirt met Myanmareze woorden en voor broerlief een leuke flesopener. Chantal vond nog een leuke fruitschaal met vliegenkap, ze moest even stevig in de onderhandeling, maar kon hem uiteindelijk voor een leuk prijsje toch meekrijgen. Voor onze reisbegeleider wilden wij nog wat chocolade koekjes kopen, maar de koekjes waar wij de hele reis vrijwillig mee doodgegooid waren, bleken hier onvindbaar. Op de terugweg in een klein winkeltje notabene naast ons hotel vonden wij ze gelukkig toch nog, ons bedankpakketje was klaar! Onderweg naar het hotel kwamen wij ook de jongen van de tempel en het klooster van de tweede dag tegen. Hij liep wederom met hetzelfde donatieschrift en was weer bezig om mensen te overtuigen een donatie te geven voor het onderhoud van het klooster en eten voor de kinderen, kennelijk was het toch allemaal waar. Vriendelijk groetend ging hij weer verder met zijn verhaal bij zijn potentiele donatiegever.
In het hotel even gechilled en de rugzak reisklaar ingericht, morgen echt richting huis. ’s Avonds gegeten in één van de vele kleinere, maar smaakvolle restaurantjes van Yangon en vroeg ons bedje ingedoken.

Yangon – Kudelstaart
Maandag 2 maart
Hoewel wij vandaag pas na het middaguur vertrekken naar ons koude kikkerlandje, hadden wij toch onze wekker nog maar even gezet. Wij wilden toch nog maar even ons laatste tempeltje in Myanmar scoren. Na een goed ontbijt gingen wij op weg naar de Botataung Paya. Voor deze gelegenheid mijn monniken slippers aangedaan. Het was nog best een aardig eindje lopen en op mijn nieuwe slippers erg goed vol te houden, zo blij mee!
Na de enorme Shwedagon Paya schijnt dit één van de mooiere en bijzondere tempels te zijn van Yangon. Buiten staan veel stalletjes waar de gelovigen hun offerpakketten kunnen kopen, mandjes met bananen en een kokosnoot.
Binnen in de stoepa zijn allemaal smalle gangetjes waarvan zowel de muren als het plafond helemaal versierd zijn met ornamenten en bladgoud, de gangen schitteren je tegemoet. In het midden van de stoepa staat een goudenkist achter een glazen wand en achter tralies. Men zegt dat er in de kist een haar van Boeddha zit, om de kist heen liggen veel geofferde Kyat briefjes. Op andere plekken in de stoepa staan kleine tafeltjes waarop men de manden met bananen en kokosnoot offert. De tempel is niet erg toeristisch en de monniken hebben in de stoepa dan ook alle rust en tijd om in de hoekjes hun gebeden op te zeggen. Overigens is dit één van de weinige (herbouwde) holle stoepa’s waar je ook naar binnen kunt. De meeste stoepa’s zijn massief en daarom ook niet te bezoeken.

Buiten op het tempelcomplex staan nog veel leuke bijgebouwtjes met Boeddha’s en andere boeddhistische beelden en schilderingen. Het was al weer lekker op temperatuur aan het komen en Chantal was er wel even klaar mee, zij ging rustig in de schaduw zitten te genieten van de bedrijvigheden op het tempelcomplex en ik deed nog een rondje. Een nonnenklasje was hevig aan het studeren en in een wat viezig vijvertje zwommen een paar leuke schildpadden. Met name de binnenkant van de stoepa maakte deze tempel, na de andere vele, vele tempels in onze reis door Myanmar, meer dan waard.

Via het knalrode statige oude telegraaf gebouw liepen wij terug naar ons hotel. Nog even met de groep een verfrissende cola gedronken en toen was het toch echt, echt tijd om aan onze terugreis naar Nederland te beginnen. De bus bracht ons terug naar het vliegveld in Yangon. Ernst Jan loodste ons langs de douane en wij begonnen aan ons vliegveldritueel. Lunchen, shoppen en lekker mensen kijken bij de gate. Onze eerste deel van de vlucht was redelijk vol en ging naar Kuala Lumpur, de service aan boord was weer prima en erg lekker gegeten. Op Kuala Lumpur even de benen gestrekt en ingestapt bij wederom Malaysian Airlines voor het tweede deel. Het vliegtuig was weer niet volgeboekt en wij hadden alle ruimte om lekker languit te liggen. De vlucht was goed, veel geslapen en uiteraard genoten van de lekkere maaltijden aan boord.
Op Schiphol hadden wij onze bagage snel te pakken en konden wij gaan beginnen aan het vertellen over onze mooie reis en de belevenissen in Myanmar. Fijn om weer thuis te zijn en blij met alles wat ik hier, bijna vanzelfsprekend, heb. De vriendelijke mensen, het lekkere eten en de mooie plekken zijn voor mij een reden om zeker weer een keer terug te gaan!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *